In ruil voor bescherming moesten kleine boeren land afstaan
Slide 9 - Tekstslide
Domein
De machtige boeren kregen steeds meer grond
Ze werden heer van een domein:
Gebied waar een heer de baas was en waarvan hij de inkomsten kreeg. Het bestond vroonland (met de hoeve van de heer), hoeveland (waar de horigen woonden) en woeste gronden.
Slide 10 - Tekstslide
De boeren woonden/werkten op een domein, wat is een domein
A
Gebied van een edelman of klooster
B
Stuk grond van de leenheer
C
Hun eigen grondgebied waar ze dingen op verbouwden
D
Stuk grond van de gemeente
Slide 11 - Quizvraag
Hiernaast zie je een domein. Wie was de baas van een domein?
A
Een horige
B
Een vrije boer
C
Een landheer
D
de burgemeester
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Domein
Domein was zelfvoorzienend
Slide 14 - Tekstslide
Wat is zelfvoorziening?
timer
0:30
A
Hoeveel iemand kan kopen
B
In je behoeften voorzien door iets zelf te maken
C
Kiezen welke behoeften voor jou belangrijk zijn
D
In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien
Slide 15 - Quizvraag
De middeleeuwen loopt van
A
400 - 1500
B
600 - 1500
C
500 - 1500
D
600 - 1600
Slide 16 - Quizvraag
De vroege middeleeuwen loopt van
A
500 - 1500
B
1000 - 1500
C
500 - 1000
Slide 17 - Quizvraag
Agrarische samenleving is een samenleving waarin...
A
Alle mensen wonen in de stad en zijn ambachtslieden
B
Mensen zowel in de stad als op het platteland wonen
C
Bijna alle mensen boeren zijn en op het platteland wonen
Slide 18 - Quizvraag
De agrarische samenging ontstond door
A
de val van het West-Romeinse Rijk
B
de val van het Oost-Romeinse Rijk
Slide 19 - Quizvraag
Een domein bestaat uit...
A
2 delen
B
3 delen
C
4 delen
D
5 delen
Slide 20 - Quizvraag
De baas van een domein wordt de domeinheer genoemd
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Welk onderdeel van een domein is alleen voor de heer