25. Spinachtigen toets

25. Spinachtigen toets
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierenSpeciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

25. Spinachtigen toets

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Herhaling
- Doorlezen
- Toets maken
- Ontspanning

Slide 2 - Tekstslide

Spinachtigen
Hoeveel spinachtigen er op de wereld zijn, weet niemand precies. Men schat het aantal tussen de 50.000 en 100.000 soorten. De eerste spinnen woonden al 500 miljoen jaar geleden op de aarde. Tot de spinachtigen behoren ook schorpioenen en mijten. Alle spinnen en schorpioenen zijn rovers, die kleine dieren eten, vooral insecten. Om die te vangen hebben de spinachtigen hele slimme technieken ontwikkeld. Ze zetten bij de jacht ook gif in. 
Spinnen hebben acht poten.

Slide 3 - Tekstslide

Aan een zijde draadje
De meeste spinnen zijn webspinnen. Ze hebben spintepels waaruit de spindraden geperst worden. Het spinnenvocht wordt gemaakt door spinklieren in het achterlijf. 
Zodra het vocht in de openlucht komt, wordt dit stevig en elastisch. De zijden draad van een kruisspin in viermaal dunner dan een haar. Hij scheurt echter tweemaal minder snel dan een even dunne staaldraad.

Slide 4 - Tekstslide

De kruisspin
De kruisspin is de bekendste spinnensoort bij ons. 's Morgens vroeg als de dauwdruppels op het web glinsteren in de zon, kun je deze spin het beste zien. Hij zit in zijn radvormige web en wacht op zijn prooi. Soms loert hij ook vanuit een spleet in de muur in de buurt van zijn web. Dan maakt hij een signaaldraad aan zijn voorpoot vast, zoals een hengelaar een hengel heeft. Bij de minste beweging snelt de kruisspin toe.

Slide 5 - Tekstslide

Hooiwagens
Hooiwagens komen overal op aarde voor. Het zijn zeldzame spinachtigen met hele lange poten. Bij sommige zijn de poten 20 maal langer dan het lijf. Het verschil met de echte spin is dat een hooiwagen geen spintepels heeft. En maken dus ook geen web. Bovenal hebben hooiwagens maar twee puntogen, spinnen meestal acht. Hooiwagens zijn volkomen onschuldig. Ze lopen op zoek naar voedsel als op stelten en eten dode planten en dieren. Hooiwagens hebben stinkklieren waarmee ze stinkend vocht verspreiden.

Slide 6 - Tekstslide

De wolfspin
Vroeger dacht men dat iemand die door de wolfspin gebeten was, zou gaan dansen en tot slot dood om zou vallen. Dit is echter bijgeloof. Een beet van de wolfspin is voor een mens niet gevaarlijk. De wolfspin heeft spinklieren, maar bouwt toch geen web, dus is het een jachtspin. Alleen voor de eieren spint het vrouw een concon. Die draagt ze mee tot de jongen eruit kruipen.

Slide 7 - Tekstslide

Keizerschorpioen
Net als schorpioenen brengt hij levende jongen ter wereld. Ze klimmen na de geboorte op de rug van de moeder en houden zich daar vast met behulp van zuigschijven. Daar zitten ze tot ze voor de eerste keer vervellen. Alle schorpioenen leven alleen. Ze verbergen zich overdag en komen pas s' nachts tevoorschijn. Voordat schorpioenen met elkaar gaan paren, doen ze een uitgebreide paringsdans.

Slide 8 - Tekstslide

Mijten
Er zijn zo'n 40.000 soorten mijten bekend. Waarschijnlijk zijn er echter nog veel meer. De meeste mijten zijn zo klein dat ze met het blote oog nauwelijks te zien zijn. Net als alle spinachtigen hebben ze acht poten en twee klauwkaken. Veel mijten zijn parasieten. Ze kunnen zich door de huid heen eten. 
Mijten brengen ook gevaarlijke ziektes over.

Slide 9 - Tekstslide

Einde.

Slide 10 - Tekstslide