Les 1: Wat is textiel/linnen?

Textiel beheer
Facilitaire dienstverlening 
vakdidactische opdracht VD8GW

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvmbo b, k

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Textiel beheer
Facilitaire dienstverlening 
vakdidactische opdracht VD8GW

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze 4 lessen kun je: 
- De verschillende grondstoffen van textiel benoemen
- Samenstellingsetiket lezen
- De wassymbolen op de wasbehandelingsetiketten begrijpen
- Vloggen over de wasvoorschriften 
- De was sorteren en de was draaien 

 De textielcyclus binnen een instelling beschrijven en verklaren, waarbij aan de orde komen:
- Soorten linnen (platgoed, persoonsgebonden goed, dienstkleding, nanotechnologie);
- Logistiek betreffende inname, reinigen en uitgifte linnen;
- Diverse soorten bewassing (stomen en chemisch reinigen;
- Strijken en stomen
- De was drogen/ temperatuur bepalen 
- Voorraadbeheer;
- Kwaliteitszorg en veiligheid 
- De student kent de cirkel van Sinner en kan dit toepassen 



Slide 2 - Tekstslide

op hoofdletters verbetert 

Les 1: Textiel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1: 
- Wat is textiel?
- Leerdoelen
- Kennis testen en woordweb
- Soorten stoffen 
- Sleepvraag soorten stoffen 
- Wassymbolen 
- Samenstellingsetiketten 
- Vlog wasvoorschriften 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1.  Je kunt de verschillende grondstoffen van textiel benoemen
  2. Je kunt een samenstellingsetiket lezen
  3. Je weet wat de wassymbolen op de wasbehandelingsetiketten betekenen
  4. Je kan de beoordelingscriteria hanteren voor het vloggen en leert hiervan 
  5. Je kent de cirkel van Sinner en kan dit toepassen 

Slide 5 - Tekstslide

op punten en komma's verbeterd 

Textiel

Textiel is letterlijk "al wat geweven is". Van Textiel wordt onder andere de kleding gemaakt die jullie dragen.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even je kennis testen.
Waarvan wordt kleding gemaakt? Er zijn meerdere antwoorden goed!
A
Plastic en aarde
B
Dierlijke stoffen
C
Synthetische stoffen
D
Plantaardige stoffen

Slide 7 - Quizvraag

Op hoofdletters verbeterd 
Dierlijke stoffen

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Plantaardige stoffen

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Synthetische stoffen

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voorbeelden van dierlijke stoffen? Er zijn meerder antwoorden goed!
A
Wol
B
Linnen
C
Leer
D
Zijde

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten linnen ken je?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Platgoed

Persoonsgebonden goed 
Dienstkleding
Nanotechnologie

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dierlijke stoffen 
Zijde: Zijde komt van de zijderups.
Zijde staat bekend als een luxe, chique en dure stof 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dierlijke stoffen 
Leer: Leer is afkomstig van de huid van koeien of een ander dier. Leer is erg stevig en houdt vocht goed tegen. Schoenen worden daarom vaak van leer gemaakt. Niet alleen schoenen, maar ook kleding, tassen, hoeden en nog veel meer! 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantaardige stoffen 
Katoen: Katoen komt van het zaadpluis van de katoenplant. Katoen is erg sterk en makkelijk te wassen. Het neemt snel vocht op en voelt lekker aan. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantaardige stoffen
Linnen: Linnen komt van de vlasplant. De eigenschappen zijn eigenlijk hetzelfde als die van katoen. Het verschil is dat linnen sterker en duurder zijn dan katoen, daarnaast kreukelt het sneller. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Synthetische stoffen
Viscose: Viscose wordt gemaakt van houtvezels, maar bewerkt met een chemisch proces. Het heeft een heldere kleur, hoog draagcomfort, kan snel krimpen en het kreukelt. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Synthetische stoffen 
Polymide (nylon) wordt veel gebruikt in panty's en sportkleding. Het is sterk, elastisch materiaal en het kreukt bijna niet. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijde
Wol
Linnen
Katoen
Nylon
Sterk
Chique, 
Glanst
Kreuk-bestendig
Isoleert goed
Moeilijk wasbaar
Acryl lijkt hierop
Niet strijken
Luchtig
Slijtvast
Kreukt snel
Neemt vocht op
Heet wasbaar
Plantaardig
Keukt snel


Synthetisch
Elastisch
Sterk
Brand-gevaarlijk

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de taken van de linnendienst?

Slide 21 - Open vraag

op spaties verbetert 
Wat betekenen deze symbolen?
Schrijf het in je schrift op zoek daarna op het internet!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingsetiket lezen 
opdracht: Pak een broek, shirt naar keuze en lees de etiket. 
Schrijf de symbolen op en zoek de antwoorden op internet. 

Slide 23 - Tekstslide

hoofdletters verbeterd 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vlog - wasvoorschriften (differentiëren met je klasgenoot)
beoordelingscriteria:
-
-
-

Inleveren volgende week maandag en je mag het in tweetallen uitvoeren. 

Slide 25 - Tekstslide

Om te differentiëren kan je samen met je klasgenoot in tweetallen werken. De dingen die jij niet begrijpt, kan je klasgenoot misschien wel begrijpen. Zo gaan jullie elkaar invullen indien mogelijk. Elk leerling heeft zijn eigen talenten.
Cirkel van Sinner 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf op waar je aan moet denken bij de cirkel van Sinner

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Cirkel van Sinner
De vier variabelen hebben een verbinding met elkaar. De temperatuur waarop je wast, de tijd die het programma draait, het aantal bewegingen dat gemaakt wordt (mechanische arbeid) en de hoeveelheid schoonmaakmiddel bepalen de prestatie. Huishoudmachines hebben al keuzes op de machine staan, handmatig kun je dit vaak aanpassen op de vier variabelen. Als er een variabel verandert, dan heeft dat invloed op de andere variabelen (reader kennisbasis, 2017).

Slide 29 - Tekstslide

Akkermans et all (2017)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 dingen wat je hebt geleerd in les 1

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies