2.2 les 1

Wales
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wales

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

            Verleden tijd - Past Simple
Past Simple -> verleden tijd

Voorbeelden:
  • I walked to school
  • He saw my friend    -> onregelmatig
  • We didn't run to work
  • Did you take my bike?

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple
  • Wanneer gebruik je de Past Simple?
Als iets in het verleden is gebeurd en afgelopen is.

  • Hoe maak je de Past Simple?
       Werkwoord + ED
       Of 2e rijtje onregelmatig werkwoord

  • Hoe kan je de Past Simple herkennen?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

        Ontkenningen:
I walked to school yesterday.
I didn't walk to school yesterday.

She talked to her teacher.
She didn't talk to her teacher (GEEN -ED ER ACHTER!!!)

Slide 6 - Tekstslide

Vragen:
Zet DID vooraan de zin.

You walked to school yesterday.
  • Did you walk to school yesterday?

  • Did she talk to her teacher yesterday?

Slide 7 - Tekstslide

Rules!
Onregelmatige werkwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Verleden tijd - Past simple
Regelmatige werkwoorden eindigen in de verleden tijd op -ed
I worked hard yesterday.
She walked to school last week.
He married her two years ago (y - ied)

Onregelmatige werkwoorden - 2e rijtje 
(Learn them by heart! Page: 243)




Slide 9 - Tekstslide

Regels
Wat zet je in het Engels achter het werkwoord om er verleden tijd van te maken?
A
-ed
B
-s
C
-te
D
-de

Slide 10 - Quizvraag

Hoe weet je welke werkwoorden een uitzondering zijn op die regel?
A
Dat kan je zien
B
Dat kan je horen
C
Door te leren

Slide 11 - Quizvraag

Welk woordje gebruik je om in de verleden tijd te zeggen dat iets niet is gebeurt? (= ontkenning)
A
Don't
B
Doesn't
C
Didn't
D
Isn't

Slide 12 - Quizvraag

Welk woordje zet je vooraan in de zin om te vragen of iets in de verleden tijd is gebeurt?
A
Did
B
Do
C
Does
D
Are

Slide 13 - Quizvraag

"To be" is de grote uitzondering omdat je daar in de verleden tijd deze woorden moet gebruiken
A
Was / were / wasn't / weren't
B
Am / Are / Is / Aren't/ isn't
C
Did was / Did were / Didn't was / Didn't were
D
Do / Does / Don't / Doesn't

Slide 14 - Quizvraag

Deze zin staat in de ...
I play football every day.
A
tegenwoordige tijd (present simple)
B
verleden tijd (past simple)

Slide 15 - Quizvraag

Deze zin staat in de ...
Last weekend, I played football against Flevo Boys.
A
tegenwoordige tijd (present simple)
B
verleden tijd (past simple)

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van Paint?
A
paintd
B
painted
C
paint
D
painting

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van Make?
A
make
B
maked
C
made
D
making

Slide 18 - Quizvraag

Zet de zin in de verleden tijd.
I walk to school.

Slide 19 - Open vraag

Zet de zin in de verleden tijd.
I am on time.

Slide 20 - Open vraag

We (watch) a movie about cows last night.

Slide 21 - Open vraag

My brother (cry) all night.

Slide 22 - Open vraag

He (change) his phone number last month.

Slide 23 - Open vraag

Maak vragend:
You remembered my birthday.
A
Did you remembered my birthday?
B
Didn't you remembered my birthday?
C
Did you remember my birthday?
D
Didn't you remember my birthday?

Slide 24 - Quizvraag

Make a question:

She walked to school.
A
Did she walked to school?
B
Did she walk to school?
C
Didn't she walk to school?
D
Didn't she walked to school?

Slide 25 - Quizvraag

Verleden tijd van (go)
(= onregelmatige werkwoord)
A
goed
B
going
C
went
D
gone

Slide 26 - Quizvraag

Bij regelmatige werkwoorden komt er ........ achter het werkwoord.
A
ed
B
de
C
end
D
ing

Slide 27 - Quizvraag

The tour guide (say) we should be quiet
A
sayed
B
said
C
saying
D
say

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van bring
(onregelmatig)
A
bringed
B
brought

Slide 29 - Quizvraag


worked

was / were
said
watched
went
work
be 
say
watch
go

Slide 30 - Sleepvraag

Vocab time! Yeehaaa!

Slide 31 - Tekstslide

timer
5:00
Page 80

Slide 32 - Tekstslide

Klik hier om galgje te spelen

Slide 33 - Tekstslide