week 14: H6 woordenschat

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt:
  • Laptop (dicht)

Julia en Duncan bellen
dnc34ziengs

stopwatch
00:00
Doel: 10 keer achter elkaar 1 minuut
10 maart 0:59
11 maart 1:00
15 maart 0:56
22 maart 0:59
24 maart 0:59
8 april: 0:59
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt:
  • Laptop (dicht)

Julia en Duncan bellen
dnc34ziengs

stopwatch
00:00
Doel: 10 keer achter elkaar 1 minuut
10 maart 0:59
11 maart 1:00
15 maart 0:56
22 maart 0:59
24 maart 0:59
8 april: 0:59

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • H6, woordenschat: woordenboek
Vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Lezen


Woordenschat H6


















Na de lessen deze week...
  • kun je het doel van een tekst herkennen.


  • kun je de betekenis van een onbekend woord opzoeken in een woordenboek. 
  • kun je de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf uitleggen. 
Doel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Een synoniem zoeken
  2. Een betekenis (omschrijving) zoeken
  3. Een voorbeeld zoeken
  4. Een tegenstelling zoeken
  5. Een bekend deel van het woord zoeken
Een onbekend woord begrijpen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt de betekenis van een onbekend woord opzoeken in een woordenboek.  

Doel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk woord zoek je in het woordenboek de betekenis van 'bevestigd'?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




Een vorm van het werkwoord zoek je bij het hele werkwoord. 



  • bevestigd zoek je bij bevestigen
  • aangeschaft zoek je bij aanschaffen
  • gekocht zoek je bij kopen
Werkwoord

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk woord zoek je in het woordenboek de betekenis van 'adviezen'?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




Het meervoud van het zelfstandig naamwoord zoek je bij het enkelvoud.



  • adviezen zoek je bij advies
  • situaties zoek je bij situatie
  • tafels zoek je bij tafel
Zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk woord zoek je in het woordenboek de betekenis van 'commerciële'?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




De lange vorm van het woord zoek je bij de korte vorm.



  • commerciële zoek je bij commercieel
  • grote zoek je bij groot
  • experimentje bij experiment
  • fantastische zoek je bij fantastisch
Lange vorm

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke twee woorden in het woordenboek kun je de betekenis van 'gezondheidsrisico' vinden?
... en ...

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




De delen van een samengesteld woord zoek je bij een deel van het woord.



  • Instagramaccount zoek je bij Instagram en/of account
  • gezondheidszorg zoek je bij gezond en/of zorg
Samengesteld woord

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het zoekwoord voor 'processen'?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het zoekwoord voor 'beïnvloed'?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het zoekwoord voor 'bacteriën'?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



  • Wat bedoelt de schrijver met 'bedrukt'? 
  • Welke betekenis kan 'bedrukt' nog meer hebben?  
Bedrukt

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedrukt

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Soms staan in het woordenboek meerdere betekenissen. Kies dan de betekenis die het beste in de tekst past. 
Bedrukt

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedrukt

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leg je aan je buurmeisje/buurjongen/broertje/zusje in groep 8 uit wat je moet doen als bij één woord in het woordenboek meerdere betekenissen staan? Hoe kies je de juiste betekenis?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt de betekenis van een onbekend woord opzoeken in een woordenboek.

Doel

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat?
  • H6, woordenschat: alle opdrachten
  • Met woordenboek!
  • Startopdracht hoeft niet

Hoe?
  • Online: dnc34ziengs
  • Werkt internet niet? » boek + schrift
 
Klaar? 
  • Stuur de link van een interessante tekst
  • H6, woordenschat: woordenlijst leren (zie SOM)
  • Werkblad (extra oefenen)




Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 



Rood? Stil. 
Begin even ergens anders.
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw of de docent.

Aan het werk
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt de betekenis van een onbekend woord opzoeken in een woordenboek.  





Doel

Slide 25 - Tekstslide

informatie geven
iets leren of uitleggen
iets laten doen
zijn mening geven
amuseren




Lezen


Woordenschat H6


















Na de lessen deze week...
  • kun je het doel van een tekst herkennen.


  • kun je de betekenis van een onbekend woord opzoeken in een woordenboek. 
  • kun je de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf uitleggen. 
Doel

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende lessen
Volgende week woensdag: weektaak af
  • H6, woordenschat: alle opdrachten
  • H6, woordenschat: woordenlijst leren
  • In je boek gewerkt? Stuur voor de les begint foto's van je huiswerk.

Woensdag 12 mei: toets H4, H5 en H6 woordenschat




Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kent de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit H4 en H5. 
Doel

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Geef na de tijd alle papieren aan mij.
  • Twee leerlingen die helpen met klaarzetten.


Hoe?
  • In tweetallen: een leerling schrijft, de ander rent. 
  • Neem een pen mee.
  • Klaar? Op de grond zitten en laten controleren.
Let op

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies