In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Verschillende type kruisingen:
- Monohybride autosomale kruising
- Monohybride x-chromosomale kruising
- Letale factoren
- Multipele allelen
Slide 2 - Tekstslide
Stappenplan bij een vraag:
Type kruising
Betekenis van de allelen
Genotype van ouders
Kruisingtabel opstellen
Verhouding tussen genotypen noteren
Verhouding tussen fenotypen noteren
Slide 3 - Tekstslide
In een karyogram zie je:
A
Alle cellen van de mens
B
alle chromosomen van de mens
C
alle allelen en genen van de mens
Slide 4 - Quizvraag
Deze karyogram is van een...
A
Man
B
Vrouw
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Het karyogram op de vorige dia is van iemand die ...
Slide 8 - Open vraag
Ontstaat het fenotype door het genotype?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Je fenotype wordt bepaald door je genotype en je omgeving
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Stappenplan bij een vraag:
Type kruising
Betekenis van de allelen
Genotype van ouders
Kruisingtabel opstellen
Verhouding tussen genotypen noteren
Verhouding tussen fenotypen noteren
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Hoe ziet de F1 eruit van de vorige dia?
Slide 14 - Open vraag
Stappenplan bij een vraag:
Type kruising
Betekenis van de allelen
Genotype van ouders
Kruisingtabel opstellen
Verhouding tussen genotypen noteren
Verhouding tussen fenotypen noteren
Monohybride automale kruising
H = zwarte vacht
h = witte vacht
HH x hh
F1= H H
h Hh Hh
h Hh Hh
Genotype: Alle nakomelingen heterozygoot Hh
Fenotype: 100% zwarte vacht
Ze kruisen vervolgens nakomelingen van de F1.
Wat is de verhouding van het genotype in de F2?
En de verhouding van fenotype?
Slide 15 - Tekstslide
Hiernaast zie je een voorbeeld van een intermediaire kruising.
A
juist
B
onjuist
C
niet te zeggen
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Wie zijn mannen in deze stamboom?
A
Alle personen weergegeven met een vierkant
B
Alle personen weergegeven met een rondje
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Hoe noem je het als een allel dat homozygoot voorkomt geen levensvatbaar individu oplevert?
A
gekoppelde overerving
B
draagster
C
letale factor
D
multipele allelen
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Bij muizen is het gen voor gele vacht (G) dominant over het gen voor grijze vacht (g). Het gen G bevat een letale factor. Twee gele muizen paren met elkaar. Er worden na enkele worpen in totaal 24 jongen geboren. Maak een kruisingsschema en beantwoord dan de volgende vragen: a. Welke fenotypen komen in de nakomelingschap voor? b. Hoeveel jongen verwacht je voor elk fenotype?
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Bij een konijnenras wordt de vachtkleur bepaald door multipele allelen. De allelen hebben de volgende volgorde van dominantie (het meest dominante allel staat vooraan): A (agouti) > ach (chinchilla) > ah (Himalaya) > a (albino). Een fokker kruist een agouti rammelaar (mannetje) en een Himalaya voedster (vrouwtje). Dat levert 100% agouti konijntjes op.
Geef een kruising die dit resultaat kan opleveren, leg uit waarom.
Slide 24 - Open vraag
2 genen en hun bijbehorende allelen liggen op hetzelfde chromosomenpaar
AB
ab
Slide 25 - Tekstslide
Wat vind je nog moeilijk en wil je vanmiddag nog oefenen?
Slide 26 - Open vraag
Rest van de tijd:
Oefenen en leren
- Samenvatting
- Oefenen met test jezelf & oefentoets
- Contextvragen maken
- Vragen? Stel ze!
ET Thema 3 en 4
(alle basisstoffen)
Slide 27 - Tekstslide
Maken van een woordweb
Gebruik de termen uit je boek om een woordweb te maken.
Je gebruikt alle blauw gedrukte termen uit je boek basisstoffen 1 t/m 6,
Je kunt ook de termen vinden onder elkaar met definitie online op de Biologie voor Jou online omgeving.