Herhalingsles H2

Planning
Vandaag: herhalingsles

Vrijdag: REPETITIE H2


1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning
Vandaag: herhalingsles

Vrijdag: REPETITIE H2


Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
1. Herhalingsles
2. Film kijken


Slide 2 - Tekstslide

De Oude Grieken

2.2 Griekse stadstaten
Klik hier voor audio

Slide 3 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
De Tien Tijdvakken

Slide 4 - Tekstslide

Kolonies buiten Griekenland 
  • Een kolonie is een gebied van een land buiten dat land
  • Sommige Grieken trokken weg, op zoek naar een beter leven. 
  • Een mislukte oogst betekende al snel een hongersnood
  • Met schepen voeren ze over de Middellandse Zee naar andere gebieden om daar te gaan wonen
  • Rond 750 v. Chr. hadden de Grieken kolonies in Spanje, Italië en Turkije
  • Griekenland is door het droge klimaat en de rotsachtige grond erg onvruchtbaar (slechts 20% is geschikt voor landbouw) 

Slide 5 - Tekstslide

Kolonies buiten Griekenland (3)
  • Tussen de kolonies en het 'moederland' ontstond zoveel handel dat de Grieken rond 550 v. Chr. geen nieuwe kolonies meer stichten.

  • Door de Griekse kolonies raakte de mensen in het Middellandse Zeegebied bekend met de Griekse cultuur (zoals: mythologie, beeldhouwkunst, enz.)

Slide 6 - Tekstslide

Griekse 
stadstaten 
  • Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende bestuurd

  • Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden

  • De bekendste poleis waren Athene en Sparta

Slide 7 - Tekstslide

De Atheense 
democratie

  • In Athene was het volk de baas
  • Er werd gestemd over belangrijke beslissingen.
  • Niet helemaal democratisch, want alleen mannelijke burgers (ongeveer 16% van de bevolking). Vrouwen, slaven en vreemdelingen mochten niet meepraten.
  • Dat was niet altijd zo geweest...

Slide 8 - Tekstslide

Macht en honger (1)
  • Athene is waarschijnlijk ook ooit een monarchie geweest (laatste koning: Kodros?)
  • Rond 600 v. Chr. wordt Athene bestuurd door rijke families, die veel bloedige ruzies om de macht hebben.
  • De inwoners hebben weinig te vertellen!

Slide 9 - Tekstslide

Macht en honger (2)
  • Als de graan duur was kregen de arme Atheners graan van de rijke families.

  • Als ze dat niet konden terugbetalen, werden ze verkocht als slaaf!

  • Solon komt in 594 v. Chr. met  nieuwe wetten: je kon niet meer verkocht worden als slaaf

Slide 10 - Tekstslide

Het volk beslist
  • Ondanks Solon's wetten blijft het verschil tussen arm en rijk groot.

  • Arme Atheners hadden het zwaar en er kwamen nieuwe ruzies.

  • Rond 500 v. Chr. komt Kleisthenes met nieuwe wetten en voert een échte democratie in.

Slide 11 - Tekstslide

Kenmerken van de Atheense democratie
  • Atheense vrije mannen met burgerrecht mogen stemmen.

  • Directe democratie

  • Volksvergadering (buiten)

  • Ostracisme (schervenrechtbank) voorkomt teveel macht bij één persoon.

Slide 12 - Tekstslide

Verschillen met de Nederlandse democratie
  • Alle mannen en vrouwen >18 jaar

  • Indirecte democratie

  • Eerste en Tweede Kamer (binnen)

  • Verkiezingen (meestal om de 4 jaar)

  • Betaalde baan

Slide 13 - Tekstslide

Sparta (1)
  • Een koning is de baas (monarchie)
  • Oorlog en het leger zijn belangrijk
  • Kinderen krijgen een zware, Spartaanse opvoeding
  • Er zijn slaven

Slide 14 - Tekstslide

Sparta (2)
  • Monarchie: ze hadden twee koningen, ze waren de legeraanvoerders.
  • Volksgadering: had niet zo veel macht. Koezen vijf opzichters, om de koningen en raad van dertig in de gaten te houden.
  • Aristocratie: raad van derdig oude wijze mannen.
  • - Hoplieten: mannen die wapenrusting konden betalen hadden het volledige burgerrecht.

Slide 15 - Tekstslide

Oude Grieken vs Perzen:
  • Ionische Opstand
  • Eerste Perzische Oorlog (492 v. Chr. tot 490 v. Chr.)
  • Tweede Perzische Oorlog (480 v. Chr. tot 479 v.Chr.)
Athene vs Sparta: 
  • Peloponnesische Oorlog (431 v.Chr. tot 404 v.Chr.)

Slide 16 - Tekstslide

De Perzische Oorlog: aanleiding (1)
  • In Perzie: de koningschap van de goden gekregen en hebben recht op totale macht.

  • De Perzen nemen veel Griekse koloniën over. 

  • Ionië, voormalige Griekse kolonië, was ontevreden over de hoge belastingen en hindering van het Griekse zeehandel. 

Slide 17 - Tekstslide

De Perzische Oorlog: aanleiding (2)
Er breekt een opstand in Ionië: De IONISCHE OPSTAND!
  • Athene en Eretria helpen Ionië te bevrijden. 
  • De Perzen sloegen de opstand neer...

Slide 18 - Tekstslide

De Perzische Oorlog: aanleiding (3)
Darius I  wilde compensatie (boete) van Athene, omdat ze Ionië hielp tijdens de Opstand.
Hij stuur twee boodschappers naar Athene, die worden vermoord. 

Slide 19 - Tekstslide

De Eerste Perzische Oorlog (1)
Darius I stuurde 600 schepen direct over zee, zij verwoesten het eiland Euboia en gaan door naar Marathon. 
Atheense hooplieden overrompelen de Perzen (6400 tegen 192 doden).
Perzen trekken zich terug, sommige schepen vluchtten.

Slide 20 - Tekstslide

De Eerste Perzische Oorlog (2)
Conclusie: de Perzen verliezen de slag bij Marathon. 
Een Atheense soldaat rende in één ruk van Marathon naar Athene (42km) om de overwinning te melden...

Slide 21 - Tekstslide

De Tweede Perzische Oorlog (1)
Darius I wilde wraak voor de nederlaag bij Marathon!
De Atheners gaan zich voorbereiden:
- Tweehonderd schepen bouwen met de opbrengst van nieuwe zilveraders.
- Bondgenootschap sluiten met andere Griekse stadstaten (zoals Sparta).

Slide 22 - Tekstslide

De Tweede Perzische Oorlog (1)
Darius I wilde wraak voor de nederlaag bij Marathon!
De Atheners gaan zich voorbereiden:
- Tweehonderd schepen bouwen met de opbrengst van nieuwe zilveraders.
- Bondgenootschap sluiten met andere Griekse stadstaten (zoals Sparta).

Slide 23 - Tekstslide

De Tweede Perzische Oorlog (2)
Darius I werd opgevolgd door Xerxes. 

De oorlog begint!: 
- De bergpas Thermapylae (Leonidas en zijn 300 soldaten)
- Spartanen verloren de strijd. 
- De Perzen verwoesten Athene (onbeschermd), de bewoners waren al gevlucht op hun schepen. 
- De Perzen werden verslagen bij het eiland Salamis.

Slide 24 - Tekstslide

De Tweede Perzische Oorlog (3)
  • Leonidas, de koning van Sparta
  • Vocht in het slag van Thermopylae met 300 soldaten en verloor door verraad.
  • Wordt door alle Grieken geëerd als een held!

Slide 25 - Tekstslide

Athene na de Perzischen oorlogen
Periode van grote welvaart: 
  • Perikles laat de akropolis opknappen.
  • Veel bouwen - veel banen = bevolkingsgroei.
  • Kunstenaars en filosofen.
  • Athene was het centrum van de Griekse cultuur.

Slide 26 - Tekstslide

Sparta (3)
Sterke leger was nodig, want het dreigde voortdurend een opstand door de bevolking die als slaven werden gebruikt.
Jongetjes werden vanaf hun 7 jaar opgevoed in een legerkamp.
Meisjes groeide op met veel lichamelijk oefening en sport.

Slide 27 - Tekstslide

De Peloponnesische Oorlog
  • Athene vs Sparta
  • Strijd om macht en invloed.
  • Duurde 27 jaar.
  • Sparta was de overwinnaar.
Gevolgen: 
 - Beiden steden werden door de oorlog verzwakt!

Slide 28 - Tekstslide

Wat is een mythe? 
  • Verhalen met een lesje. Het gaat over de goden, halfgoden, helden en gewone mensen.
  • Polytheïstische geloof.
  • Mythen werden gebruikt om de wereld te verklaren.
  • Goden met menselijk eigenschapen.
  • Bijzondere krachten

Slide 29 - Tekstslide

Welke goden waren er? (1)
  • Zeus, de oppergod en de god van de hemel. Bliksem en donderen.
  • Poseidon, zee.
  • Hades, het dodenrijk.
  • Hera, zus en vrouw van Zeus.
  • Apollo, kunsten, zoon van Zeus.
  • Dionysos, wijn en feestvieren.
  • Nikè, overwinning
  • Hygieia en Asklepios, gezondheid
  • ezv...

Slide 30 - Tekstslide

Welke goden waren er? (2)
De goden waren onsterfelijk, hadden macht over het leven van de mensen en hadden menselijk eigenschappen.
De belangrijkste goden woonden in de berg Olympos.

Slide 31 - Tekstslide

Goden vereren en om hulp vragen
  • Tempels met godenbeelden die verzorgd werden door priesters.
  • Iedereen kon bidden en offers brengen (goud, zilver, landbouwproducten). De goden in gunstig stemmen.
  • Religieuse festivals, zoals de Olympische Spelen (optocht, feestmaal en tuneelstukken).
  • Orakel: voor raad of toekomstvoorspelling. Boodschappen van de goden in ruil voor geld.

Slide 32 - Tekstslide

Liefde voor de wetenschap
Door de handel kwamen de Grieken in contact met andere volken met verschillende geloof, zoals de Egyptenaren en de Perzen.  
Het verkrijgen van kennis door goed te besturen (onderzoek doen) = Wetenschap!
- Natuurkunde
- Aardrijkskunde
- Geneeskunst 
- Wiskunde (bij. Pythagoras en het berekenen van schuine zijde van een driekhoek).

Slide 33 - Tekstslide

Liefde voor de wijsheid
Filosofie: denken over grote levensvragen, dilemas.
  • Sokrates (ethiek, kreeg de doodstraf) 
  • Plato (politiek, ideale samenleving)
  • Aristoteles (het doel van het leven. Leraar van Alexander de Grote)
  • Demokritos: (natuurwetenschap. Atoma)
Niet iedereen was het eens met de mening van de filosofen.. 


Slide 34 - Tekstslide

Wetenschappelijk denken (2)
  • Sokrates (5de eeuw, Athene)
  • Wilde weten wat rechtvaadigheid of goedheid écht betekende.
  • Liet geen schriftelijke werk.
  • Plato

Slide 35 - Tekstslide

Liefde voor de kunsten
  • Beeldkunst: het  onderzoeken nar het menselijk lichaam leidden tot het maken van beelden die echt op mensen lijken. Griekse beelden zijn een weerspiegeling van hoe de Grieken zichzelf en de goden zagen: perfect en gespierd.
  • Bouwkunst: perfecte vormen, zoals rechthoeken, driehoeken en veel zuilen.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Toneelstuk
Je moet iets van een toneelstuk leren.
  • Tragedie: loop altijd slecht af.
  • Komedie: vrolijk einde.
  • Gebruik van maskers

Slide 39 - Tekstslide

Klassieke cultuur
De kunst en cultuur van de Grieken en de Romeinen samen noemen wij KLASSIEKE CULTUUR!

Klassiek: dingen uit het verleden die we nog steeds waardevol vinden.

Slide 40 - Tekstslide

 Par. 2.4: Alexander de Grote en het hellenisme
Door de vele ruzies tussen griekse STADSTATEN zorgde ervoor dat ze zwaak werden.
Filippus II, koning van Macedonië maakte daar gebruik van:
  • Grieken moesten hem als koning te accepteren (geweld).
  •  Maakte van alle stadstaten ÉÉN RIJK! (op Sparta na)
  • Wilde het Perzische Rijk aanvallen. Zijn redenen:
                               - Zijn rijk uitbreiden
                               - Wraak op het Perzische Oorlog
                              MAAR... werd vermoord.

Slide 41 - Tekstslide

Alexander de Grote (1)
  • Zoon van Filippus II. 
  • Voerde de plannen van zijn vader: viel het Perzische Rijk binnen. 
  • Veroverd gebieden tot de huidige Pakistan! 


Slide 42 - Tekstslide

 Alexander de Grote (2)
  • Stichtte heel veel "Alexandria". 
  • Zag zichzelf als de zoon van Zeus. 
  • Was "ononverwinnelijk". 
Maar...India was het begint van zijn einde...Waarom?
- Soldaten wilden niet meer voor hem vechten.
- Raakte gewoon in de strijd.
- Moeilijke terugtocht: duizenden soldaten sterven in de woestijn.


Slide 43 - Tekstslide

 Alexander de Grote (2)
  • Stichtte heel veel "Alexandria". 
  • Zag zichzelf als de zoon van Zeus. 
  • Was "ononverwinnelijk". 
Maar...India was het begint van zijn einde...Waarom?
- Soldaten wilden niet meer voor hem vechten.
- Raakte gewoon in de strijd.
- Moeilijke terugtocht: duizenden soldaten sterven in de woestijn.


Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

 Alexander de Grote gaat dood...
  • Generaals die voor hem hadden gevochten willen allemaal een eigen koninkrijk. 
  • Alexander's Rijk wordt verdeeld in drie:
1. Egypte
2. Azië
3. Griekeland en Macedonië. 
Later veroverd door de Romeinen!


Slide 46 - Tekstslide

Hellenisme
  • Het overnemen van de Griekse cultuur door andere volken. 
  • Verovering van Alexander = Griekse cultuur raakt in een groot deel van de wereld bekend.
  • Overwonnen volken namen de Griekse kunst, filosofie en wetenschap over. 
  • Stichting van steden (Alexandria) om eenheid te creëren. 
  • Vooral na de dood van Alexander.

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video