Een kat van vier kilo heeft twintig milliliter bloed verloren. Is dit direct levensbedreigend?
A
Ja
B
Nee
1 / 35
volgende
Slide 1: Quizvraag
DierverzorgingMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Een kat van vier kilo heeft twintig milliliter bloed verloren. Is dit direct levensbedreigend?
A
Ja
B
Nee
Slide 1 - Quizvraag
Antwoord:
Een kat van vier kilo heeft ongeveer 400 milliliter (0,4 liter) bloed. Een gezond dier kan maximaal een derde van zijn bloed verliezen zonder hier ernstige klachten van te krijgen. Een derde van 400 milliliter is 133 milliliter. Dit is veel meer dan twintig
milliliter.
Slide 2 - Tekstslide
Een dier heeft een bloeding. Het bloed is erg donker van kleur en stroomt gelijkmatig uit de wond. Wat voor soort bloeding is dit?
A
Slagaderlijke bloeding
B
Aderlijke bloeding
C
Haarvatbloeding
Slide 3 - Quizvraag
ANTWOORD:
Als een dier een aderlijke bloeding heft, stroomt het bled gelijkmatig uit de wond. Het bloed is donkerrood omdat het minder zuurstof bevat dan het bloed in de slagaders.
Slide 4 - Tekstslide
Wat voor soort bloeding heeft een dier als het een blauwe plek heeft?
Slide 5 - Open vraag
Welke verschijnselen kun je NAAST het bloeden zien aan een dier dat bloedt?
Slide 6 - Open vraag
Bij welk soort wond kun je moeilijk of niet vaststellen hoeveel bloed het dier verliest?
Slide 7 - Open vraag
Wat voor wond is dit ?
Slide 8 - Tekstslide
Wat voor wond was het?
Slide 9 - Open vraag
Wat voor wond is dit?
A
Scheurwond
B
Snijwond
C
Steekwond
D
Brandwond
Slide 10 - Quizvraag
Wat voor wond is dit?
A
Scheurwond
B
Brandwond
C
Schaafwond
D
Gesloten wond
Slide 11 - Quizvraag
Wat doe je met deze wond?
A
Niets
B
Schoonmaken en verbinden
C
Scheren, schoonmaken en hechten
D
4 krammen erin zetten
Slide 12 - Quizvraag
Antwoord:
De wondranden zijn iets gekruld wat laat zien dat de wond niet vers is. Beste resultaat is te verkrijgen door de heren weg te scheren, de wond schoon te maken en te hechten. Alleen verbinden op deze plek kan niet, omdat het in de lies zit en het verband niet blijft zitten.
Slide 13 - Tekstslide
Als je met dieren werkt, kun je zelf ook verwondingen oplopen. Bij wat voor soort wond moet je altijd naar een arts gaan voor aanvullende behandeling?
A
Oppervlakkige snijwond
B
Prikwond met een steriele naald
C
Schaafwond
D
Bijtwond
Slide 14 - Quizvraag
Antwoord:
Bijtwonden zijn gevaarlijke wonden, omdat ze altijd geïnfecteerd zijn. Het speeksel van dieren bevat ziektekiemen. Als een dier jou heeft gebeten, is het aan te raden en tetanus vaccinatie en en antibioticakuur te halen vanwege het hoge infectiegevaar van deze wonden.
Slide 15 - Tekstslide
Een hond heft een prikwond door een vishaakje in de lip. Wat doe je?
A
Je belt de dierenarts.
B
Je haalt de vishaak eruit en spoelt de wond.
C
Je knipt de vishaak af, zodat deze de bek niet kan beschadigen.
Slide 16 - Quizvraag
Antwoord:
Dit antwoord is juist. Als de vishaak nog in de wond zit, laat die dan zitten tot de dierenarts er
is. Hij kan het voorwerp (operatief) verwijderen.
Slide 17 - Tekstslide
Bij welke brandwonden passen een rode, gezwollen en pijnlijke huid en blaren?
A
Eerstegraads
B
Tweedegraads
C
Derdegraads
Slide 18 - Quizvraag
Wat doe je als eerste bij een brandwond?
A
De dierenarts bellen
B
Koelen
C
De wond verbinden
D
De wond behandelen met een verzachtende wondzalf
Slide 19 - Quizvraag
Antwoord:
Net als bij mensen geldt voor de behandeling van brandwonden bij dieren: Eerst koelen met water, de rest komt later! Koelen vermindert de toevoer van bloed naar de wond, waardoor er minder zwelling, pijn en vochtverlies ontstaat.
Slide 20 - Tekstslide
Met welke mogelijke gezondheidsproblemen moet je rekening houden bij een dier dat uit een brandend huis wordt gehaald?
Slide 21 - Open vraag
Hoe snel moet een wond worden gehecht?
A
Binnen een uur
B
Binnen 3-4 uur
C
Binnen een dag
D
Binnen de 48 uur
Slide 22 - Quizvraag
Antwoord:
Na drie tot vier uur gaan de wondranden naar buiten krullen door de wondzwelling, waardoor de wond niet meer eenvoudig kan worden gehecht. Wonden die ouder zijn dan acht uur mogen niet meer worden gesloten, omdat er dan een abces ontstaat. Je moet dan extra voorzorgen nemen ( vies of dood weefsel wegsnijden of een drain plaatsen)
Slide 23 - Tekstslide
Wat zijn belangrijke punten bij de behandeling van een kleine wond? Er zijn meer goede antwoorden mogelijk.
A
Houd er rekening mee dat het dier pijn heeft.
B
Zorg dat je zo schoon mogelijk werkt.
C
Er mag geen shampoo of desinfectiemiddel in de wond komen.
D
Bij twijfel, raadpleeg een dierenarts.
Slide 24 - Quizvraag
Antwoord:
Bij de behandeling van een er kleine wond houd je er rekening mee dat het dier pijn heeft en werk je zo schoon mogelijk. Bij het schoonmaken van de wond mag geen shampoo of desinfectiemiddel in de wond komen. Als de wond kan worden verbonden, voorkom je met een verband dat de wond vies wordt. Bij twijfel raadpleeg je altijd een dierenarts.
Slide 25 - Tekstslide
Waar moet je o p letten bij de behandeling van een grote wond? Er zijn drie antwoorden goed.
A
Houd er rekening mee dat het dier pijn kan hebben
B
Verwijder voorwerpen die diep in de huid gedrongen zitten.
C
Voorkom dat het dier aan de wond zit.
D
Zorg dat het dier spoedig door een dierenarts gezien wordt.
Slide 26 - Quizvraag
Waar of niet waar? Een uitwendige bloeding gaat altijd uit van de huid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Antwoord:
Bloedingen in het maagdarm kanaal of de blaas worden gezien als uitwendige bloedingen
Slide 28 - Tekstslide
Waar of niet waar? Een uitwendige bloeding is gemakkelijker te stoppen dan een inwendige bloeding.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Waar of niet waar? Een dier met een inwendige bloeding herken je meteen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Antwoord:
Een dier moet aardig wat bloed verliezen voordat je dat ziet. Het duurt echt even voordat de buik dikker wordt en soms zie je alleen maar symptomen van de gevolgen ( slijmvliezen bleek, CRT verlengd, snelle ademhaling en pols)
Slide 31 - Tekstslide
Waar of niet waar? Een tumor kan een oorzaak van een inwendige bloeding zijn.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quizvraag
Antwoord:
Klopt. De meest voorkomende oorzaak van een buikbloeding van de hond , naast trauma, is een tumor van de milt die open barst.
Slide 33 - Tekstslide
Waar of niet waar? Een arteriële bloeding is bijna niet spontaan te stoppen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 34 - Quizvraag
Antwoord:
Door de hoge druk in de slagaderen en de dikke wand van de bloedvaten hebben arteriële bloedingen niet de neiging vanzelf te stoppen. Eerst tegendruk/afbinden en als definitieve oplossing vaak hechten.