e-mail writing test prep

Welcome
Today you'll need:
- Your laptop
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome
Today you'll need:
- Your laptop

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's mood?

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

What are we doing today?
  •  Review e-mail writing
  •  Sentence structure
  •  Review grammar
  •  Practice / questions

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Give some examples of how to address someone in an informal e-mail
(to a friend or family member, for example)
This is called the "greeting."
What word/words do your start with?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Which of the following introductions can be used in informal e-mails?
(multiple answers possible)
A
Thanks for your e-mail!
B
I hope you're well.
C
How's your family?
D
I hope this e-mail finds you well.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which of the following conclusions can be used in informal e-mails?
(multiple answers possible)
A
Give my regards to Mr. Johnson.
B
Say hi to your mother!
C
Hope to hear from you soon.
D
I look forward to hearing from you.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

There are several ways to close an informal e-mail (ex. "Lots of love,")
Can you give another example?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reminder!
- Add paragraphs
- Prevent using repetitive language (and then, and then, and...)
- Capitalize the correct words > I, names, months, days, places
- Answer all questions  > stay on the task 
- Make sure that I can read your handwriting
    > If I can't read it, I can't mark it!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sentence structure
Je begint met wie (het onderwerp?), dan komen alle werkwoorden (doet?), het lijdend voorwerp (wat?), de plaats (waar), en tijd (wanneer?). Niet alle zinnen hebben alle zinsdelen

wie, doet, wat, waar, wanneer <-- dit is je volgorde

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sentence structure
The order of words in a sentence

Slide 15 - Tekstslide

Use the sentence structure to create some sentences of your own - describe the best things in your day yesterday.

Then do the worksheet.
Sentence Structure

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

in / garden / reading / the / is / He / book / a

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

pool / the / Tessa / swimming / is / in

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

dog / in / the / park / Roy / walks / his

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

guitar / Luke / plays / the

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

that / girl / know / I / Do / ?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

They / bus / take / don't / school / to / the

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple vs Present Continuous
Present simple
Present continuous
When: habits, regular actions, schedules
When: right now, near future
Infinitive (verb) or SHIT-rule = she, he, it --> verb + s
to be (am/is/are) + verb + ing
Signal words: always, never, usually, sometimes, on Saturdays ...
Signal words: (right) now, at the moment, look!, as we speak, currently...

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

She never ... her books with her.
A
is having
B
haves
C
has
D
is haveing

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We usually ...... to the movies in the weekends.
A
go
B
are going
C
goes

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

As we speak, she ... her bag all by herself.
A
am carrying
B
is carrying
C
is carrieing
D
carrys

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

He ... in the Alps this weekend
A
is skied
B
are skiing
C
am skied
D
is skiing

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Listen! They .... beautiful music.
A
play
B
plays
C
is playing
D
are playing

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

On Fridays we .... fries.
A
are eating
B
eat
C
eats
D
ate

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Let's practice
  • Revise the previous units - Quizlet
  • Practice grammar - ego4u.com or englisch-hilfen.de
  • Practice writing - writeandimprove.com

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies