2D - 5.5 Assenstelsel met negatieve getallen

Welkom 2D
Pak je spullen erbij:
- Leerwerkboek
- Geodriehoek
- Potlood
- Pen
- Rekenmachine
- Gum

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2D
Pak je spullen erbij:
- Leerwerkboek
- Geodriehoek
- Potlood
- Pen
- Rekenmachine
- Gum

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Vragen om te kijken wat je nog weet
- Herhalen opdracht 70
- Doelen van vandaag
- Uitleg 5.5 nieuw stukje
- Aan het werk
- Herhalen wortels & kwadraten

Slide 2 - Tekstslide

-4, -23, -35, - 234 zijn allemaal
A
Positieve getallen
B
Negatieve getallen
C
Neutrale getallen
D
Even getallen

Slide 3 - Quizvraag

-5 .... -9
A
Groter dan
B
Kleiner dan
C
Gelijk aan

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heet de groene as in het plaatje hiernaast?
A
Horizontale as
B
Verticale as
C
Schuine as
D
Geen idee

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn de coördinaten van punt B in het plaatje hiernaast?
A
B(2,5)
B
B(2,0)
C
B(5,2)
D
B(0,5)

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Doelen
Aan het eind van de les kun je:
- Tekenen in een assenstelsel met negatieve getallen
- Punten tekenen in een assenstelsel en die verbinden


Slide 8 - Tekstslide

Assenstelsel 


In het rooster zijn twee assen getekend:
- Een horizontale as
- Een verticale as

Slide 9 - Tekstslide

Assenstelsel 
Het beginpunt van de assen heet de
oorsprong. Daarbij staat de hoofdletter
O.

Vanuit de oorsprong begin je te tellen:
- Eerst horizontaal
- Daarna verticaal
Bij de assen staan getallen, dat maakt
het tellen gemakkelijker.

Slide 10 - Tekstslide

 Assenstelsel 
De assen samen vormen een
assenstelsel.

In het assenstelsel zijn punten 
getekend. Bij elk punt staat een 
hoofdletter.







Slide 11 - Tekstslide

Assenstelsel 
Vanuit de oorsprong naar A:
- Eerst 3 naar rechts (horizontaal)
- Daarna 2 omhoog (verticaal)

Daarom horen bij A de coördinaten:
(3,2). 
Je schrijft A(3,2) 

Slide 12 - Tekstslide

Coördinaat (6,1) betekent:
A
6 naar rechts en 1 omhoog
B
6 naar links en 1 omhoog
C
6 naar rechts en 1 omlaag
D
6 naar links en 1 omlaag

Slide 13 - Quizvraag

Coördinaat D(6,-2) betekent
A
6 naar links, 2 naar beneden
B
6 naar rechts, 2 naar beneden
C
6 naar boven, 2 naar rechts
D
6 naar beneden, 2 naar links

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken: 71 t/m 77 blz 36, 37, 38
We zullen jullie indelen in groepjes, dan kun je samen de opdrachtjes maken.
Klaar? Dan kun je beginnen aan de D-toets opdracht 1, 2 en 3.

Slide 16 - Tekstslide

Herhalen wortels, kwadraten en machtsverheffen:
8 is
A
64
B
36
C
8
D
Oranje

Slide 17 - Quizvraag

12 is
A
42
B
144
C
12
D
33

Slide 18 - Quizvraag

Wat is NIET juist? 9 is
A
81
B
Het kwadraat van 3
C
42
D
32

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent ?
93
A
9 + 9 + 9
B
9 - 9 - 9
C
9 x 9 + 9
D
9 x 9 x 9

Slide 20 - Quizvraag

Wat is NIET waar over 9 in het kwadraat?
A
92=18
B
92
C
9 x 9 = 81
D
9 x 9

Slide 21 - Quizvraag

Wat is ?
34

Slide 22 - Open vraag

Aan de slag!
Maakwerk voor komende vrijdag:
D-toets opdracht 1, 2, 3, 12 en 13, blz 42 en 44

Maak deze even zelfstandig. Succes!

Slide 23 - Tekstslide