2KT H1 Vlakke figuren Oefenen voor de toets

Oefenen voor de toets
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenen voor de toets

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Oefenen voor de toets
  • Herhaling par 1.1 t/m 1.5 met theorie en vragen

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kent de namen van de vlakke figuren en weet hoe ze eruit zien.
  • Je kunt met de regel "de hoeken van een driehoek zijn samen 180 graden" de grootte van een hoek berekenen.
  • Je kunt met behulp van je geodriehoek, koershoekmeter en passer verschillende driehoeken tekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kent de eigenschappen van een parallellogram, ruit, vlieger en trapezium.
  • Je kunt de eigenschappen  van de vierhoeken gebruiken om de vierhoeken te tekenen.
  • Je kunt met de regel "de hoeken van een vierhoek zijn samen 360 graden" de grootte van de hoek van een vierhoek berekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Veelhoeken
Veel vlakke figuren hebben hun naam te danken aan de hoeveel hoeken ze hebben. Denk maar aan de volgende figuren:

Slide 7 - Tekstslide

Even lang

Je kunt even lange zijdes
herkennen aan de streepjes.

CD = ED

Slide 8 - Tekstslide

Evenwijdig


De pijltjes in de lijnen geven 
aan dat de lijnen evenwijdig zijn.

Slide 9 - Tekstslide

3.Welke zijden zijn evenwijdig?
Sleep de juiste zijden naar het sleepdoel
Evenwijdig aan AB
Evenwijdig aan BC
Niet evenwijdig
CG
AG
CD
DE
EF
FG

Slide 10 - Sleepvraag



Wat voor soort driehoek is dit?
A
Gelijkzijdige driehoek
B
Gelijkbenige driehoek
C
Rechthoekige driehoek
D
Rechtzijdige driehoek

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor soort driehoek is dit?
A
Gelijkbenige driehoek
B
Rechtbenige driehoek
C
Gelijkzijdige driehoek
D
Rechthoekige driehoek

Slide 12 - Quizvraag


Hoe heet deze driehoek?
A
Gelijkbenige driehoek
B
Gelijkzijdige driehoek
C
Rechthoekige driehoek
D
Stomphoekige driehoek

Slide 13 - Quizvraag

Hoe noem je deze wiskundige figuur?
A
Ruit
B
Wiebertje
C
Parallellogram
D
Rechthoek

Slide 14 - Quizvraag

Welk soort trapezium zie je hiernaast?
A
Gewoon trapezium
B
Gelijkbenig trapezium
C
Rechthoekig trapezium

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet dit figuur:
A
Trapezium
B
Vlieger
C
Parallellogram
D
Vierhoek

Slide 16 - Quizvraag

Een vlakke figuur met 5 hoekpunten noem je een...
A
vierhoek
B
vijfhoek
C
vlakke figuur
D
rechte hoek

Slide 17 - Quizvraag

Dit vlakke figuur heeft 4 zijden, 2 zijden zijn evenwijdig en 2 zijden zijn evenlang
A
Rechthoekig trapezium
B
Trapezium
C
Vlieger
D
Gelijkbenig trapezium

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel graden zijn de 3 hoeken van een driehoek samen?
A
90
B
180
C
270
D
360

Slide 20 - Quizvraag

In een driehoek is een hoek 40 graden en een andere hoek is 65 graden. Hoe groot is de derde hoek?
A
95 graden
B
55 graden
C
75 graden
D
85 graden

Slide 21 - Quizvraag

In een gelijkzijdige driehoek zijn alle hoeken
A
50 graden
B
60 graden
C
70 graden
D
80 graden

Slide 22 - Quizvraag

Hoe groot is hoek C?
A
210 graden
B
55 graden
C
30 graden
D
Kun je zo niet berekenen, driehoek is niet rechthoekig.

Slide 23 - Quizvraag

In een driehoek is :
Hoek A 90 graden
Hoek B 60 graden
Hoe groot is hoek C?
A
0
B
30
C
60
D
90

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Als je van een driehoek drie zijden weet, wat heb je dan nodig om de driehoek te tekenen?
A
Potlood en geodriehoek
B
Potlood en passer
C
Potlood, passer en geodriehoek
D
Niks, ik sla de opgave op de toets wel over

Slide 28 - Quizvraag

Wat is geen eigenschap van een gelijkbenig trapezium?
A
Er zijn twee evenwijdige zijden
B
De zijden die niet evenwijdig zijn, zijn even lang
C
Het is symmetrisch
D
De evenwijdige zijden zijn even lang

Slide 29 - Quizvraag

Wat is geen eigenschap van een parallellogram?
A
Alle zijden zijn evenlang
B
Er zijn 2 paar evenwijdige zijden
C
De overstaande hoeken zijn evengroot
D
De diagonalen snijden elkaar doormidden

Slide 30 - Quizvraag

Welk soort trapezium zie je hiernaast?
A
Gewoon trapezium
B
Gelijkbenig trapezium
C
Rechthoekig trapezium

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Alle hoeken van een vierhoek zijn samen
A
180 graden
B
Altijd verschillend
C
540 graden
D
360 graden

Slide 34 - Quizvraag

In een vierhoek ABCD zijn de volgende hoeken bekend:

Hoe groot is hoek A?
B=75°,C=105°,D=100°
A
20 graden
B
100 graden
C
60 graden
D
80 graden

Slide 35 - Quizvraag

In een vierhoek zijn twee hoeken van 37° en één van 130°.
Hoe groot is de vierde hoek?
A
130°
B
64°
C
156°
D
102°

Slide 36 - Quizvraag

De vierhoek hiernaast heeft 3 hoeken
van 65 graden.
Hoe groot is de vierde hoek?
A
180 - 3 x 65 = 115 graden
B
360 - 65 - 65 = 230 graden
C
360 - 3 x 65 = 165 graden
D
360 - 65 -65 -65 = 165 graden

Slide 37 - Quizvraag

Wat vind je nog lastig in dit hoofdstuk?

Slide 38 - Open vraag