13/12 LOB Beroepen

• NT2
• ISK

LOB-les

• deze les: 
• informatie over vervolgonderwijs
• informatie over schaatsen 
• muziek voor kerstgala doorgeven
• spreekopdracht

Doorleren is belangrijk

Waarom?

na 2 jaar ISK

• middelbare school (vmbo-t/mavo - havo - vwo) = meer theorie
• middelbare school: vmbo-b/k = meer praktijk

• afhankelijk van:

        - resultaten op school                    - taal- en rekenniveau

        - motivatie                                            - leeftijd

middelbare school

• vmbo (basis, kader) = 4 jaar en door naar mbo niveau 1-3
• vmbo-tl of mavo = 4 jaar en door naar mbo (niveau 3 of 4) of havo = nog 2 jaar
• havo=5 jaar en door naar mbo of hbo
• vwo=6 jaar en door naar hbo of universiteit

Doorleren

volgende week

• informatie over schaatsen 
• muziek voor kerstgala doorgeven
• spreekopdracht

Zoek informatie op over een beroep wat jou interessant/leuk lijkt. Probeer zoveel mogelijk te weten te komen over dit beroep. Volgende week vrijdag ga je een korte presentatie houden over dit beroep.  Je beantwoordt de volgende vragen.

• Welke opleidingen/studie heb je nodig voor dit beroep? 
• In welke plaatsen in de omgeving van jouw woonplaats is deze opleiding?
• Wat moet je goed kunnen in dit beroep?
• Werk je alleen of vooral met collega's samen?
• Draag je speciale kleding?

Opdr. 1 alleen of in tweetal: 

secretaresse                                       kapper

politie-agent                                       schoonheidsspecialist

illustrator                                              verpleegkundige

journalist                                               steward/stewardess

technisch medewerker                   vroedvrouw

systeembeheerder (ict)                  autoverkoper               

leraar/docent                                       treinmachinist

piloot                                                       taxichauffeur

Voorbeelden van beroepen

Filmpje

https://youtu.be/0woAmLc8yq8

1.Welk beroepen hebben jouw familieleden?

2.Schrijf bij minimaal vijf personen zijn of haar beroep.

3. Vertel in je groepje wie welk beroep heeft in jouw familie. Welke opleiding hebben ze daarvoor gevolgd?

Beroepen in je familie

Welke beroepen heeft jouw familie?

Welk beroep lijkt jou op dit moment leuk om te doen

Wat zou jij het liefste aantrekken tijdens je werk?

Mijn eigen kleding

Mijn eigen kleding, wat speciaal voor naar het werk is

Een uniform

bedrijfskleding

Op wat voor plek werk jij het liefst

1. Op een vaste locatie
2. Buiten
3. Ik werk graag op verschillende plekken
4. Anders, namelijk

In het werk wat ik graag wil doen, moet je dit goed kunnen

Vraag aan iemand die je kent of die iets over zijn of haar beroep wil vertellen. (familie, buren enz.) Beantwoord de vragen:

• Welk beroep heeft u?
• Welke opleiding heb je nodig voor dit beroep?
• Wat zijn je werkzaamheden/wat doe je de hele dag?
• Wat vindt u leuk aan dit beroep? Wat vindt u niet leuk aan dit beroep?
• Werk je veel met collega's samen of vaak alleen?
• Wat moet je goed kunnen voor dit beroep?
• Volgende week maandag vertelt iedereen iets in de les over een beroep.

Opdr. 2 alleen of in tweetal: