Herhaling: Organen en weefsels

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Herhaling

 Organen en cellen

Zelfstandige LessonUp

Deze LessonUp kun je zelf maken om te oefenen voor de toets

BS 1: Organen van dieren

-Ken de organen uit je boek

-Ken de orgaanstelsels uit je boek

Torso met organen

Hoe heet nr. 2

1. Long
2. Hart
3. Nier
4. Maag

Hoe heet nr.4

1. Dikke Darm
2. Hart
3. Lever
4. Nier

Hoe heet nr.7

1. Dikke Darm
2. Dunne darm
3. Lever
4. Blaas

Hoe heet nr. 8

1. Dikke darm
2. Lever
3. Nier
4. Slokdarm

Hoe heet nr. 10

1. Long
2. Hart
3. Nier
4. Maag

bs1 Organen en weefsels

Organisme=een levend wezen

Organenstelsel=groep samenwerkende organen die gezamenlijk een functie hebben.

Orgaan=deel van een organisme met een of meer functies.

Weefsel=groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie.

Cellen= bouwsteen van het lichaam 

Celorganel=deel van de cel met één of meer functies

bs1 Organen en weefsels

Herhaling: Zet op volgorde van groot naar klein

Orgaanstelsel

Orgaan

Weefsel

Cel

Organisme

bs1 Organen en weefsels

Organenstelsel: Een groep organen die smenwerken aan één bepaalde taak. 

Organisme

cel

Organenstelsel

orgaan

nr. 5

1. Long
2. Hart
3. Nier
4. Maag

nr. 6

1. Long
2. Dikke darm
3. Nier
4. Maag

Welke stelsels zie je?

1. bloedvatenstelsel zenuwstelsel
2. bottenstelsel zenuwstelsel
3. verteringsstelsel spierstelsel
4. je ziet alleen organen

mond, slokdarm, lever, maag, dunne darm, dikke darm, anus

neusholte, mondholte, luchtpijp, long

bloedvaten, hart

nier, urineleider, blaas, urinebuis

hersenen, ruggenmerg, zenuwen

Bloedvatenstelsel

Ademhalingsstelsel

Verteringsstelsel

Uitscheidingsstelsel

Zenuwstelsel

Alle cellen in je lichaam hebben dezelfde vorm

1. ja
2. nee
3. dat verschilt per persoon
4. bij een mens wel, bij een dier niet

Zet op volgorde van groot naar klein 

groot

klein

organenstelsel

cel

organisme

orgaan

Het hart is

1. een organenstelsel
2. een cel
3. een orgaan
4. een organisme

Het zenuwstelsel bestaat uit:

1. bloedvaten, de hersenen, het ruggenmerg
2. bloedvaten, de wervelkolom, zenuwen
3. de wervelkolom, de hersenen, het ruggenmerg
4. zenuwen, de hersenen, het ruggenmerg

Welk organenstelsel zorgt voor de vertering van je eten?

1. Het bloedvatenstelsel
2. De maag en de lever
3. Het verteringsstelsel
4. Het zenuwstelsel

de huid

1. is een orgaan
2. is GEEN orgaan
3. is onderdeel van het bloedvatenstelsel
4. verteert je voedsel

Welk van de delen van het organisme is een orgaan

1. een blad van een boom
2. een spiercel van een mens
3. het zenuwstelsel van een mens
4. het bottenstelsel van een mens

De dunne- en dikke darm, de maag en de lever werken samen in het:

1. bottenstelsel
2. zenuwstelsel
3. spierstelsel
4. verteringsstelsel

De huid is een voorbeeld van:

1. een orgaan
2. een cel
3. een organisme
4. een organenstelsel

wel orgaanstelsel zie je hiernaast?

nr. 10

1. Long
2. Hart
3. Nier
4. Maag

Zet op volgorde van groot naar klein:

Orgaanstelsel

Orgaan

Weefsel

Cel

Organisme

Celkern