HV4 Les 3

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Suprematisme
  • De Stijl
  • Kunst onder de Nazi's
  • Kunst in de Soviet Unie
  • Oefenen met een toetsvraag
  • Oefenen met analyseren

Slide 2 - Tekstslide

Suprematisme
  • Het reduceren van vormentaal tot de puurste vorm
  •  "Kunst moet geen vertaling meer zijn van wat we kunnen zien, zoals bijvoorbeeld landschappen, maar van wat we denken."
  • Suprematisten vinden dat je dit het beste kan overbrengen met elementaire vormen.

Slide 3 - Tekstslide

Hilma af Klint (werk te zien hierboven) kan gezien worden als een van de eerste suprematisten; ze is de moeder van de abstracte kunst die ze gebruikte om gevoelens en spiritualiteit te uitten
De term "suprematisme" komt van de suprematie die de geest boven de materie moet stellen binnen deze stroming. Het publiek heeft geen vormentaal meer nodig, maar de geest snapt de boodschap van de kunstenaar zonder figuratie.

Slide 4 - Tekstslide

De Stijl 
Ook in Nederland werken kunstenaars aan een nieuwe ideale samenleving, zoals bijvoorbeeld de kunstenaars van De Stijl. Architect Rietveld breekt met alle ideeën over woningbouw. Hij wil zoveel mogelijk daglicht, ruimtes waar binnen en buiten in elkaar overlopen. Hij ontwerpt grote open ruimtes. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Kunst komt niet voort uit wat je ziet (voorstelling), maar uit wat de kunstenaar doet. Daarom mag pure kunst alleen bestaan uit 'beeldingsmiddelen'.
De beeldingsmiddelen (vormgevingsaspecten) moeten strikt gevolgd worden om pure kunst te maken. Pure kunst kan daarom nooit figuratief zijn, want het kan geen voorstelling hebben. (volgens de volgers van De Stijl)

Slide 7 - Tekstslide

Kunst onder het nazi regime
  • Hitler komt aan de macht in 1933
  • Hij was een totalitair leider; hij had de macht over ieder aspect van het leven van de Duitsers
  • Radio en film worden optimaal gebruikt als propagandamiddel
  • 'Entartete' kunst is out - neo-classicisme is in. 

Slide 8 - Tekstslide

Kunst tijdens het Nazi regime
Kunst moet gemaakt zijn volgens 
de klassieke regels: neo-classisistisch.

Dit schilderij is door Hitler zelf gemaakt. 

Alles wat daar niet aan voldoet wordt ENTARTETE KUNST genoemd. Dat is Duits voor ONTAARDE KUNST.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Entartete Kunst
  • Alle eerder besproken -ismes worden verboden door de Nazi's
  • Jazz en kunst gemaakt door joden worden meteen verboden
  • Andere moderne kunst wordt op grote schaal vernietigd en/of belachelijk gemaakt op entartete tentoonstellingen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Kunst in de Soviet Unie
  • Kunst die idealen communistische staat uitdraagt
  • Kunst moest realistisch zijn
  •  Constructivisme: Abstracte, experimentele kunststroming die veel staal en glas gebruikt
    -> Doorzichtig om de constructie te laten zien, staat voor de constructie van een nieuwe wereld

Slide 13 - Tekstslide

Extreem geabstraheerde kunst met een boodschap
arbeiders begrijpen deze kunstvorm niet
figuratieve kunst draagt de boodschap van het communisme beter uit

Slide 14 - Tekstslide

Boodschap: arbeidersleven verheerlijkt. Laat zien hoe je je moet gedragen


Simpele posters met duidelijke tekst

Slide 15 - Tekstslide

hamer en sikkel:
arbeiders en boeren

Slide 16 - Tekstslide

rooskleurig beeld van werkomstandigheden

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

  1. Maak een groepje van 2-3.
  2. Kies een kunstenaar en claim deze kunstenaar op het bord. 
  3. Kies een schilderij van deze kunstenaar. 
  4. Omschrijf het schilderij met de woorden bij 'extra aanwijzingen' bij ieder aspect van de vormgeving
  1. Amborgio Lorenzetti
  2. Gebroeders van Eyck
  3. Sandro Botticelli
  4. Michelangelo
  5. Leonardo Da Vinci
  6. Rafaël
  7. Caravaggio
  8. Bernini
  9. Rembrand van Rijn
  10. Johannes Vermeer
  11. Judith Leyster
  12. Frans Hals
  13. Jan Steen
  14. Maria van Oosterwijck

Slide 20 - Tekstslide