Herhaling weer en klimaat H 1 4T
1 / 39
Lesduur is: 90 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke vragen heb je over de leerstof?
Noteer onderwerp,§ en je vraag
Noteer onderwerp,§ en je vraag
Slide 3 - Open vraag
Wat is geen weerselement?
A
temperatuur
B
neerslag
C
wind
D
zon
Slide 4 - Quizvraag
Weer:
klimaat:
Gemiddelde weer
Groot gebied
Klein gebied
Toestand in de lucht
lange periode
korte periode
Slide 5 - Sleepvraag
Temperatuur
Luchtdruk
Neerslag
Wind
Graden Celsius
hPa
Millimeter
Beaufort
Slide 6 - Sleepvraag
Stijgingsneerslag
Frontale neerslag
Stuwingsneerslag
Slide 7 - Sleepvraag
Stijgingsneerslag
Stuwingsneerslag
Hitte
Bergen
Loefzijde
Lijzijde
Evenaar
Botsen warme en koude lucht
Nederland
Depresssie
Frontale neerslag
Slide 8 - Sleepvraag
Wat is wind en hoe ontstaat wind ?
A
Wind is stromende lucht en is lucht die stroomt van lage drukgebieden naar hoge drukgebieden
B
Wind is stromende lucht en is lucht die zich naar boven beweegt
C
Wind is stromende lucht en is lucht die zich naar beneden beweegt
D
Wind is stromende lucht en is lucht die stroomt van hoge drukgebieden naar lage drukgebieden
Slide 9 - Quizvraag
De wind is noordoost.
De wind waait dan:
De wind waait dan:
A
Van het zuidoosten naar het noordwesten
B
Van het noorden naar het zuiden
C
Van het noordwesten naar het zuidoosten
D
Van het noordoosten naar het zuidwesten
Slide 10 - Quizvraag
Hoge luchtdruk
Lage luchtdruk
Slide 11 - Sleepvraag
Regenschaduw
Lijzijde
Aanlandige wind
Loefzijde
Slide 12 - Sleepvraag
Wat is geen klimaatfactor?
A
Breedteligging
B
Windrichting
C
Luchtdruk
D
Hoogteligging
Slide 13 - Quizvraag
Welke klimaatfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
ligging van warme of koude zeestromen
D
gesteldheid aardoppervlak
Slide 14 - Quizvraag
Welke klimaatfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
ligging aan zee
D
zeestromen
Slide 15 - Quizvraag
Welke klimaatfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
Windrichting
D
gesteldheid van het aardoppervlak
Slide 16 - Quizvraag
Een van de klimaatfactoren is hoogteligging.
Wat is de regel bij deze klimaatfactor?
Wat is de regel bij deze klimaatfactor?
A
Elke 1000 meter wordt het 6 graden warmer
B
Elke 1000 meter wordt het 6 graden kouder
C
Elke 1000 meter wordt het 8 graden warmer
D
Elke 1000 meter wordt het 8 graden kouder
Slide 17 - Quizvraag
Klimaten op lage breedte
Klimaten op hoge breedte
De woestijn
Zeeklimaat
Toendraklimaat
Slide 18 - Sleepvraag
Woestijn klimaat
Tropisch regenwoudklimaat
Gematigd zee- klimaat
Slide 19 - Sleepvraag
Sleep de klimaatgrafiek naar de juiste klimaat.
poolklimaat
gematigd zeeklimaat
tropisch klimaat
Woestijnklimaat
Slide 20 - Sleepvraag
Gematigd zeeklimaat
Middellandse zeeklimaat
Land
klimaat
Hoort niet bij Spanje
Hooggebergte klimaat
Steppe
klimaat
Slide 21 - Sleepvraag
Extensieve veeteelt
intensieve veeteelt
Slide 22 - Sleepvraag
Sleep de namen van de landschappen / belts op de juiste plekken in de kaart.
3
4
Rocky Mountains
Great Plains
Kustgebergte
Slide 23 - Sleepvraag
Sleep de vormen van neerslag naar de juiste plek.
Stijgingsneerslag
Stuwingsneerslag
Frontale neerslag
Slide 24 - Sleepvraag
Sleep de zinnen naar de juiste kolom:
Voordelen
stuwdam
Nadelen
stuwdam
Hydro-elektriciteit
Stroomafwaarts komt minder water, dus meer droogte.
Met een stuwdam kun je het waterpeil regelen.
Het bijbehorende stuwmeer kan worden gebruikt voor visserij.
In de benedenloop van de stuwdam vindt geen afzetting meer plaats van vruchtbaar slib.
Slide 25 - Sleepvraag
Waardoor kan er in het oostelijk deel van de Great Plains veel tarwe worden verbouwd?
A
de zon schijnt er niet veel
B
er valt voldoende neerslag
C
men pompt veel grondwater op
D
door irrigatie
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de hoofdstad van de VS?
A
New York
B
Los Angeles
C
Washington
D
San Francisco
Slide 27 - Quizvraag
Bij de VS komt vanuit het noorden ....
A
warme lucht
B
koude lucht
Slide 28 - Quizvraag
De bevolkingsdichtheid is in het oosten van de VS het hoogst?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quizvraag
Wat wordt in het zuiden van de VS vooral verbouwd?
A
Graan
B
Mais
C
Katoen en suikerriet
D
Koffie en melk
Slide 30 - Quizvraag
Hieronder zie je 4 klimaatfactoren en 4 omschrijvingen. Sleep de omschrijving naar de bijbehorende klimaatfactor.
Windrichting
Breedteligging
Hoogteligging
Invloed van zee
In het noordwesten van de VS valt er veel neerslag. Door aanlandige wind
De Labradorstroom is een koude zeestroom, Dit zorgt voor hele koude winters bij New York
Rocky Mountains : Er valt hier veel neerslag in de vrom van sneeuw
Hierdoor is er een groot temperatuurverschil tussen Florida en Alaska.
Slide 31 - Sleepvraag
Sleep de klimaten naar de juiste locatie. Welk klimaat komt er voor op lage breedte, gematigde breedte en hoge breedte?
Slide 32 - Sleepvraag
Slide 33 - Tekstslide
Met welke examenvraag starten we?
Klimaat &landbouw Spanje / NLD
Klimaat & landbouw VS
Tornado's & Hurricanes
