In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
My brother, who is 24 years old, still lives at home
The thief who robbed an old lady was sent to jail.
Functie: Een betrekkelijke bijzin geeft extra informatie over iets of iemand.
Als er een komma voor who / which staat, kun je het niet vervangen door that
Staat een bijzin tussen 2 komma's dan gebruik je nooit that, maar altijd who of which
John, who works at the bank, is my cousin.
who verandert soms als er een voorzetsel bij staat in:
whom
The girl to whom the teacher had talked, cheated during the test
Soms geeft een bijzin alleen extra informatie, dat je kunt weglaten zonder dat de betekenis van de zin verandert.
The girl (who/that) my brother is talking to is my friend.