in Catilinam tekst 15.4b

• Latijn
• WO
• Studiejaar 5

Quae cum ita sint, Catilina, dubitas, si emori aequo animo non
potes, abire in aliquas terras et vitam istam multis suppliciis iustis
debitisque ereptam fugae solitudinique mandare?

Wat zijn de pv's en in hoeveel delen kun je deze zin dus verdelen?

Vertaal: Quae cum ita sint, Catilina,

Wat voor werkwoordsvorm is afhankelijk van dubitas?

1. participium
2. infinitief
3. imperatief
4. coniunctivus

Welke twee infinitieven zie je?

Vertaal: dubitas, ..., abire in aliquas terras

Wat is de accusativus die hoort bij mandare? (Noem alle woorden!)

Wat voor vorm is ereptam?

1. ppp
2. ppa
3. pfa

Vertaal: dubitas, ..., et vitam istam multis suppliciis iustis
debitisque ereptam fugae solitudinique mandare

, si emori aequo animo non
potes, Wat voor werkwoord is emori?

Welke naamval is aequo animo?

1. gen ev
2. dat ev
3. abl ev
4. dat mv

Vertal: , si emori aequo animo non
potes,

Wie is het onderwerp bij 'inquis'?

Vertaal: ‘Refer’ inquis
‘ad senatum’

Vertaal: id enim postulas et

Wat voor constructie is afhankelijk van dicis?

1. gerundivum
2. AcI
3. NcI
4. gerundium

Wat is de AcI en in welke tijd staat de infinitief?

Vertaal: obtemperaturum te esse dicis

Benoem decreverit

Welke infinitivus is afhankelijk van decreverit en welke AcI is weer afhankelijk van die infinitivus?

Vertaal: si hic ordo placere sibi decreverit te ire in exsilium