Hoofdstuk 3 - paragraaf 4: vermogen & energie

Vermogen en energie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vermogen en energie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de stroomkring hiernaast.
De batterij geeft een spanning van 1,5 V en een stroomsterkte van 55,5 mA.

Op welke plaats kan ik de totale stroomsterkte meten?

A
Vierkant
B
Driehoek
C
Pijl
D
Ruit

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de stroomkring hiernaast.
De batterij geeft een spanning van 1,5 V en een stroomsterkte van 55,5 mA.

Op welke plaats/plaatsen kan ik de stroomsterkte meten die 1 lampje krijgt?

A
Vierkant en driehoek
B
Driehoek en pijl
C
Pijl en ruit
D
Alleen de ruit

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De batterij geeft een spanning van 1.5 Volt.
Maakt het uit in deze schakeling waar ik de spanning meet? Leg uit.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel elektrische apparaten zie je om je heen nu?
(kan opgeladen worden of zit in stopcontact)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 of meer

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze les:
  • Kun je uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
  • Ken je de eenheid van vermogen.
  • Kun je het vermogen van een apparaat berekenen.
  • Kun je uitleggen waarom een apparaat met een groter vermogen meer elektrische energie verbruikt.
  • Kun je het maximale vermogen van een adapter berekenen. (GL)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het vermogen van een apparaat
  • De hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde verbruikt
  • Je laptop verbruikt meer elektrische energie per uur dan je telefoon
  • Verbruik van energie wordt met een energielabel aangegeven

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen berekenen & noteren
  • Formule voor vermogen:
Vermogen = spanning x stroomsterkte 
of in symbolen
P = U * I
  • De eenheid van vermogen is Watt (W).
Ook deze kun je vergroten en verkleinen:
1000 Watt = 1 kiloWatt (kW)           Delen door 1000
0,001 Watt = 1 milliWatt (mW)         Vermenigvuldigen met 1000  

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 kW = ? W
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

230 mW = ? W
A
0,23
B
23
C
230
D
2300

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de formule op die je gebruikt om vermogen te berekenen. Begin je formule met "Vermogen ="

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldopgave

Een lampje heeft een spanning van 9 V nodig, de stroomsterkte is 220 mA vanuit de spanningsbron.
Bereken het vermogen.

1. Gegevens noteren:
Spanning: 9 V
Stroomsterkte: 220 mA -> omrekenen naar A
220 / 1000 = 0,22 A

2. Gevraagd: Vermogen





3. Formule opschrijven:
Vermogen = spanning x stroomsterkte

4. Uitwerken:
9 x 0,22 = 1,98 W 

5. Antwoord: het lampje heeft een vermogen van 1,98 W

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gegevens
Gevraagd
Formule
Uitwerking
Antwoord
Sleep de kaartjes naar de juiste plek
Vermogen
12 x 1,3 = 15,6
Vermogen = spanning x stroomsterkte
15,6 W
Spanning = 12 V
Stroomsterkte = 1,3 A

Slide 13 - Sleepvraag

Spanning = 12 V
Stroomsterkte = 1,3 A

12  x 1,3 = 15,6
Adapters
  • Verlagen spanning zodat je kleine apparaten op kunt laden (telefoons/laptops/tablets)
 
Input / output
  • Input: wat er uit het stopcontact komt
  • Output: wat de oplader aan je apparaat doorgeeft

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken het vermogen van deze adapter. Schrijf je hele berekening op.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nu kun je:
  • uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
  • de eenheid van vermogen benoemen.
  • het vermogen van een apparaat berekenen.
  • uitleggen waarom een apparaat met een groter vermogen meer elektrische energie verbruikt.
  • het maximale vermogen van een adapter berekenen. (GL)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Kijk in de studiewijzer van deze week welke opdrachten je moet maken.

Voor vragen kun je me altijd mailen!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies