Zelftest H1

Vaste kosten
Variabele kosten
Gemiddelde totale kosten
Marginale kosten
Totale kosten
De kosten per geproduceerde eenheid.
Kosten die niet variëren met de productieomvang.
Som van de vaste kosten en de variabele kosten.
Kosten die variëren met de productieomvang
Een toename van totale kosten als gevolg van de productie van een extra eenheid.
1 / 15
volgende
Slide 1: Sleepvraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vaste kosten
Variabele kosten
Gemiddelde totale kosten
Marginale kosten
Totale kosten
De kosten per geproduceerde eenheid.
Kosten die niet variëren met de productieomvang.
Som van de vaste kosten en de variabele kosten.
Kosten die variëren met de productieomvang
Een toename van totale kosten als gevolg van de productie van een extra eenheid.

Slide 1 - Sleepvraag

Er is een break-evenpunt als
A
TVK = TCK
B
TO = TVK
C
TO = TK
D
TO = TCK

Slide 2 - Quizvraag

Er is een break-evenpunt als
A
P = GVK
B
P = GTK
C
P = GO
D
P = GCK

Slide 3 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
A
CK dalen per stuk als de q daalt
B
CK dalen per stuk als de q stijgt
C
CK zijn constant per stuk
D
CK stijgt per stuk als de q stijgt

Slide 4 - Quizvraag

TCK = 25.000 GVK = 10
Bij een q van 10.000 geldt
A
GCK 2.500, TK 125.000
B
GCK 25.000, TK 25.010
C
GCK 2,50 TK 25.010
D
GCK 2,50, TK 125.000

Slide 5 - Quizvraag

Bij q van 5.000 stuks zijn de GCK € 100.
Bij q van 10.000 zijn de TCK
A
500.000
B
100
C
50
D
1.000.000

Slide 6 - Quizvraag

De variabele kosten zijn progressief als
A
TVK stijgt
B
GTK daalt
C
GVK stijgt
D
MK stijgt

Slide 7 - Quizvraag

Een bedrijf produceert slechts één soort product. Dit product heeft een vaste verkoopprijs en alle geproduceerde producten worden verkocht.
A
Winst als p is lager dan GVK
B
winst als p is gelijk aan GVK
C
verlies als p is lager dan GVK
D
verlies als p is hoger dan GVK

Slide 8 - Quizvraag

Afzet Boor boormachines = 25.000
Prijs Boor boormachines = € 125
Totale afzet van boormachines = 125.000
Gemiddelde prijs boormachines = € 100
Welke combinatie van marktaandeel op basis van de omzet en marktaandeel op basis van de afzet van Boor is juist?
A
16/ 25
B
20/20
C
20/ 25
D
25/ 20

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Een onderneming die naar maximale totale winst streeft, maakt 20.000 producten en heeft dan winst. De totale constante kosten bedragen € 250.000 en de variabele kosten zijn € 65 per product. Er is nog overcapaciteit.

De ondernemer krijgt een eenmalige order en vraagt zich af of hij deze moet aannemen. De klant is bereid om € 60 per product voor deze order te betalen.
A
Nee, MO < MK
B
Nee TCK niet terugverdiend
C
Ja, MO > MK
D
Ja, want het levert winst op

Slide 11 - Quizvraag

Benzinekosten van een taxi
A
variabel
B
constant

Slide 12 - Quizvraag

Loonkosten directeur taxibedrijf
A
variabel
B
constant

Slide 13 - Quizvraag

Loonkosten tijdelijke kracht, wordt ingehuurd bij drukte
A
variabel
B
constant

Slide 14 - Quizvraag

Opdracht inleveren in magister 15.00 

Slide 15 - Tekstslide