Basisstof 2: De bloedsomloop en het hart

Het bloed bestaat uit bloedplasma en bloedcellen. Het bloedplasma bestaat vooral uit
A
water
B
eiwitten
C
opgeloste voedingsstoffen,
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het bloed bestaat uit bloedplasma en bloedcellen. Het bloedplasma bestaat vooral uit
A
water
B
eiwitten
C
opgeloste voedingsstoffen,

Slide 1 - Quizvraag

Waar bestaat bloed uit? wat zit er in bloed?

Slide 2 - Open vraag

Rode bloedcellen
A
vervoeren zuurstof
B
zorgen voor stolling
C
bevatten fibrogeen
D
bestrijden ziekteverwekkers

Slide 3 - Quizvraag

Waar moet het bloed langsgaan?

Slide 4 - Woordweb

Basisstof 2: De bloedsomloop en het hart

Slide 5 - Tekstslide

Wat moet je kunnen?
Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies
Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies
Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt 

Slide 6 - Tekstslide

De kleine bloedsomloop
- Kleine bloedsomloop 

  • rechterkamer
  • longslagader
  • haarvaten in de longen
  • longader
  • linker boezem

zuurstofarm   zuurstofrijk

Slide 7 - Tekstslide

De grote bloedsomloop
- grote bloedsomloop 

  • linkerkamer
  • aorta
  • haarvaten in de organen
  • holle ader
  • rechterboezem

zuurstofarm   zuurstofrijk

Slide 8 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop

Slide 9 - Tekstslide

Het hart
Je ziet hier het buitenaangezicht van het hart.

Het hart = een holle spier

Om het hart lopen kransslagaders om zuurstof en voedingsstoffen aan het hart te geven.

Slide 10 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
Het bloed stroomt van het hart naar de longen en weer terug naar het hart.

Rood bloed bevat veel zuurstof. Blauw bloed bevat weinig zuurstof

Slide 11 - Tekstslide

Wat gebeurt er in elke hartfase?

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdrachten Thema 6 basisstof 2
opdrachten 9, 10, 12, 14, 15, 17 

Klaar? Bij mij laten controleren
Gecontroleerd? --> nakijken met nakijkboekje
Nagekeken? --> Schrijf de begrippen met betekenis op in je schrift.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de kleine bloedsomloop?
A
hart - alle organen - hart
B
hart - hersenen- hart
C
hart - longen - hart

Slide 14 - Quizvraag

Vanuit welke kamer wordt het bloed de grote bloedsomloop in gepompt?

Slide 15 - Open vraag