Oefentoets - Christendom

Oefentoets - Christendom
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets - Christendom

Slide 1 - Tekstslide

Uit welke religie komt het Christendom voort?
A
Islam
B
Jodendom
C
Boeddhisme
D
Humanisme

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een schisma?
A
Verlating van de kerk
B
Scheuring van de kerk
C
Verwaarlozing van de kerk
D
Verwijdering van de kerk

Slide 3 - Quizvraag

Een schisma is dus een scheuring in de kerk. We hebben het nu over de eerste en grote schisma in 1054.
Welke 2 groepen ontstonden er uit deze scheuring:

Slide 4 - Open vraag

Wat heb jij onthouden
over de reformatie/hervorming (2e scheuring)
Probeer het in 1 of 2 woorden
te typen. Het is niet erg als je het lastig vind!

Slide 5 - Woordweb

Welke 2 leiders ken jij die de beweging van de reformatie/hervorming tot stand brachten?
A
Priester en de Paus
B
Karel de 5e en Willem van Oranje
C
Calvijn en Luther
D
Godfried en Barbarossa

Slide 6 - Quizvraag

De drie belangrijkste stromingen (na alle scheuringen) zijn:
A
Orthodox - Hervormd - Presbyterianisme
B
Rooms-Katholiek - Baptist - Amish
C
Protestant - Orthodox - Apostolisch
D
Rooms-Katholiek - Protestant - Orthodox

Slide 7 - Quizvraag

Verzuiling betekent:
A
Dat mensen niet meer naar de kerk gaan, er niet meer bij willen horen
B
Dat mensen bij hun eigen geloof blijven; ze gaan naar dezelfde kerk, dezelfde school, dezelfde supermarkt
C
Dat mensen samen gaan bidden, uit de Bijbel gaan lezen en samen afspreken

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent ontzuiling?

Slide 9 - Open vraag

Welk geschrift is belangrijk in het Christendom?
A
Bijbel
B
Koran
C
Veda's
D
Tripitaki

Slide 10 - Quizvraag

Hoe heet het Oude Testament voor Joden
A
Thiera
B
Toendra
C
Tardra
D
Thora

Slide 11 - Quizvraag

Wie was een inspirerende persoon voor het Christendom en waarom?

Slide 12 - Open vraag

Het Nieuwe Testament bestaat uit verschillende boeken. Eén daarvan zijn de Evangelies.
Kan jij de vier evangelies benoemen?

Slide 13 - Open vraag

De Rooms-Katholieke kerk kent 7 sacramenten.
Kan jij ze benoemen?

Slide 14 - Open vraag

De Protestantse kerk kent 2 sacramenten.
Welke is het?
A
Huwelijk & Doopsel
B
Heilig Avondmaal & Huwelijk
C
Doopsel & Heilig Avondmaal
D
Doopsel & Vormsel

Slide 15 - Quizvraag

Wat vieren we met kerst?

Slide 16 - Open vraag

Bij het paasfeest staat de opstanding van Jezus centraal. Wat wordt daarmee bedoeld?

Slide 17 - Open vraag

Kan jij, naast Kerst en Pasen, nog een feestdag uit het Christendom benoemen?

Slide 18 - Open vraag

Welk symbool is heel belangrijk voor christenen?
A
Gebedskleed
B
Kruis
C
Maagd Maria
D
Menora

Slide 19 - Quizvraag

Fransiscus van Assisi is de allerbelangrijkste figuur in het Christendom
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 20 - Quizvraag

De Reformatie is de eerste scheuring binnen het Christendom
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

De Katholieke kerk heeft 2 sacramenten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Hemelvaart is een christelijk feest
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

De christelijke Bijbel bestaat uit het Oude Testament en het Nieuwe Testament
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Kerst wordt gevierd om de opstanding van Jezus te herdenken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Christenen geloven in meerdere goden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Calvijn en Luther zijn de belangrijkste hervormers tijdens de tweede scheuring (Hervorming)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Het Christendom is ontstaat uit de Islam en is over de gehele wereld verspreid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

De tweede schisma was in 1054.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Ontzuiling betekent dat mensen allemaal weer naar de kerk gaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag


A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag