6.1 Bloemen

1 / 18
volgende
Slide 1: Interactieve video met 1 slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:01-00:21
Hfd 6. Voortplanting bij planten en dieren
6.1 Bloemen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
6.1.1 Je kunt de delen van een bloem benoemen.
6.1.2 Je kunt de kenmerken en functies noemen van de delen van een bloem.


De meeste mensen vinden bloemen mooi en gebruiken ze als versiering. Ook doen mensen elkaar bloemen cadeau.





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Kijk deze video van 0:20-3:05
Bloemen
Bloemen zijn organen van zaadplanten. De plant gebruikt de bloemen voor de voortplanting. De functie van bloemen is dus voortplanten.

In een bloem vindt de bevruchting van de eicel plaats, die zich later in de vrucht tot een zaadje zal ontwikkelen. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hiernaast zie je een rozenknop. Het roze deel is de Bloemkroon en bestaat uit kroonbladeren: deze zijn vaak groot en opvallend gekleurd om insecten aan te trekken. 
Het groene deel is de bloemkelk en bestaat uit kelkbladeren. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de bloem

In de bloem zitten draadjes, die met de zwarte kopjes zijn de meeldraden. Tussen de meeldraden zit er eentje zonder zwart kopje, dat is de stamper.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bouw van een bloem
Bloemen kunnen er heel verschillend uitzien. Toch hebben de meeste bloemen dezelfde bouw. Hiernaast staan de delen van een bloem aangegeven. De bloemkelk bestaat uit kelkbladeren. De bloemkroon bestaat uit kroonbladeren. Bloemen hebben verschillende onderdelen. 
Zo heb je de bloemkroon, de bloemkelk en de voortplantingsorganen (meeldraden en stamper). 
Kelkbladeren
1
Kroonbladeren
2
Meeldraden
3
Stamper
3

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voortplantingsorganen van een plant
Meeldraden en stamper zijn voortplantingsorganen.
Een meeldraad is het mannelijk voortplantingsorgaan, in de meeldraad zit stuifmeel.
De  stamper is het vrouwelijke voortplantingsorgaan. De stamper wordt gevormd door:
  • een vruchtbeginsel
  • de stijl
  • de stempel

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie van de kelkbladeren
bescherming van de knop tegen uitdroging en kou

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie van de kroonbladeren
Kroonbladeren kunnen allerlei kleuren hebben.  Door de kleur vallen de bloemen op. Met de opvallende kleur lokt de bloem insecten.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet alle bloemen vallen op


Niet alle bloemen hebben opvallend gekleurde kroonbladeren. Hiernaast zie je de bloemen van gras. De bloemen van gras zijn klein en vallen niet op. Ook de bloemen van brandnetels zijn onopvallend.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meeldraden
Hiernaast zie je een bloem met meeldraden en een stamper. De meeldraden zijn de mannelijke voortplantingsorganen van een bloem. Boven aan een meeldraad zit een knop. Als de meeldraad rijp is, gaat deze knop open. In de knop zit stuifmeel. Stuifmeel bestaat uit heel veel kleine korrels. Dit zijn de stuifmeelkorrels.
Meeldraden maken stuifmeelkorrels. Stuifmeelkorrels zijn mannelijke voortplantingscellen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De stamper
In deze bloem zie je ook een stamper. De stempel vangt de stuifmeelkorrels op. De stijl verbindt de stempel met het vruchtbeginsel.
Hieronder zie je een doorsnede van het vruchtbeginsel. In het vruchtbeginsel zitten zaadbeginsels. In elk zaadbeginsel zit één eicel met een kern. Eicellen zijn vrouwelijke voortplantingscellen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloemen
  • Bloemkelk
  • Bloemkroon
  • Meeldraden
  • Stamper
  • Zaadbeginsel
11

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onthoud
1 Je kunt de delen van een bloem benoemen.
• Bloemen zijn organen van zaadplanten.
– De functie van de bloemen is zorgen voor de voortplanting.
• Delen van een bloem zijn:
– bloemkelk met kelkbladeren
– bloemkroon met kroonbladeren
– meeldraden
– stamper
• De stamper bestaat uit:
– stempel
– stijl
– vruchtbeginsel


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onthoud
2 Je kunt de kenmerken en functies noemen van de delen van een bloem.
• De bloemkelk met kelkbladeren.
– Kelkbladeren zijn meestal groen.
– Functie: ze beschermen de bloem in de knop tegen uitdroging en kou.
• De bloemkroon met kroonbladeren.
– Kroonbladeren zijn vaak felgekleurd.
– Functie: ze lokken insecten aan.
• De meeldraden zijn de mannelijke voortplantingsorganen van een bloem.
– Meeldraden maken stuifmeel.
– Stuifmeel bestaat uit stuifmeelkorrels.
• De stamper is het vrouwelijke voortplantingsorgaan van een bloem.
– Een stamper bestaat uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel.
– De stempel kan stuifmeelkorrels opvangen.
– In een vruchtbeginsel zitten zaadbeginsels.
– In elk zaadbeginsel zit één eicel.
• Stuifmeelkorrels en eicellen zijn voortplantingscellen.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk! BIO
Wat? 6.1 Bloemen - opdrachten 1 t/m 7
Waar? 1A: in het boek. 
1B:  In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Test Jezelf!

timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies