Week 25 Nederlands 3V2 formuleren en schrijven

Nederlands 3 VWO week 25
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands 3 VWO week 25

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij Nederlands

Het was fijn om jullie weer allemaal gezond en wel te zien!

Succes weer deze week! 
Groetjes, juf

Slide 2 - Tekstslide

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 3 - Tekstslide

Planning 15 juni t/m 19 juni 2020

  1. Vervolg lesstof formuleren hoofdstuk 1 herhalen.
  2. Herhaling incongruentie.
  3. Maken opdracht 3 op bladzijde 83.
  4. Blijf lekker lezen, denk ook aan je voorbereiding voor volgend jaar!
  5. Vlogboek. Nog niet iedereen heeft een vlogboek ingeleverd, doe dit nu z.s.m. Ik ga starten met beoordelen, geen vlogboek betekent een 1,1 op magister in periode 0.

Slide 4 - Tekstslide

Maar eerst...
even ontspannen met een goed boek!

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze week oefen je:
  • met incongruentie.

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling 
Vorige week hebben we de bedrijvende en de lijdende vorm van zinnen herhaald. Het heeft de voorkeur om actieve zinnen te gebruiken, de lezer weet dan meteen wie de handeling uitvoert. Weet je welke zinnen je zelf gebruikt in je geschreven teksten?

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg theorie
Op de volgende slide wordt incongruentie uitgelegd. 

Deze stof is eerder dit schooljaar behandeld. 

Aangezien het een onderwerp is waar je vaak mee te maken hebt bij lezen en schrijven, leek het mij zinvol om dit onderdeel te herhalen.

Slide 8 - Tekstslide

Incongruentie -1
Bij een enkelvoudig onderwerp hoort een enkelvoudige persoonsvorm en bij
een meervoudig onderwerp een meervoudige persoonsvorm. Dat heet congruentie. 

Als het getal (= enkelvoud of meervoud) van onderwerp en persoonsvorm ongelijk is, heet dat incongruentie; dat is fout. Incongruentie kan
op de volgende manieren ontstaan:

Slide 9 - Tekstslide

Incongruentie -2
– (De kern van) het onderwerp lijkt meervoudig, maar is enkelvoudig:

* Uit onderzoek blijkt dat het gros (kern v.h. ow; enkelvoud) van de burgers (meervoud) niet uit de Europese Unie willen (meervoud).
(Het teken * betekent: niet correct / ongrammaticaal)

In dit geval is de goede zin: het gros van de burgers wil....

Slide 10 - Tekstslide

Incongruentie -3
De persoonsvorm en het onderwerp staan ver uit elkaar en daartussen staan andere zinsdelen met een ander getal dan het onderwerp:

* In het rapport schrijft Amnesty dat de Chinese overheid (kern v.h. ow; enkelvoud) met haar corrupte politieambtenaren nog veel politieke tegenstanders onder erbarmelijke omstandigheden in gevangenissen vasthouden (pv: meervoud).  

Slide 11 - Tekstslide

Incongruentie -4
Een meewerkend voorwerp wordt ten onrechte voor het onderwerp
aangezien:

* Toen de bus in de modderstroom was gestrand, werden alle inzittenden (meewerkend voorwerp) verzocht <het voertuig te verlaten (onderwerp)>.
(Aan de inzittenden (meewerkend voorwerp) wordt <dat(ow)> verzocht.)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Maken

Opdracht 3 op bladzijde 83

Slide 15 - Tekstslide

Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

Wat is incongruentie en in welke situaties kan er sprake zijn van incongruentie?

Slide 16 - Tekstslide

Inleveren huiswerk
LessonUp of per mail: tmn@rijswijkslyceum.nl




Slide 17 - Tekstslide

Inleveren huiswerk

Slide 18 - Open vraag

Inleveren huiswerk

Slide 19 - Open vraag

Nakijken huiswerk (zie eind van de les)

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 1 bladzijde 82
1 bedrijvende vorm
2 lijdende vorm
3 bedrijvende vorm (ng)
4 lijdende vorm
5 bedrijvende vorm

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 2 bladzijde 82
2 De aanmeldingsprocedure voor het hbo is pas veranderd.
3 De man die door de chef op diefstal was betrapt, moest bij de directeur komen.
4 De soep wordt al opgediend.
6 In deze wijk wordt een prachtig plantsoen aangelegd.


Slide 22 - Tekstslide

Weektaak 25 afgerond

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide