Bijvoeglijk Naamwoord - Opdrachten

Español A1/A2 
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Español A1/A2 

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer?
Het bezittelijk voornaamwoord en bijvoeglijk voornaamwoord in het Spaans herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord

Geeft aan van wie iets is, bijvoorbeeld:
mijn fiets
jouw kat
hun huis
onze tuin

Slide 3 - Tekstslide

Lees de tekst en vul het schema in

Slide 4 - Tekstslide

EV + M
EV + V
MV + M
MV + V
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Onze
Jullie
Hun

Slide 5 - Tekstslide

Unos ejemplos
Marta es mi hermana.
Juan y Pedro son mis hermanos.
Es vuestra casa.
Son vuestros coches.
Es su gato.
Son sus perros.
Es tu bicicleta.

Slide 6 - Tekstslide

¡Practicamos!

Slide 7 - Tekstslide

Mi/mis abuelos tienen 90 años.
A
Mi
B
Mis

Slide 8 - Quizvraag

Nuestros/nuestras hijos son timidos.
A
Nuestros
B
nuestras

Slide 9 - Quizvraag

Tengo una hija. Su/tu nombre es Laura.
A
Su
B
Tu

Slide 10 - Quizvraag

Ahora es vuestro/vuestra problema.
A
vuestro
B
vuestra

Slide 11 - Quizvraag

Me gustan mucho tu/tus gafas de sol.
A
tu
B
tus

Slide 12 - Quizvraag

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:

Es (mijn) casa.

Slide 13 - Open vraag

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:

Son (jouw) libros

Slide 14 - Open vraag

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:

Es (jullie) madre.

Slide 15 - Open vraag

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:

Son (hun) zapatos.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Bijvoeglijk naamwoord Spaans

Slide 21 - Tekstslide

Wat is/doet een bijvoegelijk
naamwoord?
Of geef een voorbeeld..

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Singular 
La iglesia antigua
El libro interesante
La película (film) interesante
La playa bonita
El aeropuerto moderno
El chico feo
El hotel caro 
La casa grande


Plural 
Las iglesias antiguas
Los libros interesantes
Las películas interesantes
Las playas bonitas
Los aeropuertos modernos 
Los chicos feos 
Los hoteles caros
Las casas grandes

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'bonito' bij 'La casa'
A
bonito
B
bonitos
C
bonita
D
bonitas

Slide 30 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'alto' bij 'Los chicos'
A
altos
B
alta
C
altas
D
alto

Slide 31 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'grande' bij 'La mesa'
A
grand
B
grande
C
grandes
D
granda

Slide 32 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord can 'simpático' bij 'Las chicas'
A
simpática
B
simpáticos
C
simpáticas
D
simpático

Slide 33 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'azul' (blauw) bij 'La bicicleta'
A
azulo
B
azula
C
azule
D
azul

Slide 34 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'moderno' bij 'El hotel'
A
moderno
B
modernos
C
moderna
D
mordernas

Slide 35 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'divertido' bij 'El chico'
A
divertida
B
divertide
C
divertido
D
divertidi

Slide 36 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'ancho' bij 'La playa'
A
ancho
B
ancha
C
anchos
D
anchas

Slide 37 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'simpático' bij 'Los estudiantes'
A
simpáticas
B
simpáticos
C
simpáticas
D
simpático

Slide 38 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'verde' bij 'La hierba'
A
verda
B
verdo
C
verde
D
verdi

Slide 39 - Quizvraag

Hoeveel had je er goed?
A
0-6
B
6-8
C
9-10
D
11-12

Slide 40 - Quizvraag

Wat is in deze zin het bijvoeglijk naamwoord?
una chica bonita
A
una
B
chica
C
bonita

Slide 41 - Quizvraag

Wat is in deze zin het bijvoeglijk naamwoord?
Mi hermana es muy atenta
A
hermana
B
es
C
mi
D
atenta

Slide 42 - Quizvraag

Wat is in deze zin het bijvoeglijk naamwoord?
La casa es grande
A
casa
B
es
C
la
D
grande

Slide 43 - Quizvraag

Wat is in deze zin het bijvoeglijk naamwoord?
Mi padre es alegre
A
mi
B
padre
C
es
D
alegre

Slide 44 - Quizvraag

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Un chico listo --> una chica ...
A
listos
B
listas
C
lista
D
listo

Slide 45 - Quizvraag

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Un chico creativo --> una chica ...

Slide 46 - Open vraag

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Una hermana simpática --> un hermano ...

Slide 47 - Open vraag

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Unos chicos honestos --> unas chicas ...

Slide 48 - Open vraag

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
El chico trabajador --> la chica ...

Slide 49 - Open vraag

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Los chicos trabajadores --> las chicas ...

Slide 50 - Open vraag

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
El profesor paciente --> la profesora ...

Slide 51 - Open vraag

Zet de hele zin in het meervoud.
Un amigo tímido

Slide 52 - Open vraag

Zet de hele zin in het meervoud.
La amiga tranquila

Slide 53 - Open vraag

Zet de hele zin in het meervoud.
la señora lista

Slide 54 - Open vraag

Zet de hele zin in het enkelvoud.
los chicos graciosos

Slide 55 - Open vraag