11.3 - Zwangerschap en geboorte

11.3 - Zwangerschap
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

11.3 - Zwangerschap

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- In stilte werken (10 min)
- Quiz over 11.1 - menstruatie (5 min)
- Uitleg over 11.3 - Zwangerschap (10 min)
- Zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

Fluisterend werken (10 min)
- Nakijken 11.1 - opdracht 22 t/m 28
vragen stellen aan elkaar, daarna aan mij
Begrijp je de hormonen?
Klaar? 
Tabel invullen van bord links
- Lezen blz. 139 t/m 141
- Maken opdracht 1 t/m 11
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

4 hormonen
2 follikel (in de eierstok):
oestrogeen 
progesteron

2 hypofyse (in het brein):
FSH en LH

Slide 4 - Tekstslide


Wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
Ovulatie
B
Innesteling
C
Menstruatie
D
Bevalling

Slide 5 - Quizvraag

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 6 - Quizvraag

Iris had op 3 maart haar eerste dag van de menstruatie. Op welke dag zal haar eerstvolgende eisprong vermoedelijk zijn?
A
14 maart
B
17 maart
C
24 maart
D
31 maart

Slide 7 - Quizvraag

Wat gebeurt er als een man oestrogeen inneemt?
A
Zijn stem wordt hoger
B
Hij krijgt meer okselhaar
C
Zijn stem wordt lager
D
Hij krijgt borsten

Slide 8 - Quizvraag

Wat doen progesteron en oestrogeen NIET?
A
Zorgen voor groei van het baarmoederslijmvlies
B
Ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken
C
Remmen van productie FSH
D
Zorgen voor de rijping van een follikel

Slide 9 - Quizvraag

Progesteron remt ...... en stimuleert......
A
FSH en LH, verdikking baarmoederslijmvlies
B
FSH, LH
C
LH, oestrogeen
D
verdikking baarmoederslijmvlies, LH

Slide 10 - Quizvraag

Welk hormoon zorgt ervoor dat eicellen rijpen?
A
FSH
B
oestrogeen
C
LH
D
progesteron

Slide 11 - Quizvraag

11.3 - Zwangerschap

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Na innesteling

Het embryo neemt zuurstof en voedingstoffen uit het baarmoederslijmvlies via de uitstulpingen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Vruchtvliezen en vruchtwater
  • Vruchtvliezen liggen om het embryo heen. 
  • In de vruchtvliezen bevindt zich het vruchtwater.

Slide 16 - Tekstslide

Waarvoor dient de placenta?

Slide 17 - Tekstslide

Vorming van placenta
Bestaat uit weefsels van moeder en van het embryo.

Zuurstof + voedingstof naar de embryo

Koolstofdioxide + afvalstoffen naar de moeder

Maar ook ziekteverwekkers, alcohol, nicotine

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Placenta en navelstreng
Het embryo is door de navelstreng verbonden met de placenta.

In de placenta:
  • Zuurstof en voedingsstoffen van moeder 
      naar het embryo
  • Afvalstoffen van het embryo naar 
      de moeder

Slide 20 - Tekstslide

Waaruit bestaat de navelstreng?

Slide 21 - Tekstslide

Navelstreng
Navelstrengslagader: zuurstofarm.
Navelstrengaders: zuurstofrijk

Slide 22 - Tekstslide

Foetus
Na 3 maanden => foetus
- Dan zijn alle organen ontstaan

Bij zowel embryo als een foetus werken de hersenen, spieren, hart en bloedvaten al.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

zelfstandig werken (10 min)
lezen blz. 139 t/m 141
maken opdracht 1 t/m 11

                                            Proefwerk bekijken, punten tellen, vragen stellen
timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

11.3 - Geboorte

Slide 27 - Tekstslide

programma
- in stilte werken (10 min)
- uitleg 11.3 - De geboorte en tweelingen (10 min)
- huiswerk afmaken
- filmpje Dennis en Valerio bevallen (5 min)

Slide 28 - Tekstslide

in stilte werken (10 min)
- nakijken 11.3 - 1 t/m 11
Klaar? 
- lezen blz. 141 t/m 143
- maken opdrachten 17 t/m 23

                                            Proefwerk bekijken, punten tellen, vragen stellen
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Waaruit bestaat de navelstreng?

Slide 30 - Tekstslide

Navelstreng
Navelstrengslagader: zuurstofarm.
Navelstrengaders: zuurstofrijk

Slide 31 - Tekstslide

3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:

- De ontsluiting
- De uitdrijving
- De nageboorte

Slide 32 - Tekstslide

De ontsluiting
  • De bevalling begint met weeën
  • Weeën zijn samentrekkingen van de baarmoederwand. 
  • Door de weeën wordt de onderkant van de baarmoeder wijder.

  • Dat heet ontsluiting.
  • Tijdens de ontsluiting breken de vruchtvliezen. 

Slide 33 - Tekstslide

De uitdrijving
De weeën worden steeds krachtiger. 
De spieren in de buikwand gaan zich nu ook samentrekken. 
Door de persweeën wordt het kindje naar buiten geperst. 
Dit heet uitdrijving.
De uitdrijving kan een paar seconden duren, maar ook een paar uur. 

Slide 34 - Tekstslide

Bij de baby
  • Eerst worden restjes slijm uit de mond van de baby gehaald zodat hij/zij goed kan ademhalen. 
  • Dan wordt de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt. 
  • De baby begint meteen te huilen. Dat is prima! dan is de ademhaling goed op gang gekomen. 

Slide 35 - Tekstslide

Fase 3: de nageboorte
Er moeten nog 3 delen uitgedreven worden. 
de placenta - de vruchtvliezen - de rest van de navelstreng
Dit noemen we de nageboorte.
Deze komt ongeveer 15 minuten na de geboorte van het kindje. 

Slide 36 - Tekstslide

Nageboorte

Slide 37 - Tekstslide

De navelstreng
Het restje van de navelstreng droogt uit. 
Hierdoor ontstaat bij het kind een litteken op de buik. 
Dit is de navel.

Slide 38 - Tekstslide

normale ligging
(hoofdje komt eerst) 

stuitligging
(bil of voetjes van baby komen eerst) 

Slide 39 - Tekstslide

Tweelingen

twee-eiige tweeling
eeneiige tweeling

Slide 40 - Tekstslide

Tweelingen

Slide 41 - Tekstslide

huiswerk 
- lezen blz. 141 t/m 143
- maken opdrachten 17 t/m 23

Slide 42 - Tekstslide

Dennis en Valerio
https://www.youtube.com/watch?v=ZlsPXpR2ORU&t=422s

Slide 43 - Tekstslide

De menstruatie wordt geregeld door hormonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quizvraag

Wanneer is een vrouw het meest vruchtbaar?
A
Vlak na de menstruatie
B
Vlak voor de menstruatie
C
Vlak na de eisprong
D
Vlak voor de eisprong

Slide 45 - Quizvraag

In welk orgaan worden de eicellen rijp?
A
Eileiders
B
Eierstokken
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 46 - Quizvraag

Feit
Fictie
Meisjes worden geboren met al hun eicellen
Alle gezonde vrouwen hebben een menstruatiecyclus
Menstruatiebloed bevat een eicel 
Duur van menstruatiecyclus wisselt per persoon
Gemiddelde leeftijd voor 1e menstruatie is 11 jaar.

Slide 47 - Sleepvraag

Gevoelig voor prikkels.
Hier vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.
Hier vindt de ontwikkeling van het ongeboren kind plaats.
Hier komt het sperma bij de geslachtsgemeenschap.
Vervoeren van eicellen.
Vormen slijm waardoor de toegang tot de vagina gladder wordt.
Elk orgaan van het vrouwelijke voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.
Kies bij elke taak het juiste orgaan.
eierstokken
binnenste schaamlippen
baarmoeder
clitoris
eileiders
vagina

Slide 48 - Sleepvraag

Vindt bij een zwangere vrouw menstruatie plaats?
A
Nee
B
Ja
C
D

Slide 49 - Quizvraag

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja
B
nee

Slide 50 - Quizvraag