Lorentzkracht quiz

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Een magnetische veldlijn begint bij
A
een noordpool
B
een zuidpool
C
heeft geen begin
D
bewegende lading

Slide 2 - Quizvraag

De Lorentzkracht is de kracht van het magneetveld op een
A
noordpool
B
zuidpool
C
positief geladen deeltje
D
bewegend geladen deeltje

Slide 3 - Quizvraag

Naar welke kant staat de lorentzkracht die werkt op draad RS?
A
Naar links
B
Naar rechts
C
Naar boven
D
Naar beneden

Slide 4 - Quizvraag

In welke van deze situaties is er geen Lorentzkracht?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 5 - Quizvraag


De Lorentzkracht op het elektron is correct getekend in 
A
a
B
b

Slide 6 - Quizvraag

Als de Lorentzkracht op de 'onderkant' omlaag is, dan is P
A
De minpool (-)
B
De pluspool (+)

Slide 7 - Quizvraag

Hiernaast twee voorwerpen A en B waarin een staande golf is ontstaan.
I. Toon A trilt in zijn 3e boventoon.
II. Toon B trilt in zijn grondtoon.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 8 - Quizvraag

Hieronder 2 stellingen:
I. De frequentie van de 2e boventoon bij een ingeklemde snaar is 3 x zo hoog als de grondtoon.
II. De frequentie van de 2e boventoon bij een half-open buis is 5 x zo hoog als de grondtoon.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 9 - Quizvraag

Lucht in een aan twee kanten open buis van 36 cm trilt met een golflengte van 24 cm. Dit is de ..
A
grondtoon
B
1e boventoon
C
2e boventoon
D
3e boventoon

Slide 10 - Quizvraag

Zie de twee spoelen A en B hiernaast, aangesloten op de aangegeven spanning.

I. Spoel B heeft de zuidpool aan de linkerkant.
II. De twee spoelen stoten elkaar af.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 11 - Quizvraag

Fola sluit een toongenerator aan op een
oscilloscoop. Ze stelt de oscilloscoop in
op 0,5 ms/div.
Wat is de trillingstijd in ms?
A
T = 0,5 x 2 = 1 ms
B
T = 0,5 x 3 = 1,5 ms
C
T = 0,5 x 4 = 2 ms
D
T = 0,5 x 10 = 5 ms

Slide 12 - Quizvraag

Zie de stroomdraad hiernaast. Op twee manieren is de richting van het magneetveld B aangegeven.

I. De blauwe pijl geeft de goede richting aan.
II. Het rode puntje en kruisje geven de goede richting aan.
A
Stelling I is juist
B
Stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Bij de spoel hiernaast geldt...
A
Het veld (in de spoel) loopt naar links, bij A zit de + van de batterij.
B
Het veld (in de spoel) loopt naar rechts, bij A zit de + van de batterij.
C
Het veld (in de spoel) loopt naar links, bij B zit de + van de batterij.
D
Het veld (in de spoel) loopt naar rechts, bij B zit de + van de batterij.

Slide 14 - Quizvraag

Een stroomdraad hangt in een magneetveld als hiernaast afgebeeld, en kan naar links of rechts scharnieren.
Als de schakelaar wordt gesloten geldt het volgende:
A
De rode kant is de noordpool en de draad scharniert naar links.
B
De rode kant is de zuidpool en de draad scharniert naar links.
C
De rode kant is de noordpool en de draad scharniert naar rechts.
D
De rode kant is de zuidpool en de draad scharniert naar rechts.

Slide 15 - Quizvraag