Weihnachts Quiz

Weihnachtsquiz
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Weihnachtsquiz

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


Wie viele Socken hast du auf dem Foto gesehen?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Thema: Deutschkenntnisse

Slide 5 - Tekstslide

Wer ist kein Deutscher/ keine Deutsche?

A
Heidi Klum
B
Angela Merkel
C
Rudi Carell
D
Arnold Schwarzenegger

Slide 6 - Quizvraag

Wie viele Bundesländer hat die Bundesrepublik Deutschland?

Slide 7 - Open vraag

Die Zeit vor Weihnachten heißt ...
A
Heiligabend
B
Advent
C
Weihnachten
D
Nikolaus

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Sinds wanneer hangen mensen kerstballen in de kerstboom?
A
Sinds midden van de 18de eeuw
B
Sinds midden van de 19de eeuw
C
Sinds het einde van de 18de eeuw
D
Sinds het einde van de 19de eeuw

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Wanneer wordt de kerstboom in Duitsland meestal opgetuigd?
A
In de middag van 23 december
B
In de middag van 24 december
C
In de middag van 22 december
D
In de middag van 25 december

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Wanneer krijgen de kinderen in Duitsland hun kerstcadeaus?
A
am 24. Dezember, abends
B
am 25. Dezember, morgens
C
am 25. Dezember, abends
D
am 26. Dezember, morgens

Slide 14 - Quizvraag

Wie viele Fenster (raampjes) hat ein Adventskalender?
A
12
B
20
C
24
D
4

Slide 15 - Quizvraag

Wie viele Kerzen (kaarsen) brennen zu Weihnachten auf einem Adventskranz?
A
24
B
4
C
20
D
12

Slide 16 - Quizvraag

Wähle die richtige Kombination
Weihnachtsbaum
Weihnachtskugel
die Geschenken
der Weihnachtsmann
Kerzen
Schnee

Slide 17 - Sleepvraag

Plätzchen und so: maak de juiste combinatie
Krapfen
Stollen
Weihnachtskipferl
Linzer Plätzchen
Spekulatius
Zimtsterne

Slide 18 - Sleepvraag

Aus welchem Land kommt das Lied Stille Nacht, heilige Nacht?
A
Deutschland
B
Österreich
C
die Schweiz
D
die Niederlande

Slide 19 - Quizvraag

In wie viele Sprachen ist das Lied 'Stille Nacht, heilige Nacht' übersetzt (vertaald)?
A
50
B
100
C
500
D
300

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Was bedeutet:
der See
A
het meer
B
de zee
C
het strand

Slide 22 - Quizvraag

Was ist die Flagge von Deutschland?
A
B
C
D

Slide 23 - Quizvraag

Was ist keine Deutsche Marke?
A
B
C
D

Slide 24 - Quizvraag

Wieviel größer ist Deutschland als die Niederlande?
A
6,3 Mal
B
3 Mal
C
10 Mal
D
8,7 Mal

Slide 25 - Quizvraag

Was bedeutet: DDR?

Slide 26 - Open vraag

Thema: Sport

Slide 27 - Tekstslide

Welches Stadion gehört zu Bayern München?
A
B
C
D

Slide 28 - Quizvraag

Thema: Musik

Slide 29 - Tekstslide

Zuerst mal schauen, 
ob du die deutsche Sprache erkennst

Slide 30 - Tekstslide


Gleich hörst du einige Lieder. Welches Wort hörst du zuletzt,  bevor die Musik aufhörst?

Slide 31 - Tekstslide

1

Slide 32 - Video

02:11
Was ist dat letzte Wort, das du hörst?
A
Frei
B
Zwei
C
Atemlos
D
Nacht

Slide 33 - Quizvraag

1

Slide 34 - Video

01:37
Was ist dat letzte Wort?
A
immala
B
in mar La
C
dacht
D
lacht

Slide 35 - Quizvraag

Hoe zeg je kerst in het Duits?
A
Weihnachten
B
Christenfest
C
Advent
D
Winterfest

Slide 36 - Quizvraag

Wat zie je veel in Duitsland voorafgaand aan kerst?
A
Kerstdorpen
B
Kerstmarkten
C
Kerstspelen
D
Kerstboomveilingen

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Wat wordt er hoofdzakelijk op kerstmarkten verkocht?
A
Bratwurst, Weißwein, Weihnachtsbäume
B
Bratwurst, Rotwein, Weihnachtsschmuck
C
Bratwurst, Glühwein, Handarbeiten
D
Bratwurst, Schokolade, Weihnachtsbäume

Slide 39 - Quizvraag

Wanneer krijgen de kinderen in Duitsland hun cadeautjes?
A
24. Dezember am Abend
B
25. Dezember am Morgen
C
25. Dezember am Abend
D
26. Dezember am Morgen

Slide 40 - Quizvraag

Wat is ook alweer met kerst gevierd?
A
De geboorte van Jezus Christus
B
De sterfdag van Jezus Christus
C
De heiligverklaring van Jezus Christus
D
De trouwdag van Jezus Christus

Slide 41 - Quizvraag

Wanneer gaan de eerste kerstmarkten normaal gesproken open?
A
eind oktober
B
eind dezember
C
eind september
D
eind november

Slide 42 - Quizvraag

Hoeveel bezoekers trekt de kerstmarkt in Aachen jaarlijks? (ongeveer)
A
1.000.000
B
1.250.000
C
1.500.000
D
2.000.000

Slide 43 - Quizvraag

Wanneer gaan de meeste kerstmarkten dicht?
A
eind december
B
eind januari
C
kort voor 24 december
D
eind februari

Slide 44 - Quizvraag

Wat is een "Weihnachtskugel"?
A
Een bolletje kerst-ijs
B
Een kerstbal
C
Een kerstkrans
D
Een kerst handwerkje

Slide 45 - Quizvraag

Wat is een typisch kerstgerecht in Duitsland?
A
Kerst-aardappelen
B
Kerst-rundsvlees
C
Kerst-gans
D
Kerst-groeten

Slide 46 - Quizvraag

Wat hadden de drie koningen bij zich toen ze Jezus na zijn geboorte bezochten?
A
goud, geld en eten
B
goud, wierrook en mirre
C
wierrook, een ezel en geld
D
wierrook, geld en tabak

Slide 47 - Quizvraag

Slide 48 - Tekstslide