Unité 3 décrire un objet - décrire une personne

Bonjour!
Bonjour!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!
Bonjour!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H2A
Emma
Yara
Tom
levi
Kaya
Dex 
Tcivor
Liselotte
Yenthe
Quinty
Tess
Justi W
Viggo
Levi S
Mink
Ruben
JustinH
Noah
David
Mitchell
Manuel
Joanh
Kay
Finn
Sryanne
Benjami
Alexia
Docent

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoel:
Je kunt een voorwerp beschrijven .

lesplanning:
Parler - ex 21 
- korte schrijfopdracht
-ex 24-25-26 maken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijv.nw. kun je bedenken om een voorwerp te beschrijven?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het voorwerp is vierkant en licht. =
A
L'objet est carré et durable.
B
L'objet es carré et léger.
C
L'objet est carré et clair.
D
L'objet est carré et léger.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf de tafel in het Frans.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De zonnebril is zwart en van metaal. =
A
Les lunettes de soleil sont noires et en métal.
B
Les lunettes de soleil sont noirs et en métal.
C
Les lunettes de soleil sont noires et en bois.
D
Les lunettes de soleil sont noirs et en verre.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het horloge is groen en van plastic. =

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De jurk is blauw en van stof. =
A
La jupe est bleue et en tissu.
B
La robe est bleue et en tissu.
C
La robe est bleu et en tissu.
D
La jupe est bleu et en tissu.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Décrire un objet
c'est un objet - het is een object
un truc - een ding
un animal - een dier
une personne - een persoon



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Au travail!
1. D'abord, tu choisis 2 photos des objets sur Internet.
2. Après, tu colles (= plakt) les 2 photos dans un message sur Teams à la prof.
3. Finalement, tu fais la description des 2 objets en dessous de la photo dans le message. Tu fais au moins 3 phrases courtes (vorm, kleur, materiaal, gewicht, etc.) par photo et tu envoies (= stuurt) le message à la prof. Au total: 6 phrases!!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

écrire
ex 24: het meervoud van zelfstandige naamwoorden:
bijzondere gevallen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

enkelvoud
meervoud
enkelvoud
eindigt op:
meervoud
eindigt op:
le bus
les bus
-s
-s
le prix
les prix
-x
-x
le cadeau
les cadeaux
-eau
-eaux
le cheveu
les cheveux
-eu
-eux
l'animal
les animaux
-al
-aux
Het zelfstandig naamwoord: enkelvoud/meervoud

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het bezittelijk voornaamwoord

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bezittelijke voornaamwoorden!
ex 25 gaat over de bezittelijke voornaamwoorden!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zijn boek
A
son livre
B
sa livre

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hun boeken
A
leur livre
B
vos livres
C
leurs livres
D
mon livre

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(jouw) boeken
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Haar fiets vertaal je met
A
sa vélo
B
son vélo
C
ses vélo
D
ses vélos

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

décrire une personne
voorbereiding: ex 24-25-26

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Objectifs d'apprentissage
> Ik kan een persoon beschrijven
& de beschrijving begrijpen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:29
Qui est-ce ?
A
Jeanne
B
Gaëlle
C
Pauline
D
Fred

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:54
Qui est-ce ?
A
Fred
B
Jean
C
Noémie
D
Bertrand

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:18
Qui est-ce ?
A
Clémence
B
Justine
C
Patricia
D
Marie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:41
Wat is: "Les cheveux"
A
De ogen
B
Het haar
C
De kleren
D
De armen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:41
Wat les: "Les yeux"
A
De ogen
B
Het haar
C
De mond
D
De benen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:46
Hoe zeg je
"Wie is het"?
A
Qu'est-ce que c'est ?
B
Quand ?
C
Il est ?
D
Qui est-ce ?

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Décrire une personne dans la classe
  • Bekijk de leerling
  • Maak min. 4 zinnen in het Frans
  • Maak evt. gebruik van www.interglot.com
timer
5:00

Slide 32 - Tekstslide

Websites met plaatjes:
https://fr.islcollective.com/francais-fle-fiches-pedagogiques/vocabulaire/decrire-des-personnes/le-portrait-jeu-qui-est-ce/113565

Tekenfiguren:
https://static.ccm2.net/scrib-files/10586624.pdf

Monsters:
http://ekladata.com/9n1z3wmkR-PlhlHdlzN1WSY7KSk.jpg