Les 3 Waterwinning en watergebruik in Nederland

Waterwinning en watergebruik in Nederland 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Waterwinning en watergebruik in Nederland 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de zon het water in de zeeën, meren en rivieren verwarmt en laat verdampen, en hoe de waterdamp weer verandert in waterdruppels in de koude lucht.
  • Je kunt uitleggen hoe de neerslag op verschillende manieren terugstroomt naar de zee, en hoe sommige planten en bomen water opnemen uit de grond en weer afgeven aan de lucht.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen grondwater en oppervlaktewater, en welke bronnen van drinkwater er in Nederland zijn.
  • Je kunt uitleggen hoe het water wordt gezuiverd en behandeld voordat het naar de waterleiding gaat, en waarom dat nodig is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe water over de aarde beweegt
Water: veranderende vorm en plaats --> waterkringloop. 
Zon heeft belangrijke rol: verwarmt zeeën, meren en rivieren. Water verdampt --> waterdamp --> stijgt op naar koude lucht --> verandert weer in waterdruppels --> ontstaan wolken --> door wind naar land geblazen --> neerslag als regen, hagel of sneeuw.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang douch jij elke dag?
Minder dan 5 min
5 - 10 min
10- 15 min
Langer dan 15 min

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel liter water verbruikt een Nederlander gemiddeld per dag?
A
Minder dan 50 liter
B
50 - 100 liter
C
100 -150 liter
D
Meer dan 150 liter

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat de neerslag terug naar de zee?
• Op verschillende manieren:
  • Deel stroomt over land naar rivieren en meren. 
  • Ander deel zakt in grond en wordt grondwater. 
  • Grondwater stroomt ook naar rivieren en meren, maar heel langzaam. 
  • Sommige planten en bomen nemen water op uit de grond en geven het weer af aan de lucht. Dit heet transpiratie. Samen met de verdamping van het water aan het oppervlak heet dit evapotranspiratie. Zo komt er weer waterdamp in de lucht en begint de waterkringloop opnieuw.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examenvraag 

Slide 9 - Tekstslide

maximumscore 2
• Menselijke oorzaak: de mens pompt (te veel) water op 1
• Beschrijving: door het oppompen slinkt de zoetwaterzak onder de duinen waardoor het zoute water kan opdringen 1
of:
• Menselijke oorzaak: het versterkte broeikaseffect leidt tot
zeespiegelstijging 1
• Beschrijving: Als het verschil tussen de zeespiegel en het daar achterliggende grondwaterpeil van het land groter wordt, zal meer zoute kwel ontstaan in de kustzone 1

Welke groepen gebruiken water in Nederland

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf op per groep/sector waarvoor ze water gebruiken.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Industrie
Koelwater 
= water dat gebruikt wordt om stoom weer af te koelen 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Industrie 
Proceswater 
= tijdens het proces in de fabriek wordt water gebruikt om een product te maken. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landbouw 
Irrigatie 
= het kunstmatig nathouden of natmaken van akkers en gewassen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wij 
Maar deze kennen we al heel goed. 

Toename:
- bevolkingsgroei 
- welvaart 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan t werk! 
Lezen § 6
Maken opdrachten of test je zelf. 
Klaar? Leren voor So! 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn drie manieren van waterwinning 

Waar komt jou water vandaan? 
1. grondwater 
2. oppervlakte 
3.duinen 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten drinkwater 
De prijs van ons water
Oppervlakte water is duurder. Waarom? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondwater
  • Groot gedeelte van Nederland bestaat uit zandgrond
  • Zand filtert water heel goed -> Goede doorlaatbaarheid 
  • Regenwater wordt gefilterd door het zand 
-> Het vuil blijft achter.
-> het wordt vervolgens opgepompt.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlaktewater
  • Oppervlaktewater = het water dat je kunt zien liggen. Nederland bestaat voor een vijfde deel uit oppervlaktewater. Er is oppervlaktewater dat door de mens is gemaakt, zoals kanalen, sloten, plassen, vijvers en grachten.

  • Water wordt gefilterd en schoongemaakt tot drinkwater

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duinen
  • Duinwater wordt gemengd met oppervlakte water.
  • Via andere meren en rivieren wordt het naar de duinen gepompt en daar wordt het gefilterd/ schoongemaakt.
  • Zoetwaterzak onder de duin moet op niveau blijven (niet te klein worden).

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterwinning uit de duinen -> zoetwaterzakken

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord de examenvraag 

Slide 25 - Tekstslide

maximumscore 2
• Menselijke oorzaak: de mens pompt (te veel) water op 1
• Beschrijving: door het oppompen slinkt de zoetwaterzak onder de duinen waardoor het zoute water kan opdringen 1
of:
• Menselijke oorzaak: het versterkte broeikaseffect leidt tot
zeespiegelstijging 1
• Beschrijving: Als het verschil tussen de zeespiegel en het daar achterliggende grondwaterpeil van het land groter wordt, zal meer zoute kwel ontstaan in de kustzone 1

Hoe goed ken je het nu? 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben waterbesparende maatregelen thuis weinig invloed op het totaal?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

'Brak' water is...
A
Zout water
B
Zoet water
C
Water tussen zout en zoet water in
D
Water met een kater

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is grijs water?
A
zwaar vervuild water
B
licht vervuild water
C
normaal water
D
helder water

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom worden energiecentrales vaak gebouwd naast een rivier?
A
Koelwater aanwezig
B
Wonen weinig mensen in de buurt
C
Is toeval
D
Bluswater aanwezig

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt het met het water van een rioolwaterzuiveringsinstallatie?
A
Hier wordt drinkwater van gemaakt
B
Het water wordt geloosd op het oppervlaktewater
C
Het wordt gebruikt als koelwater
D
Het wordt gebruikt als proceswater

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm van irrigatie zien we hier?
A
Oppervlakte-irrigatie
B
Beregening
C
Druppel irrigatie
D
Geen irrigatie

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Beregening
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bedoelen ze met je watervoetafdruk?
A
hoeveelheid water dat je per dag gebruikt
B
het huishoudelijke watergebruik
C
het industrieel watergebruik

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het diagram zie je het watergebruik van Nederlanders per persoon per dag. Achter een aantal kleuren in de legenda is het watergebruik vervangen door de letters P, Q en R.

Waar staat het juiste watergebruik bij de letters uit de legenda van het diagram?
A
P= douche Q = wastafel R= wasmachine
B
P = douche Q = wasmachine R = wastafel
C
P = wasmachine Q = wastafel R = douche
D
P = wastafel Q = douche R = wasmachine

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goedkoopste manier van drinkwaterwinning?
A
Oppervlaktewater
B
Regenwater
C
Grondwater

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies