H10.5 ongeslachtelijke voortplanting

8.4 Voortplanting
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

8.4 Voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

In welk deel van de bloem worden eicellen gemaakt?
A
In de meeldraad
B
In de stamper
C
In de kroonbladeren
D
In de kelkbladeren

Slide 2 - Quizvraag

Uit welke twee delen bestaat een meeldraad?
A
Uit een stempel en vruchtbeginsel
B
Uit een helmknop en stijl
C
Uit een helmknop en helmdraad
D
Uit een stempel en stijl

Slide 3 - Quizvraag

Welke bewering is juist?
A
Kroonbladeren zijn vaak fel gekleurd
B
Kelkbladeren zijn vaak fel gekleurd
C
Kroonbladeren beschermen de bloem in knop
D
Kelkbladeren lokken insecten

Slide 4 - Quizvraag

In het vruchtbeginsel zitten acht zaadbeginsels.
Elk zaadbeginsel bevat
A
1 eicel
B
1 stuifmeelkorrel
C
8 eicellen
D
8 stuifmeelkorrels

Slide 5 - Quizvraag

H10.4 en 10.5 Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting bij planten plaatsvinden en je kunt hiervan voorbeelden geven.

Je kunt de delen van een bloem noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 6 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting:


Slide 7 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting:

BLOEM
Meeldraden: maken stuifmeel
Zaadbeginsel: groeit de eicel

Slide 8 - Tekstslide

Vrouwelijke geslachtscel

Slide 9 - Tekstslide

Mannelijk geslachtscel

Slide 10 - Tekstslide

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een organisme uit tot een nieuw organisme.
  1. Stekken,
  2. Knollen/ bollen, verdikte stengel, bijv. aardappel of bloembollen
  3.  Enten, combineren van 2 planten
  4. Uitlopers en wortelstokken horizontaal groeiende stengels, bijv. aardbei

Slide 11 - Tekstslide

Planten kunnen zich dus 
geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten.
Als je iets leest als:
      bollen ,stekken, bollen, knollen, enten , uitloper, wortelstok  
  
..... dan is het ongeslachtelijke voortplanting

Slide 12 - Tekstslide

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een organisme uit tot een nieuw organisme.
  1. Stekken,
  2. Knollen/ bollen, verdikte stengel, bijv. aardappel of bloembollen
  3.  Enten, combineren van 2 planten
  4. Uitlopers en wortelstokken horizontaal groeiende stengels, bijv. aardbei

Slide 13 - Tekstslide

Stekken

Slide 14 - Tekstslide

Knollen
Knollen zijn verdikte stengels

Slide 15 - Tekstslide

Bollen
Een bol bestaat uit Rokken.
Rokken zijn verdikte bladeren met veel reserve stoffen


Eindknop: ontstaat plant uit

Slide 16 - Tekstslide

Enten
(ongeslachtelijke voortplanting)
Een deel van een plant (de ent) wordt geplaatst op een deel van een andere plant (onderstam). 
De vaatbundels van de ent groeien vast aan de vaat-bundels van de onderstam.

Slide 17 - Tekstslide

Uitlopers
 Dat zijn bovengrondse stengels waaraan op verschillende plaatsen jonge planten ontstaan.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wortelstokken
Ondergrondse stengels waaraan jonge planten ontstaan.

Slide 20 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
Waar zie je een wortelstok?

Slide 21 - Tekstslide

Je ziet een lelietje-van-dalen in de afbeelding hiernaast.
Kan het lelietje-van dalen zich ongeslachtelijk voortplanten?
Kan het lelietje-van dalen zich geslachtelijk voortplanten?
hint
Zie je een bloem/zaad/vrucht?  Dan is het geslachtelijk
Zie je wortelstokken/uitlopers/stekken/knol/bol?  Dan is het ongeslachtelijk
A
ja, ongeslachtelijk en ja, geslachtelijk
B
ja, ongeslachtelijk en nee, niet geslachtelijk
C
nee, niet ongeslachtelijk en ja, geslachtelijk
D
nee, niet ongeslachtelijk en nee, niet geslachtelijk

Slide 22 - Quizvraag

Wat voor type voortplanting
zie je op de foto?
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting,

Slide 23 - Quizvraag

Kijk nogmaals naar de foto.

Wat voor type
ongeslachtelijke voortplanting is dit?
A
Wortelstokken
B
Enten
C
Uitlopers
D
Bollen

Slide 24 - Quizvraag

Je gaat aan de slag
Je maakt de opdrachten van H10.5
Vervolgens maak je examenopdracht:

Slide 25 - Tekstslide