Ordening van bacteriën en schimmels (herhaling evolutie)

Ordening
Cellen van planten, dieren, bacteriën en schimmels
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ordening
Cellen van planten, dieren, bacteriën en schimmels

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning


- Herhaling Evolutie theorie
- Bespreken van de rijken (Thema 4)
- Zelfstandig aan de slag
- Opdracht inleveren voor donderdag




Slide 3 - Tekstslide

Voor deze les een demonstratie met een kaars doen.

Misschien ook een pinda?
Tijdsbalk
 Steeds complexere organismen over de jaren heen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stambomen en verwantschap
  • Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap
  • Hoe jonger de gemeenschappelijke voorouder in een stamboom zit, hoe verwanter groepen zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan welke soort is nummer 5 het meest verwant?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan welk dier is de neushoorn volgens deze stamboom het meest verwant?
A
kangoeroe
B
nijlpaard
C
ringelrob
D
zebra

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evolutie herhaling 

Slide 8 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Deel 2: De 4 rijken
Leerdoelen
1. Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.
2. Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
3. Je kan zelfstandig de cellen van de 4verschillende rijken tekenen met bijbehorende kenmerken. 




Begrippen
Cellen, celwand, celmembraan, cytoplasma, kern, DNA, vacuole, bladgroenkorrels, fotosynthese




Slide 9 - Tekstslide

Voor deze les een demonstratie met een kaars doen.

Misschien ook een pinda?
Ordening
  • Ordening
Ordening is het indelen van een verzameling organismen op basis van de eigenschappen van de organismen.

Mensen willen graag dingen overzichtelijk maken:
-dieren
-planten
-schimmels
-bacterien

Slide 10 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Ordening (deze moet je allemaal kennen)

Slide 11 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Opdracht boek
Om de voorkennis van ordening en cellen op te frissen open je je boek op pagina 238 (Boek A). 
Maak de voorkennis om er achter te komen wat je nog weet van het onderwerp waar we het deze periode over gaan hebben. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verschil plantencel / dierlijke cel

Zie jij de verschillen tussen de dierlijke cel en de plantaardige cel?


Dit is een dierlijke cel.
Dit zie je omdat deze geen bladgroenkorrels, celwand en vacuole heeft
Dit is een plantaardige cel.
Dit zie je omdat je wel een celwand, vacuole en bladgroenkorrel kunt zien

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
In de onderbouw heb je het al gehad over de planten cel en de dieren cel

Teken  een plantencel en een dierencel (liefst groot)
Welke verschillen waren er ook al weer tussen deze cellen? Zorg dat de verschillen duidelijk zijn in je tekening

Tip: Weet je het niet meer? Maar gebruik van je boek of het internet. Of overleg met je buurman/vrouw

Deze opdracht lever je digitaal in. 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is de cel 
van een.......
plant
celwand
bladgroenkorrel
celkern
vacuole
cytoplasma
Controleer nu opdracht 1 aan de hand van deze afbeelding, werk je tekening bij als je iets gemist hebt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dierlijke cel
een dierlijke cel heeft:
  • wel celmembraan
  • wel celkern
  • wel cytoplasma
  • geen celwand
  • geen vacuole
  • geen bladgroenkorrels
celmembraan
celkern
cytoplasma
Dit is de cel 
van een.......
dier
Controleer nu opdracht 1 aan de hand van deze afbeelding, werk je tekening bij als je iets gemist hebt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

bladgroenkorrel
celmembraan
celkern
vacuole
cytoplasma
celwand

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ordening (deze moet je allemaal kennen)

Slide 19 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Kijk de video's 
Kijk de video's  op de volgende slide.
Als deze niet kan openen, gebruik dan deze linkjes:
https://npo.nl/start/serie/de-buitendienst/seizoen-31/bacterien/afspelen

https://npo.nl/start/serie/de-buitendienst/seizoen-5_3/waarom-zijn-schimmels-eigenlijk-heel-tof/afspelen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Lees in je boek
Lees de informatie in je boek opvan bladzijden 246 tm 248 en 254 tm 258. 
Bedenk goed wat de verschillen zijn tussen de verschillende rijken. 
Maak vervolgens de opdrachten die je tegenkomt in de slides

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schimmels/Bacteriën

Slide 24 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt







Je mobiel bevat 25 000 bacteriën 
per vierkante centimenter

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken bacteriën




  • één cel
  • erg klein
  • zweepharen
  • geen kernmembraan
  • kringchromosomen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bacterie met zweepharen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken
Schimmels

  • eencellig of meercellig
  • eencellig zijn gisten 
  • meercelligen zijn lange draden 
Een paddenstoel is een meercellige schimmel! 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gistcel
Bakkersgist

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschimmeld brood
Schimmeldraden onder de microscoop

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voortplanting bacteriën


  • celdeling
  • elk halfuur delen
  • eencellige schimmels delen ook

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voortplanting schimmels


  • sporen = cel waar nieuwe schimmel uit komt
  • aan uiteinde schimmeldraad
  • of onder de paddenstoel

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nuttige en schadelijke bacteriën en schimmels

ze voeden zich met dode resten van organismen 

reducenten 

hierbij komen voedingsstoffen vrij die door planten kunnen worden gebruikt

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bederven
Bacteriën en schimmels kunnen voedsel bederven

Dit kun je tegengaan door:
conserveren of koelen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

yoghurt, zuurkool, yakult, geneesmiddelen, asmiddel, hormonen
brood, wijn, bier schimmelkaas, antibiotica 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bacteriële infectie
schimmelinfectie zwemmerseczeem

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antibiotica 
maken schimmels en bacteriën dood

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Penicilline 
een antibiotica gemaakt door een penseelschimmel 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
Teken een schimmelcel en een bacteriecel (liefst groot)
Welke verschillen waren er ook al weer tussen deze cellen? Zorg dat de verschillen duidelijk zijn in je tekening.


Deze opdracht lever je digitaal in. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
Vul het schema in. Zet een kruisje of vul het juist antwoord in

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleveren opdrachten
Lever opdracht 1 tm 3 (uit de slides) in via teams. 
Maak een foto of screenschot van je opdracht en stuur deze naar mij toe. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies