Thema 4 les 20

Thema 4 les 20
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 4 les 20

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Ik kan voorzetsels in een zin gebruiken.

Voorzetsels geven aan waar (kooi woordjes) of wanneer iets gebeurt.

Onder de kast
Voor het huis
Na de pauze
In de middag


Slide 2 - Tekstslide

Waar


Onder, naast, op, boven etc.
Wanneer


Na, in, tijdens, etc.

Slide 3 - Tekstslide

Ga ....... je stoel staan.
Voor het voorzetsel uit dat wordt gezegd.

Voorbeeld
Ga op je stoel staan.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld
..... het ongeluk was alles goed .... het hoofd van oom Henk.

Voor, in

Slide 5 - Tekstslide

..... mijn bezoek op zaterdag zit ik vaak met hem aan tafel.
A
In
B
Voor
C
Tijdens

Slide 6 - Quizvraag

In zijn ogen blinken tranen als ik na de maaltijd weer ..... mijn fiets spring.
A
op
B
naast
C
over

Slide 7 - Quizvraag

Als ik ...... hem ga kijken, dan speelt hij heel erg goed.

Slide 8 - Open vraag

Samen lopen ze .... de middag naar school.

Slide 9 - Open vraag

Ik kan voorzetsels goed gebruiken.
Ik vind het lastig. Ik doe mee met de instructie.
Ik kan het redelijk. Ik maak 1 en 2.
Ik kan het goed, ik maak 2 en 3.

Slide 10 - Poll