4.1, 4.2 en 4.3

KNM
thema 4
gezondheid
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
knmVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute VL

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

KNM
thema 4
gezondheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

introfilm
Bekijk de film en geef antwoord op de volgende vragen:

1. Wat is er met Sura?
2. Wat zegt Gerda tegen Sura?
3. Wat heb je nodig voor de specialist?



Slide 2 - Tekstslide

1. Ze heeft buikpijn en ze wil naar een specialist.
2. Sura moet eerst naar de huisarts.
3. Een verwijsbrief
Waar moet je een patiëntenpas aanvragen?
A
In het ziekenhuis
B
Bij de huisarts
C
Bij de zorgverzekering
D
Bij de apotheek

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak eet jij fruit?
Ik eet meer dan 4 keer per week fruit.
Ik eet elke dag 2 stuks fruit
Ik eet 1 of 2 keer per week fruit

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak eet je vis?
Ik eet bijna nooit vis.
Ik eet soms vis.
Ik eet elke week een keer vis.

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel water drink je per dag?
minder dan 0.5 liter
0,5 tot 1 liter
1,5 tot 2 liter

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Praat samen: Wat doe jij om gezond te leven?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe jij om gezond te blijven?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

oefenen
Gezond of ongezond?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 De huisarts en de apotheek

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 De huisarts en de apotheek
Lees de tekst op blz. 45


                                                        pijnstiller: een medicijn tegen pijn.

                                               

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees verder op blz. 45 

            huisartsenpraktijk: het gebouw waar de huisarts werkt
.



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een afspraak maken.  
Lees mee op blz. 45

          spreekuur: 
het moment waarop je
naar de huisarts kan gaan.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees verder op blz. 45

         huisartsenpost:  
het gebouw waar 's avonds, 
's nachts en in het weekend 
huisartsen
werken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De apotheek
Lees mee op blz. 45 

          voorschrijven: zeggen of schrijven wat iemand moet doen.
Bijv. de huisarts schrijft  mij medicijnen voor. Ik moet ze elke dag innemen.

           herhaalrecept: 
een recept voor medicijnen die je vaak nodig hebt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Naar het ziekenhuis
(de) polikliniek
doorverwijzen
(de) Spoedeisende Hulp
(de) verwijsbrief

(de) specialisten
(de) patientenpas
(de) ambulance
noodgevallen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ga je naar de Spoedeisende Hulp?
A
rugpijn
B
kiespijn
C
gebroken been
D
hoofdpijn

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie werken er in de polikliniek?
A
huisartsen
B
specialisten
C
verloskundigen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt al 3 dagen hoofdpijn, wat doe je?
A
Je gaat naar de spoedeisende hulp
B
Je gaat naar de huisarts zonder afspraak
C
Je maakt een afspraak bij de polikliniek
D
Je maakt een afspraak bij de huisarts

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is weekend en je bent ziek. Waar moet je naartoe?
A
de huisartsenpraktijk
B
de huisartsenpost

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

in het weekend
's avonds en 's nachts
in de buurt
het spreekuur
overdag

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies