H6.2 Fascisme en NS

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
37. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.

38. Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme.
39. De crisis van het wereldkapitalisme.
40. Het voeren van twee wereldoorlogen.
41. Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op Joden.
42. De Duitse bezetting van Nederland.
43. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.





Slide 3 - Tekstslide

Totalitaire leiders
Boven : Jozef Stalin; Adolf Hitler; Francisco Franco
Beneden : Mao Zedong; Benito Mussolini; Kim Il-Sung

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht-12
Welke totalitaire samenleving heb je in hoofdstuk 4 leren kennen?
 

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht-12
Welke totalitaire samenleving heb je in hoofdstuk 4 leren kennen?
De totalitaire samenleving van de Sovjet-Unie, met het communisme als ideologie (KA.38).

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht-13
Noem drie kenmerken van een totalitaire samenleving.
 

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht-13
Noem drie kenmerken van een totalitaire samenleving.
Er is terreur.
Er is indoctrinatie (propaganda + censuur).
Er is één politieke groep of stroming die de macht in handen heeft (geen democratie).

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht-14
Waarom is er in een totalitaire samenleving zoveel aandacht voor de leider van het land?


Slide 9 - Tekstslide

Opdracht-14
Waarom is er in een totalitaire samenleving zoveel aandacht voor de leider van het land?
Een sterke leider kan het volk inspireren, de weg wijzen, laten zien wat goed is. In een totalitaire samenleving is dat erg belangrijk.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht-15
Noem een politieke, een sociale en een economische oorzaak voor de succesvolle machtsovername van Mussolini.
• Politiek: 
• Sociaal:  
• Economisch:  


Slide 11 - Tekstslide

Opdracht-15
Noem een politieke, een sociale en een economische oorzaak voor de succesvolle machtsovername van Mussolini.
• Politiek: De bestuurders zijn zwak en kunnen de chaos niet oplossen.
• Sociaal: Veel stakingen en demonstraties, dreiging van een communistische revolutie.
• Economisch: Economische problemen worden groter.


Slide 12 - Tekstslide

Opdracht-16
De aanhangers van Mussolini dragen veel medailles.
Welke boodschap willen ze daarmee overbrengen naar de mensen die langs de weg staan?
 


Slide 13 - Tekstslide

Opdracht-16
De aanhangers van Mussolini dragen veel medailles.
Welke boodschap willen ze daarmee overbrengen naar de mensen die langs de weg staan?
Deze aanhangers hebben tijdens de Eerste Wereldoorlog gevochten voor het vaderland (en dat nu ook weer zullen doen voor het Italië van Mussolini). Ze zijn echte mannen en echte Italianen!


Slide 14 - Tekstslide

Opdracht-17
Wat hadden veel Duitsers en veel Italianen met elkaar gemeen in hun mening over de beslissingen die de Amerikanen, Britten en Fransen na afloop van de Eerste Wereldoorlog hadden genomen?
 


Slide 15 - Tekstslide

Opdracht-17
Wat hadden veel Duitsers en veel Italianen met elkaar gemeen in hun mening over de beslissingen die de Amerikanen, Britten en Fransen na afloop van de Eerste Wereldoorlog hadden genomen?
Het idee dat ze heel erg waren benadeeld; dat de beslissingen oneerlijk waren.






Slide 16 - Tekstslide

Fascisme
1. Legt de nadruk vooral op waar men tegen is (democratie).
2. Nationalistisch
3. Gaat uit van de ongelijkheid van mensen
4. Leidersbeginsel (Il Duce in Italië)
5. Totalitair
6. Gaat meer uit van het gevoel dan van het verstand.
7. Verheerlijkt de daad van geweld.
8. De vrouw heeft een ondergeschikte plaats.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht-18
Maak een overzicht van de kenmerken van het fascisme.
  • Een sterke leider (dictatuur; geen democratie).
  • Niet het individu is belangrijk, maar het volk als geheel.
  • Militarisme.
  • Nationalisme.

Slide 18 - Tekstslide

         Opdracht-19

Mussolini koos als symbool voor zijn beweging een fasces.
  •  Onderzoek ook de betekenis ervan.
  • Waarom koos Mussolini juist dit voorwerp als symbool?

De fasces, een bijl met takken, stond
symbool voor de macht van bestuurders in
het Romeinse Rijk. Zo verwees Mussolini naar de macht van het Romeinse Rijk dat hij in ere wilde herstellen.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht-20
Noem twee verschillen tussen het communisme van Stalin in de Sovjet-Unie en het fascisme in Italië.


Slide 20 - Tekstslide

Opdracht-20
Noem twee verschillen tussen het communisme van Stalin in de Sovjet-Unie en het fascisme in Italië.
Het communisme was niet nationalistisch, zoals het fascisme. Niet de natie was belangrijk voor communisten, maar het proletariaat (de arbeiders) wereldwijd. Ook het militarisme zie je in het communisme onder Stalin minder sterk terug (behalve tijdens de Tweede Wereldoorlog).

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht-21
• Wat wil de tekenaar met deze spotprent duidelijk maken?
 
• Was het tijdschrift waarin deze spotprent stond voor of tegen het fascisme? Hoe weet je dat?
 

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht-21
• Wat wil de tekenaar met deze spotprent duidelijk maken?
Door alle ministers hetzelfde gezicht als Mussolini te geven zegt de tekenaar: Mussolini regeert alleen en de ministers zijn ‘klonen’.
• Was het tijdschrift waarin deze spotprent stond voor of tegen het fascisme? Hoe weet je dat?
 

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht-21
• Wat wil de tekenaar met deze spotprent duidelijk maken?
Door alle ministers hetzelfde gezicht als Mussolini te geven zegt de tekenaar: Mussolini regeert alleen en de ministers zijn ‘klonen’.
• Was het tijdschrift waarin deze spotprent stond voor of tegen het fascisme? Hoe weet je dat?
De tekenaar is een tegenstander, omdat hij de figuren in zijn tekening, en daarmee Mussolini en zijn ideeën, belachelijk maakt.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht-22
Waaruit blijkt dat Italië nog geen volledig totalitaire samenleving was toen de spotprent werd gepubliceerd?
 

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht-22
Waaruit blijkt dat Italië nog geen volledig totalitaire samenleving was toen de spotprent werd gepubliceerd?
Kennelijk kon er kritiek worden gegeven op Mussolini. Toen Mussolini de touwtjes eenmaal strak in handen had, was de censuur zo streng dat dat echt niet meer openlijk kon.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Neurenberger Wetten 1935

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Slide 45 - Tekstslide