(1M) H2 bronnen: de veranderende stad paragraaf 4 deel 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Planning:

• Nakijken
  

• Introductie
• Uitleg: paragraaf 4 H2
  
• maken opdracht 1 t/m 4
  
• nabespreken paragraaf 4
  
• afsluiting

aan het einde van de les kan/weet je:

• uitleggen welke twee factoren de natuurlijke bevolkingsgroei bepalen.
• uitleggen welke twee factoren de sociale bevolkingsgroei bepalen.
• uitleggen hoe natuurlijke en sociale bevolkingsgroei het aantal mensen bepaalt dat in een gebied woont.
• uitleggen waarom er meer mensen in de steden komen wonen.

nakijken

uitleg/aantekeningen

www.worldometers.info

Het aantal mensen verandert

Het aantal mensen dat in de stad of in een gebied woont verandert door 4 factoren:

• geboorte
• sterfte
• immigratie
• emigratie

Geboortecijfer

Door geboorte komen er meer mensen bij.

In gebieden waar meer mensen wonen worden ook meer kinderen geboren. Om gebieden te vergelijken gebruik je het geboortecijfer.

Het geboortecijfer is het aantal geboren baby's in 1 jaar per 1000 inwoners.

Sterftecijfer

Door sterfte wordt de bevolking kleiner.

Ook sterfte kun je in gebieden vergelijken. Dan gebruik je het sterftecijfer.

Het sterftecijfer is het aantal overleden personen in 1 jaar per 1000 inwoners.

Natuurlijke bevolkingsgroei

• Natuurlijke bevolkingsgroei betekent dat er meer mensen geboren worden dan dat er mensen sterven.
• Je kunt de natuurlijke bevolkingsgroei uitrekenen:

geboorte - sterfte = natuurlijke bevolkingsgroei

Samenvatting

Het aantal mensen dat in de stad woont verandert door 4 factoren: geboorte, sterfte, immigratie en emigratie.

Het geboortecijfer is het aantal geboren baby's in 1 jaar per 1000 inwoners. Het sterftecijfer is het aantal overleden personen in 1 jaar per 1000 inwoners. De geboorte - de sterfte = natuurlijke bevolkingsgroei.

zelfstandig werken

lezen paragraaf 4 H2 het aantal mensen + de bevolking verandert
maken opdracht 1 t/m 4
gebruik hierbij:

• tekstboek blz. 30/31
  
• werkboek blz. 36/37/38
  

stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

herhalen/nabespreken

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?

😒🙁😐🙂😃

vandaag heb ik geleerd:

vandaag vind ik nog moeilijk: