4. Glucose als grondstof

Glucose als grondstof
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Glucose als grondstof

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
1. Je kunt de assimilatie bij planten beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet het proces in een plant waarbij glucose wordt gemaakt?

Slide 3 - Open vraag

Organisch en anorganisch.
Wat is glucose?
A
Organisch want het is nodig in alle organismen.
B
Anorganisch want niet alle organismen kunnen dit produceren.
C
Organisch want dit is gemaakt door een organisme.
D
Anorganisch want het is nodig in alle organismen.

Slide 4 - Quizvraag

De vorming van organische stoffen
-
* Glucose kan worden omgezet in koolhydraten (suikers). 

Suiker kan (opgelost in water) via vaten naar alle delen van de plant worden vervoerd. 
Zo komt het bijvoorbeeld in bladeren en bloemen.

Slide 5 - Tekstslide

Via welke vaten komt het opgeloste suiker in de bladeren en de bloemen terecht?

Slide 6 - Open vraag

* Glucose kan ook worden omgezet in het koolhydraat zetmeel. Zetmeel wordt tijdelijk opgeslagen in de bladeren. 
Voor een langere tijd kan het worden opgeslagen in verdikte plantendelen.

Slide 7 - Tekstslide

Heeft een aardappelplant zijn gemaakte glucose omgezet in een aardappel waarin zetmeel is opgeslagen?
A
Ja dat klopt!
B
Nee dit klopt niet!

Slide 8 - Quizvraag

* Glucose kan ook in het koolhydraat cellulose worden omgezet. Cellulose komt voor in de celwanden van plantencellen, vooral  bij houtvaten en vezels. 
Dit geeft de plant stevigheid.

Slide 9 - Tekstslide

Een vergelijking tussen de aanmaak van cellulose in een eikenboom en een tulp. Wat is juist?
A
In de stengel van de tulp wordt veel glucose omgezet in cellulose. Dit geeft veel stevigheid aan de plant.
B
In de stam van een eik wordt veel glucose omgezet in cellulose. Dit geeft veel stevigheid aan de stam.
C
In de eik hoeft geen glucose meer worden omgezet in cellulose want deze is al stevig.
D
In de tulp hoeft geen glucose meer worden omgezet in cellulose want deze blijft toch slap.

Slide 10 - Quizvraag

* Glucose kan samen met nitraat worden omgezet in eiwitten. Nitraat is een voedingsstof voor de plant. Ze nemen dit op uit de bodem. Het cytoplasma van de cellen bevat veel eiwitten. Eiwitten kunnen ook worden opgeslagen in bijvoorbeeld zaden

Slide 11 - Tekstslide

Veel eiwit zit in?

Slide 12 - Woordweb

* Glucose kan ook in vetten worden omgezet. Bij sommige planten komen er veel vetten voor in de zaden. Bijvoorbeeld zonnebloempitten of pinda's

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De plant zet glucose om in suikers en vier andere vormen. Welke zijn dit?

Slide 15 - Open vraag

Assimilatie
Het doel van assimilatie is het vormen van organische stoffen waaruit een organisme bestaat.
Alle omzettingen samen worden assimilatie genoemd. 
Er worden energierijke stoffen opgebouwd (het tegenovergestelde van verbranding).

Slide 16 - Tekstslide

Brandstof
De energierijke stoffen die zijn gevormd door assimilatie kunnen worden gebruikt als brandstof
Ze worden dan verbruikt bij de verbranding.
Veel organische stoffen die door assimilatie ontstaan , doen dienst als bouwstof. Ze worden gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels

Slide 17 - Tekstslide

Wat is geen brandstof?
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Mineralen
D
Eiwitten

Slide 18 - Quizvraag

Bouwstof

Veel organische stoffen die door assimilatie ontstaan , doen dienst als bouwstof. Ze worden gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels

Slide 19 - Tekstslide

Reservestof
Het deel dat overblijft na de assimilatie en niet wordt gebruikt als brandstof of bouwstof wordt opgeslagen als reservestof
- Elke cel bevat een klein beetje reservestof
- Grote hoeveelheden reservestoffen worden opgeslagen in de cellen van verdikte delen en zaden. De mens gebruikt dit vaak als voedsel.

Slide 20 - Tekstslide

Zetmeel aantonen
Zetmeel is een voorbeeld van een reservestof. Dit kan je aantonen met joodoplossing. Dit kleurt zetmeel blauwzwart.
* Vooral 's nachts wordt het tijdelijk opgeslagen zetmeel omgezet in suiker.
* Zetmeel lost niet op in water dus dat moet eerst worden omgezet in suiker om te kunnen worden vervoerd.

Slide 21 - Tekstslide

Met joodoplossing kan je zetmeel aantonen.
Hoe heet een stof waarmee je een andere stof kan aantonen?

Slide 22 - Open vraag

Wat ga je doen?
Maak opdracht 34 t/m 42

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht bespreken
Opdracht 42

Slide 24 - Tekstslide