Het gouden ei: bespreken

Nederlands
Fictie: toegepast op 'het gouden ei'
bespreken
VWO 3
 P3 2021-2022
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Fictie: toegepast op 'het gouden ei'
bespreken
VWO 3
 P3 2021-2022

Slide 1 - Tekstslide

Herkennen hst 1
- Aan het begin lees je dat Rex en Saskia in de auto wat kleine irritaties hebben. Welke bijvoorbeeld?
- Wat heeft Rex voor een verlangen bij Saskia dat hij bij eerdere vriendinnen niet had?
- Titel verklaring
- Wat zou Saskia gaan halen in het tankstation?
- Wat zou Saskia gaan doen na het plassen?
- Belangrijk stukje houvast

Slide 2 - Tekstslide

mogelijke antwoorden
-Saskia laat zijn sinaasappel vallen, Rex vraagt haar van alles voor hem te doen omdat hij al rijdt, Saskia rijdt amper terwijl Rex haar lessen had betaald
-Het verlangen om 1 te zijn
- in Saskia’s droom: ze zou haar hele leven opgesloten zitten in een gouden ei en het andere ei moeten tegenkomen, maar het heelal is zo groot.
-een biertje
-Saskia beloofd dat ze zal autorijden, voor het eerst sinds lange tijd.
-de foto is voor Rex houvast, die had hij gemaakt van het tankstation, met wat vage hoofden en de ‘verdachte’ vrachtwagen waar 2 poppetjes bij stonden.

Slide 3 - Tekstslide

interpretatie
- Aan het begin lees je dat Rex en Saskia in de auto wat kleine irritaties hebben. Waarom zou Krabbé dit beschreven hebben?

- Aan het begin lees je wat keuzes die ze hebben gemaakt op weg naar hun vakantiebestemming. Parijs, ommetje vanwege de grappige naam. Waarom?

- Vertelsoort/situatie

Slide 4 - Tekstslide

- Bijvoorbeeld: wees liever voor elkaar, je weet nooit wanneer je elkaar kwijtraakt. Of, zoals Rex zegt: ze waren zo goed dat ze zich dit soort kleine dingetjes konden veroorloven.

- Het toeval en hoe dat tot een noodlot kan leiden?

-gedetailleerd. Voelen van de emoties, steeds meer paniek. Ook nodig voor Rex’ reconstructie van de foto
- personaal, lezer weet niet meer dan Rex, voelt zijn paniek

Slide 5 - Tekstslide

Herkennen hoofdstuk 2
- Wie zijn de 3 draken die Rex op zijn vakantie wil verslaan?
- Welke rol speelt ‘toeval’ tot nu toe in het boek? Noem 2 van de 3 momenten waarop toeval in H1 en H2 een rol speelt.

Slide 6 - Tekstslide

Lieneke bij een woordspelletje, 
jongetje van 8 Vicenzo bij een computerspel, 
‘de Fransen’ bij het badmintonnen

droom Gouden Ei, (2 eitjes in heelal...), 
dat ze juist hier gingen tanken (had op heenweg heel vaak anders kunnen lopen), huwelijksaanzoek (winnen in een erg gelijkopgaande strijd).

Slide 7 - Tekstslide

Interpretatie hst 2
- Waarom zou je over Rex en de draken lezen? Wat zegt dit over Rex?

- Hoe denkt Rex over Lieneke en wat zegt dat? Hoe verhoudt dit zich tot hoe hij dacht over Saskia?

- Heel even verschijnt Saskia in H2. Wanneer, en wat betekent dat?

Slide 8 - Tekstslide

H2
- draken zijn tegenstanders. In onbeduidende spelletjes. Net als in H1 bij Saskia: Rex wil steeds maar winnen, anderen verslaan

- Hij probeert net als bij Saskia ruzietjes uit te lokken, kijken of de relatie dan standhoudt, of dat ze weer iemand is als alle anderen die gewoon mag vertrekken.

-Als Rex besluit met Lieneke te trouwen, praat hij ineens tegen haar. Ze is er dan niet echt, maar blijkbaar voelt hij zich nog verbonden met haar.

Slide 9 - Tekstslide

Herkennen hst 3
- Deel 2 speelt zich acht jaar na deel 1 af. Wanneer speelt deel 3 zich af, ten opzichte van deel 1

- Wat heeft het verhaaltje van de 16-jarige Lemorne te maken met de oudere Lemorne?

- Wanneer zie je voor het eerste dat Lemorne echt slecht is en wat is zijn eerste echte daad?


Slide 10 - Tekstslide

H3
-van een paar jaar voor deel 1 tot midden in deel 1 (de ontvoering).

-Vergelijking: ook toen kwam een vreselijk pijnlijke gedachte bij hem op en wilde hij bewijzen dat die gedachte echt was door de gedachte uit te voeren.

- Slecht: hij overweegt zijn leerlingen en dochters te ontvoeren. 
Daad: Hij schiet twee Duitse jongens dood die bij zijn huisje kampeerden, zomaar.

Slide 11 - Tekstslide

Interpretatie H3
- Toeval speelde al een rol in deel 1 en deel 2. Wat is de rol van toeval in deel 3?

- Is Lemorne ‘gek’ in zijn hoofd? Waarom wel en waarom niet?

- Je leest over Lemorne dat hij zelfs overweegt zijn dochters te ontvoeren. Waarom doet hij dat niet, en wat zegt dit over hem?

Slide 12 - Tekstslide

mogelijke antwoorden
- Lemorne had al heel veel eerdere vrouwen op het oog. Eerste keer mitella lijkt het al Saskia te zijn, maar die NL vrouw stapt uit om naar een ongeluk te rennen. ‘Het lot’, zegt Lemorne, en rijdt weg. 

Ook: Lemorne leek een prima vader, leraar, mens. Werkelijk achter iedereen zou iets vreselijks kunnen schuilen. En het kwam nog heel toevallig bij hem op ook.).

- Lemorne is totaal immoreel
niet: hij beredeneert alles juist heel erg.

-(Dan leidt het spoor te veel naar hem. Dat hij dit overweegt, geeft aan hoe ziek/immoreel hij is).

Slide 13 - Tekstslide

Herkennen hst 4

-    Wanneer spelen delen 4 en 5 zich af ten opzichte van de eerdere delen?
 
-    Hoe is de relatie tussen Rex en Lieneke verder gegaan na hun vakantie?


Slide 14 - Tekstslide

H4
- Direct na deel 2, acht jaar na het einde van delen 1 en 3.

- Blijkbaar een ‘moeilijke’ terugrit. Rex zal zich hebben bedacht wat betreft het aanzoek. In zijn schrift over vrouwen zie je dat hij ook met andere vrouwen bezig is, en vooral weer met Saskia. Lieneke houdt nog steeds van Rex en weet niet zo goed hoe het zit met andere vrouwen.

Slide 15 - Tekstslide

Interpretatie
-    Rex denkt eerst op het gele busje de tekst naast de boodschap ‘Rex in vind je lief’: ‘Als je dit leest komen krassen in geluk’ te lezen. Wat zou die zin voor hem kunnen betekenen?
-    Het einde is vreselijk voor Rex. Toch zou je ook kunnen beargumenteren dat het voor hem enigszins een goed einde is. Waarom?
-    De laatste woorden van het boek zijn: ‘ze leken van de aardbodem verdwenen’. Wat kan dit betekenen in relatie tot de droom over Het Gouden Ei?
-    Wat heeft het thema ‘obsessie’ met dit boek te maken? Leg je antwoord uit vanuit Rex en vanuit Lemorne.

Slide 16 - Tekstslide

mogelijke antwoorden
-Veel antwoorden zijn mogelijk. Maar de combinatie ‘liefde’ en ‘krassen in geluk’ zeggen wel iets over de spreekwoordelijke littekens die Rex heeft opgelopen na alles wat er is gebeurd met Saskia
-Rex weet nu tenminste wat er is gebeurd met Saskia. Zonder die wetenschap kon hij eigenlijk niet goed leven.
-Ze zijn nu alsnog bij elkaar, in het heelal. Dat was een kleine kans, maar het is gelukt!
- Bijvoorbeeld: 
Rex: obsessie met Saskia, met de ware, met de waarheid. 
Lemorne: obsessie met het willen weten of hij zijn gekke gedachten ook wel echt zou kunnen uitvoeren.

Slide 17 - Tekstslide

Vragen over de theorie toegepast op het gouden ei.

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van Rex in dit boek? Bereikt hij dat doel?

Slide 19 - Open vraag

Zie jij Lemorne als hoofdpersoon of als bijfiguur die een tegenstander is? Leg je antwoord uit.

Slide 20 - Open vraag

Rex maakt een ontwikkeling door. Hoe gaat hij 8 jaar na de ontvoering, als hij met Lieneke op vakantie is, met vrouwen na Saskia om?

Slide 21 - Open vraag

Tot welk inzicht blijkt Rex na zijn aanzoek en na zijn nachtmerrie in Italië te zijn gekomen?

Slide 22 - Open vraag

Leer je Rex hier op de directe of op de indirecte manier kennen? Leg je antwoord uit. ‘’Die Lieneke’, dacht hij, ‘wat zullen we daar nou eens van vinden? Eindelijk eens ruzie maken om te kijken of er een touwtje is dat het breken waard is?”

Slide 23 - Open vraag

Leer je Lieneke hier op de directe of op de indirecte manier kennen? Leg je antwoord uit. “Afwachten of ze uit zichzelf weer weggaat? Haar aanhankelijkheid besturen als een bioloog die meeuwentaal probeert te begrijpen?”

Slide 24 - Open vraag

Leer je Lemorne hier op de directe of op de indirecte manier kennen? Leg je antwoord uit. “Een leerlinge, of een van zijn dochters kwam niet in aanmerking, hij zag niet hoe hij dat kon doen zonder dat het spoor naar hem zou leiden."

Slide 25 - Open vraag

Wat is de belangrijkste cliffhanger in Het Gouden Ei?

Slide 26 - Open vraag

Is de onderbreking van een cliffhanger hetzelfde als een open plek?

Slide 27 - Open vraag

Welke informatievoorsprong krijgt de lezer op Lex tijdens het lezen van het hoofdstuk over Lemorne?

Slide 28 - Open vraag

Is Het Gouden Ei tijdloos? Waarom zou je kunnen zeggen van wel? En waarom van niet?

Slide 29 - Open vraag

Wat is kenmerkend voor de setting in de eerste 3 hoofdstukken? Welk seizoen is het, wat doen de karakters? Hoe verhoudt dat zich tot het verhaal?

Slide 30 - Open vraag

Welk hoofdstuk zorgt ervoor dat Het Gouden Ei niet-chronologisch is?

Slide 31 - Open vraag

Waarom zou Tim Krabbé voor een niet-chronologisch verhaal hebben gekozen, denk je?

Slide 32 - Open vraag

Is het hoofdstuk over Lemorne een flashback?

Slide 33 - Open vraag

Wat is de vertelde tijd van Het Gouden Ei?

Slide 34 - Open vraag

Welk literair begrip zorgt ervoor dat – ondanks de lange vertelde tijd – het verhaal over het algemeen toch geen heel hoog verteltempo heeft?

Slide 35 - Open vraag

Van welk vertelperspectief is sprake in Het Gouden Ei?

Slide 36 - Open vraag

Wat voor soort einde heeft Het Gouden Ei?

Slide 37 - Open vraag

heel veel succes bij de toets!






vergeet je boek niet mee te nemen en na de toets in te leveren.

Slide 38 - Tekstslide