9.5

Schooljaar 2023-2024
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schooljaar 2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Aanwezigheidscontrole + Huiswerkcontrole

Slide 2 - Tekstslide

Planning tweede periode

Slide 3 - Tekstslide

Deze les:
- Terugblik 9.3 + 9.4 via toets
- Keuze uitleg leerdoelen 9.5
- Zelfstandig werken 9.5
Huiswerk dinsdag 14 november:
Maken + nakijken:  9.5 1 t/m 17
Leren: bron 3 + begrippen
Oefentoets hst 9, minimaal 5.5

Slide 4 - Tekstslide


Marit is door een hond gebeten ze haalt een serum-injectie tegen tetanus.
Dit is een voorbeeld van:
A
natuurlijke immunisatie, passief
B
kunstmatige immunisatie, actief
C
natuurlijke immunisatie, actief
D
kunstmatige immunisatie, passief

Slide 5 - Quizvraag


Welke van de 4 rode bloedcellen hoort bij bloedgroep AB?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag


Het groene pijltje stelt antigeen A voor.
Het paarse rondje stelt antigeen B voor.
 
Bij welke rode bloedcel(len) kun je geen antistoffen  terugvinden?
A
1
B
2
C
4
D
1 en 4

Slide 7 - Quizvraag

Op de cellen zit antigeen A
Op de cellen zit antigeen A en antigeen B
Op de cellen zitten geen antigenen
Op de cellen zit antigeen B
Bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep O

Slide 8 - Sleepvraag


Wat maken de witte bloedcellen als iemand met bloedgroep AB- in aanraking komt met bloedgroep O- ?
A
Anti-B
B
Anti-A
C
Anit-A & Anti-B
D
Er worden geen antistoffen gemaakt.

Slide 9 - Quizvraag


Julia laat testen welke bloedgroep ze heeft. 
Ze nemen een druppel bloed en druppelen hier anti-A en anti-B in. Ze zien dat haar bloed klontert bij als er anti-B in komt, bij anti-A gebeurd er niets.
Welke bloedgroep heeft ze?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 10 - Quizvraag


René laat zich ook testen.
Ze nemen een druppel bloed en druppelen hier anti-A en anti-B in. Ze zien dat haar bloed niet gaat klonteren (zie afbeelding) Welke bloedgroep heeft René?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 11 - Quizvraag


Juna is zwanger, ze laat haar bloed testen en ze heeft A-. Welke antigenen heeft Juna op haar bloedcellen?
A
Antigen A
B
Antigen A & B
C
Antigen A & anti resus
D
Geen antigenen

Slide 12 - Quizvraag


Juna is zwanger, ze laat haar bloed testen en ze heeft A-. Haar baby heeft bloedgroep A+. Welke antigenen heeft haar baby?
A
Antigen A
B
Antigen A & B
C
Antigen A & anti resus
D
Geen antigenen

Slide 13 - Quizvraag


Juna heeft bloedgroep A- en is  voor het eerst zwanger van een baby met bloedgroep A+. Leg uit of dit schadelijk is.

Slide 14 - Open vraag


Mensen met suikerziekte kunnen worden geholpen door een alvleeskliertransplantatie. Na een transplantatie bestaat echter het risico dat het donororgaan afgestoten wordt. Bij zo’n afstotingsreactie zijn antigenen en antistoffen betrokken. Geef aan van wie de antigenen en de antistoffen zijn.
A
Antigenen = donor Antistoffen = donor
B
Antigenen = ontvanger Antistoffen = ontvanger
C
Antigenen = donor Antistoffen = ontvanger
D
Antigenen = ontvanger Antistoffen = donor

Slide 15 - Quizvraag


Mads heeft een aandoening waardoor zijn nieren niet werken. Hij krijgt via een donor een nieuwe nier. Na de operatie moet hij medicijnen slikken om te voorkomen dat zijn lichaam de nier afstoot. Deze medicijnen onderdrukken het immuunsysteem. 
Leg uit waarom er na een transplantatie het immuunsysteem onderdrukt moet worden.

Slide 16 - Open vraag

blz 195 - 202

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

blz 196 - 197  boek

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Video

blz 200 boek

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk dinsdag 14 nov

Maken + nakijken:  9.5 1 t/m 17
Leren: bron 3 + begrippen
Maandag 14 nov = Oefentoets
Oefentoets hst 9, haal minimaal een 5.5

Slide 24 - Tekstslide

Deze les:
- Terugblik 9.3 + 9.4 via toets
- Keuze uitleg leerdoelen 9.5
- Zelfstandig werken 9.5
Huiswerk dinsdag 14 november:
Maken + nakijken:  9.5 1 t/m 17
Leren: bron 3 + begrippen
Oefentoets hst 9, minimaal 5.5

Slide 25 - Tekstslide