3.3 De kracht van zee en wind

Terug in de tijd
Wie herkent dit...
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Terug in de tijd
Wie herkent dit...

Slide 1 - Tekstslide

De kracht van zee en wind
Les 3.3

Slide 2 - Tekstslide

De 6 van deze les

  • Hoe zorgt wind voor golven
  • Hoe zorgen eb en vloed voor sedimentatie
  • Hoe neemt wind het zand mee
  • Hoe zorgt wind en zand voor erosie
  • Hoe ontstaan duinen

Slide 3 - Tekstslide

Veranderingen in het landschap

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik vorige les
In welk deel van de rivier is deze foto genomen? 

Slide 5 - Tekstslide

Zee
 sediment | sedimentatie | erosie
Begrippen
Rivieren nemen grind, zand en klei mee op hun weg van de bergen naar de zee. Bij hun monding stromen ze steeds langzamer en leggen ze al hun sediment in zee neer. 

Slide 6 - Tekstslide

Zee
 sediment | sedimentatie | erosie
Begrippen
Als wind over zee waait, ontstaan er golven. 
- Hoe harder de wind waait, hoe hoger de golven worden.
 Als het niet te hard waait of stormt, nemen golven zand mee naar het strand. Het water in een golf heeft meer kracht als de golf naar het strand toe gaat, dan wanneer de golf van het strand weggaat. 
-  Bij storm slaan golven stukken van de duinen weg. Dan zorgt de zee juist voor erosie.

Slide 7 - Tekstslide

Opvallend....
De waddeneilanden wandelen...
Bij vloed stroomt het zeewater tussen de Waddeneilanden door naar de Waddenzee en bij eb stroomt dit water weer terug. De vloedstroom heeft meer kracht dan de ebstroom. Hierdoor blijft er zand en klei in de Waddenzee achter 

Slide 8 - Tekstslide

De wind kan zand meenemen door de lucht. 
Wind neemt alleen kleine zandkorrels mee. Wind waar sediment in zit, kan gesteente afschuren en zorgt zo voor erosie 
Op plekken waar de wind wat minder hard waait, vallen de zandkorrels op de grond (sedimentatie). Zo ontstaan allerlei soorten duinen.

Slide 9 - Tekstslide

Langs de zee staan de duinen.

De duinen zijn zandheuvels.

In Noord- en Zuid-Holland
zijn er veel mooie 
duingebieden.

Bijvoorbeeld in
Scheveningen
De duinen
langs de kust
van Nederland

Slide 10 - Tekstslide

Hoe ontstaan golven?

A
Door boten
B
Door de duur van de wind
C
Door platen
D
Door de kracht van de wind

Slide 11 - Quizvraag

Hoe zijn de wadplaten ontstaan?
A
Stenen die door erosie eilanden zijn geworden
B
Tektonische platen die tegen elkaar aan omhoog bewogen
C
Doordat er steeds door eb en vloed zand op de wadplaten werd geplaatst werden ze eilanden

Slide 12 - Quizvraag

Is het hier eb of vloed?
A
Eb
B
Vloed

Slide 13 - Quizvraag

Bij vloed is de sedimentatie aan de kust groter dan de erosie van de kust
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag


A
Erosie door ijs
B
Erosie door water
C
Erosie door wind

Slide 15 - Quizvraag

Op de foto was sprake van
A
Erosie door water
B
Erosie door ijs
C
Erosie door wind

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn duinen?
A
Door de wind opgewaaide zandheuvels
B
Hoge zandheuvels gemaakt door mensen
C
Het afbrokkelen van gesteente
D
Een puinhelling

Slide 17 - Quizvraag

1. Bij niet zo harde wind is er op het strand sedimentatie.
2. Bij harde wind is er op het strand erosie.
A
1 is juist
B
2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Hierna staan twee uitspraken. Welke van de uitspraken is/zijn juist?
I Erosie kan plaatsvinden doordat de wind zand meeneemt.
II V-vormige dalen ontstaan door de schurende werking van verweringsmateriaal in gletsjers.
A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Alleen uitspraak I is juist.
C
Alleen uitspraak II is juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 19 - Quizvraag

.......
.......
.......
Obstakel
Duin
Wind

Slide 20 - Sleepvraag

Een rivier stroomt in de bovenloop...
A
Langzaam
B
Snel

Slide 21 - Quizvraag