In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Je weet wat non-verbale communicatie en stemtaal is en waarop je kunt letten;
Je kunt voorbeelden van lichaamstaal en stemtaal geven en bewust inzetten
Voorkennis over lichaamstaal en stemtaal
Uitleg over non-verbale communicatie
Samenwerkend leren
Zelfstandig leren
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Non-verbale
communicatie
Het belangrijkste in communicatie is te horen wat er niet wordt gezegd.
(Peter F. Drucker)
Slide 4 - Tekstslide
Non-verbale
communicatie
Wat versta jij onder non-verbale communicatie?
Waarop kun je letten bij stemgebruik?
Wat is het effect op de ontvanger van non-verbale signalen (lichaamstaal en stem)?
Slide 5 - Tekstslide
Grofweg zijn er drie soorten communicatie: verbale communicatie, non-verbale communicatie en stemgebruik. Een deel van de communicatie wordt dus bepaald door het non-verbale deel.
[ ] van de betekenis die de ontvanger geeft aan de communicatie die jij zendt, wordt bepaald door de woorden die jij kiest. Dit is de verbale communicatie.
Ongeveer [ ] wordt bepaald door stemgebruik: intonatie, ritme, volume en dergelijke.
Dan blijft er dus [ ] over. Dit deel van de betekenis van jouw boodschap straal jij uit met jouw non-verbale signalen.
7%
35%
58%
Slide 6 - Sleepvraag
Achter de woorden zeg je het meest.
Van top tot teen
De daad bij het woord voegen.
Cultuurgebonden
Slide 7 - Tekstslide
Stemgebruik
"Ik hoor het aan je stem"
Slide 8 - Tekstslide
Stemgebruik
Waarop kun jij letten?
volume
melodie
tempo en ritme
geluiden
Slide 9 - Tekstslide
Stemgebruik
Waarop kun jij letten?
volume
melodie
tempo en ritme
geluiden
Tweetallen/drietallen:
Ik ben niet boos.
Slide 10 - Tekstslide
Studiewijzer
Deze week:
Stap 1: afronden blok 5
inleveren: uiterlijk 18 september
(lees in blok 5 hoe en wat)
Volgende week:
start stap 2 (leesvaardigheid)
Slide 11 - Tekstslide
Afsluiting
Bespreek onderstaande vragen in tweetallen/drietallen:
Wat ga jij bewust toepassen qua lichaamstaal en stemgebruik in jouw debat?