H2 4 kader/gemengd

H2        4 k/g 
Vlakke meetkunde

hoeken
symmetrie
gelijkvormigheid
tangens
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

H2        4 k/g 
Vlakke meetkunde

hoeken
symmetrie
gelijkvormigheid
tangens

Slide 1 - Tekstslide

Volle hoek
Misschien kun je je de vollehoek nog herinneren. Dat was een hoek van 360°.


Stel nu dat we die hoek in 4en gaan verdelen. Hoe groot zijn die hoeken dan samen? Hoek A, B, C en D moeten dan natuurlijk ook samen 360° zijn. 

Slide 2 - Tekstslide

Driehoek samen 180°
Ook hiervoor kunnen we een sommetje opschrijven. 
∟1 + ∟2 + ∟3 = 180°
52° + 104° + 24° = 180°

∟E + ∟F + ∟D = 180°
25° + 90° + ∟D = 180°
∟D = 180°
- 25° - 90° = 65°

Dus ∟D = 65°

Slide 3 - Tekstslide

Aantekening:
In elke driehoek zijn alle hoeken samen 180 graden
In elke vierhoek zijn alle hoeken samen 360 graden

Slide 4 - Tekstslide

Hoekensom vierhoek

De vier hoeken van een vierhoek zijn even groot als een volle hoek. In elke vierhoek zijn de hoeken opgeteld samen 360 graden.



Hoekensom vierhoek = 360 graden

Slide 5 - Tekstslide

Overstaande hoeken
Twee lijnen die elkaar snijden 
maken vier hoeken.

De overstaande hoeken zijn 
even groot.


Slide 6 - Tekstslide

voorbeeld

Slide 7 - Tekstslide

uitwerking

Slide 8 - Tekstslide

uitwerking

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel graden is hoek A?

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel graden is hoek A
A
45
B
98
C
119
D
Dat kun je niet berekenen.

Slide 11 - Quizvraag

Uitleg
- De hoeken in een F-figuur zijn evengroot
- De hoeken in een Z-figuur zijn evengroot

Slide 12 - Tekstslide

Lijnsymmetrie
Een van de vormen van symmetrie die je al kent is lijnsymmetrie.
We kijken naar een kort filmpje om je geheugen weer op te frissen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

2.2 Draaisymmetrie
Aantekening:
Als een figuur na een halve draai of minder op zichzelf past, wordt deze figuur draaisymmetrisch genoemd.

Kijk het uitleg filmpje op de volgende dia.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Hoeveel symmetrie assen heeft deze figuur?
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel symmetrie assen heeft dit figuur?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 18 - Quizvraag

Is deze afbeelding draaisymmetrisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Welke afbeeldingen zijn draaisymmetrisch?
A
1,2,3,4
B
1,2,4
C
1,2,3
D
1,2

Slide 20 - Quizvraag

Draaisymmetrie
Een figuur is draaisymmetrisch als je het rondom een draaipunt kunt draaien en het weer precies op zichzelf past.


Slide 21 - Tekstslide

De bloem is na 6 stapjes helemaal rond:
De kleinste draaihoek is 360 : 6 = 60 graden.

Het molentje is in 4 stapjes helemaal rond.
De kleinste draaihoek is 360 : 4 = 90 graden.

Slide 22 - Tekstslide

2.3 Hoeken en afstanden
Voorkennis:
  • Pythagoras
  • Tangens
  • Omtrek

Slide 23 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer met Pythagoras....
Maak bij opdrachten een schets met alle gegevens en schrijf ALTIJD het schema op om zijdes uit te rekenen. 
Hieronder links naar verschillende filmpjes over Pythagoras

 

Slide 24 - Tekstslide

schuine zijde
(altijd tegenover de rechte hoek)
rechthoekszijde
rechthoekszijde
tangens kan je alleen gebruiken bij een rechthoekige driehoek

Slide 25 - Tekstslide


Wat is de schuine zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 26 - Quizvraag


Vanuit ∠ P, wat is de 
aanliggende zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 27 - Quizvraag


Vanuit ∠ P, wat is de 
overstaande zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 28 - Quizvraag


Vanuit ∠ Q, wat is de 
aanliggende zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 29 - Quizvraag

tangens
tan=aanliggendezijdeoverstaandezijde
tangens ronden we af op 3 decimalen

Slide 30 - Tekstslide


Wat is de tangens van ∠ Q?
A
shift tan (3:4)
B
shift tan (4:3)

Slide 31 - Quizvraag


Wat is de tangens van ∠ P?
A
shift tan (3:4)
B
shift tan (4:3)

Slide 32 - Quizvraag


tanP=AOshifttan(4:3)
P=53°
shift tan 1,333

Slide 33 - Tekstslide


tanQ=AOshifttan(3:4)
Q=37°
shift tan 0,750

Slide 34 - Tekstslide

zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
15 cm
35°
?
tanB=AO
tan35=15?

Slide 35 - Tekstslide

zijde berekenen als de hoek bekend is
? boven = vermenigvuldigen
? beneden = delen
C
A
B
15 cm
35°
?
tanB=AO
tan35=15?
?=tan3515
de '6' moet je weten 
dus '2x3' 
tan3515=10,5

Slide 36 - Tekstslide

zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
15 cm
35°
?
tanB=AO
tan35=15?
?=tan3515
de '6' moet je weten 
dus '2x3' 
tan3515=10,5
AC = 10,5 cm

Slide 37 - Tekstslide

zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
?
40°
68
cm
tanB=AO
tan40=?68

Slide 38 - Tekstslide

zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
?
40°
68
cm
tanB=AO
tan40=?68
?=tan4068
de '3' moet je weten 
dus '6:2' 
tan4068=81,0

Slide 39 - Tekstslide

zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
?
40°
68
cm
tanB=AO
tan40=?68
?=tan4068
de '3' moet je weten 
dus '6:2' 
AB = 81,0 cm
tan4068=81,0

Slide 40 - Tekstslide

2.4 Oppervlakte
Voorkennis:
  • Oppervlakte rechthoek
  • Oppervlakte parallellogram
  • Oppervlakte driehoek
  • Oppervlakte cirkel
  • Oppervlakte ruit
  • Oppervlakte vlieger

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Inlijsten

Slide 43 - Tekstslide

2.5 Gelijkvormigheid

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

hoeken blijven hetzelfde

Slide 46 - Tekstslide

UITzoomen , factor < 1
factor =  NIEUW  :  OUD  

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

Slide 49 - Video

Succes met leren  voor de toets!
Sommen maken is de oplossing......
  • Test Jezelf
  • oefentoets

Slide 50 - Tekstslide