Lezen - Basiscursus - 1.1 en 1.2

Nederlands
Periode 2
Week 2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Periode 2
Week 2

Slide 1 - Tekstslide

Als ik een film of serie uitkies om te kijken...
bekijk ik eerst de filmposter.
lees ik eerst de beschrijving.
lees ik eerst de reviews.
bekijk ik eerst de trailer.

Slide 2 - Poll

1.1 Teksten verkennen
Na deze les kun je snel de basiskenmerken van een tekst ontdekkken, zodat je weet wat je van een tekst kunt verwachten en kunt bepalen hoe je de tekst aan gaat pakken.

Slide 3 - Tekstslide

1.1 Teksten verkennen
Als je wilt bepalen of een tekst voor jou interessant is of snel wilt weten wat voor tekst je aangeboden krijgt, kun je de tekst het best eerst verkennen.

Je let dan op...

Slide 4 - Tekstslide

Leestekst

  • titel
  • eerste alinea
  • tussenkopjes
  • lay-out (afbeeldingen, anders gedrukte woorden, kleuren)
Kijk-/luistertekst

  • titel
  • introductietekst
  • eerste stukje of totdat je iets interessants ziet/hoort

Slide 5 - Tekstslide

1.1 Teksten verkennen
Meestal weet je dan wat het onderwerp is, voor welk publiek de tekst gemaakt is, met wat voor tekstsoort je te maken hebt en wat je van de tekst kunt verwachten. 

Slide 6 - Tekstslide

1.1 Teksten verkennen
Hoe je een tekst vervolgens aanpakt, hangt af van jouw doel:
nieuwsbericht op de radio
Aan het begin heb je het onderwerp gehoord. JE vindt het interessant en je besluit het item helemaal te beluisteren.
bijsluiter bij medicijn
Je wilt weten hoeveel je mag slikken op een dag. Je besluit de bijsluiter niet helemaal te lezen, maar op zoek te gaan naar de dosering.
tekst uit studieboek
Je moet de informatie kennen, dus je besluit om de hele tekst intensief te lezen. Misschien maak je ook aantekeningen of een samenvatting.

Slide 7 - Tekstslide

1.2 Doel en hoofdgedachte
Bepalen hoe waardevol de informatie voor jou is

Slide 8 - Tekstslide

1.2 Doel en hoofdgedachte
Bij het lezen of bekijken van teksten is het vaak belangrijk om je ervan bewust te zijn dat de maker altijd een doel heeft met zijn tekst. Bedenk daarom:

  • Wat wil de maker van mij? Wat is het tekstdoel van de maker?
  • Wat is de hoofdzaak van wat hij mij probeert te vertellen? Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Sommige teksten hebben meerdere doelen, maar bijna altijd is een van die doelen het hoofddoel.

Slide 9 - Tekstslide

de maker van de tekst wil
tekstdoel
tekstsoort
nieuwsbericht
gebruiksaanwijzing
forumbijdrage op het internet
reclame
discussie
speelfilm
informatie geven
informeren
laten weten hoe hij iets moet doen


instrueren
overtuigen van een mening
overtuigen / betogen
aanzetten tot actie
overhalen / activeren
aan het denken zetten en
een mening laten vormen
opiniëren / beschouwen
vermaken
amuseren

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

1.2 Doel en hoofdgedachte
Als je het tekstdoel weet, kun je ook de hoofdgedachte bepalen.

Overtuigen: wat is de mening waarvan de maker je wil overtuigen?
Overhalen: wat moet je doen? (Koop..., Kom..., Word lid..., Geef geld...)
Opiniëren/beschouwen: wat is volgens de maker het antwoord op de vraag waarover hij je wil laten nadenken?

Slide 12 - Tekstslide

1.2 Doel en hoofdgedachte
Hoe vind je de hoofdgedachte?

  • kortst mogelijke samenvatting van een tekst
  • vaak in de inleiding van de tekst
  • bij langere artikelen meestal in het slot van de tekst

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden tekstdoelen
Namaakkleding
Ingezonden brief waarin wordt gepleit voor een hardere aanpak van producenten van namaakkleding.

Blog op reiswebsite met tips over goedkoop namaakkleding kopen in India.
tekstdoel
tekstdoel
overtuigen
informeren

Slide 14 - Sleepvraag

Aan het werk!
Maak de volgende opdrachten:
  • 1.1: opdracht 3 tot en met 6
  • 1.2: opdracht 1 tot en met 5

Slide 15 - Tekstslide