4. Door welke beweging worden vulkanen veroorzaakt?
Slide 3 - Tekstslide
Grens van Chili: twee soorten platen.
Oceanisch en continentaal.
Oceanisch = zwaar gesteente (stollingsgesteente).
Continentaal = lichter gesteente
De ene onder de ander: subductie.
Slide 4 - Tekstslide
Plaatbeweging bij Chili: subductie. Langs de kust krijg je zo een trog.
Schuiven gaat niet soepel, maar met veel naschokken. Dicht langs de kust, dus veel schade bij zware bevingen.
Sommige hoger dan 8,5 op de Schaal van Richter.
Slide 5 - Tekstslide
De aardbeving komt aan de oppervlakte bij het epicentrum.
Het hypocentrum is de plek waar de beving vandaan komt.
Bij subductie: hypocentrum vaak dieper dan 100km onder de grond.
Slide 6 - Tekstslide
De oceanische plaat duikt de aarde in. In de hitte smelt de plaat + het water/zand dat meekomt. Dat bubbelt omhoog.
Iets landinwaarts in Chili krijg je dan:
- Vulkanen
- Bergen (het Andesgebergte)
Slide 7 - Tekstslide
Het Andesgebergte is een jong gebergte. Dat betekent dat het nog een hoog, puntig gebergte is. Oude gebergten worden door erosie altijd meer heuvelachtig.
Omdat de Andes zo hoog is, vind je bovenop eeuwige sneeuw. Hier komt dus het hooggebergteklimaat (EH) voor.
Slide 8 - Tekstslide
Bij welke plaatbeweging is de minste kans op een aardbeving?
A
Convergent
B
Divergent
C
Transform
Slide 9 - Quizvraag
Welke wordt niet veroorzaakt door subductie?
A
Trog
B
Aardbeving
C
Orkaan
D
Gebergte
Slide 10 - Quizvraag
Gesmolten gesteente in het binnenste van de aarde noemen we...
A
Magma
B
Lava
C
Graniet
D
Subductie
Slide 11 - Quizvraag
Aardbevingen meet je op de schaal van...
A
Beaufort
B
Richter
C
Mercalli
D
Scoville
Slide 12 - Quizvraag
Hier zie je het...
A
Epicentrum
B
Hypocentrum
Slide 13 - Quizvraag
Aan de slag
Maak: paragraaf 3.2 (niet: Herhaling).
Klaar? Maak de opdrachten van 'Samenvatting.'
Klaar met alles? Werk verder aan de volgende paragraaf.