Leren leren 1: hoe werkt mijn brein

Leren Leren
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Leren Leren

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je vandaag leren?
Hoe je brein werkt als je iets moet leren voor school.
Hoe je de kennis van vandaag concreet kan inzetten voor bijvoorbeeld het vak Frans.

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel onthoud je eigenlijk?
Dit is geen exacte wetenschap, maar geeft wel een idee.

Slide 3 - Tekstslide

Bij de uitleg Frans: je 
hoort (10%), ziet (20%) en schrijft/oefent (50%).
Na de les kán je dus al 
de helft van de stof 
beheersen als je 
actief meedoet.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Leren leren
1. Jezelf uitleggen
2. Jezelf toetsen
3. Leren op verschillende momenten (planning)

En wat gebeurt er dan allemaal in je hoofd? Waarom werkt het zo?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Noteer in je schrift:
Je hebt een filmpje gekeken over hoe je brein werkt als je iets leert. Hoe ziet dit er in de praktijk uit? Wat is iets wat je kan DOEN, n.a.v. de info uit het filmpje, om beter te leren?
timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

Welke fases doorloop je als je een toets voorbereidt?
Fase 0 = in de les > doe actief mee en stel vragen.
Fase 1: voorbereiden = dag 1
> voorbereiden, planning maken, leerplek opruimen, goed slapen, eten en drinken
Fase 2: leren = dag 2- ...... (afhankelijk van aantal delen) 
> 10 min herhalen - 25 min volgende deel - 10 min herhalen
= 3 leermomenten volgens 10-25-10 schema
Fase 3: checken = 1-2 dagen voor de toets 
> alle stof herhalen/checken (proeftoets, overhoren door ouders enz.)
> het is fijn om één dag over te houden als reserve of tussendoor als rustdag

Je leert dus maximaal 45 minuten per dag; je kan dit ook (deels) tijdens de les doen.

Slide 9 - Tekstslide

FASE 0: IN DE LES
Spullen in orde: schrift, pen, laptop.
Doe actief mee met uitleg en oefeningen.
Zorg dat je controleert of je iets snapt door de opdrachten serieus te maken.
Als je iets niet begrijpt, vraag het dan, eerst aan een klasgenoot en daarna aan je docent.

Onthoud: actief meedoen in de les = minstens 50% van je cijfer!

Slide 10 - Tekstslide

Stelling:

Ik voldoe aan alle randvoorwaarden: spullen, actief meedoen, checken, vragen stellen.
De antwoorden:
- Meestal wel, (bijna) altijd : Steek twee handen in de lucht
- Soms wel, soms niet : Steek één hand in de lucht
- Niet echt, bijna nooit : leg je handen voor je op de tafel


Slide 11 - Tekstslide

FASE 1: VOORBEREIDEN

Bekijk je agenda en controleer of je alle leerstof kunt vinden.
Maak een checklist van de stof die je moet kennen.
Deel de leerstof op in kleinere delen.
Maak een (globale) planning.
Zorg voor een opgeruimde werkplek om te leren.
Zorg voor een goede nachtrust en eet voldoende.

Slide 12 - Tekstslide

Bespreek met elkaar
Maak jij een overzicht of planning en zo ja, hoe doe je dat precies?

Slide 13 - Tekstslide

FASE 2: LEREN

Houd je aan je planning, maar pas aan waar nodig.
Ga er echt voor zitten, kies een goed moment op de dag - of meerdere momenten.
Denk aan randvoorwaarden: voorbereiding, opgeruimde leerplek, voldoende eten en drinken, genoeg ontspanning en slaap.


Slide 14 - Tekstslide

Noteer in je schrift:
Wat gebruik je om te leren? Papier, bepaalde programma's enz.

Bedenk en noteer eerst voor jezelf
Bespreek dan klassikaal
Noteer nieuwe ideeën die je hoort van klasgenoten

Slide 15 - Tekstslide

Bespreek klassikaal:
Krijg je wel eens hulp bij het leren? Van wie?

Wie kan je om hulp vragen en wat voor hulp vraag je dan? (overhoren? Samenvatten? uitleggen?

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel dagen van te voren begin je met leren?

Dat hangt af van de hoeveelheid leerstof, hoe moeilijk je het vindt en in hoeveel delen je de stof opdeelt. Een goede richtlijn is:

 1 dag per deel van de leerstof + 1 dag om te checken + 1 reserve dag

Slide 17 - Tekstslide

Hoe lang leer je achter elkaar?

Vaker herhalen en korter leren werken beter dan urenlang achter elkaar leren. Je vindt vanzelf leerschema dat bij jou past, maar om te beginnen kan je deze proberen:

        10 min herhaling - 25 min nieuwe stof - 10 min herhaling

We noemen dit ook wel het 10-25-10 leerschema waarbij je dus drie leermomenten hebt. Andere voorbeelden zijn: 25-20 / 25-15 / 35-10 / 25-15-10.

Slide 18 - Tekstslide

Wat doe je tussen de leermomenten?
Bewegen, pak even iets te drinken of wandel met de hond.
5-10 minuten ontspannenzoals een spelletje.
Een ander vak leren, maar alleen als je twee toetsen of meer aan het voorbereiden bent. 
Als je aan het leren bent via een beeldscherm, probeer dan tijdens de pauzemomenten geen beeldschermen te gebruiken.

Slide 19 - Tekstslide

Bespreek klassikaal:
Wat zou je tussen de leermomenten kunnen doen?

Slide 20 - Tekstslide

En als ik nog andere toetsen moet leren?
Kort de leertijd per leermoment met 5 minuten in.
Gebruik wel evenveel momenten: herhaling = belangrijker dan tijd!
Dus bijvoorbeeld: 5-20-5 in plaats van 10-25-10.


Slide 21 - Tekstslide

Maar ik heb les tot 16:35 en ga ook nog sporten, werken, verjaardag van m'n kat...
  • Begin eerder en maak kleinere delen om te lerenprioriteer de dingen die je echt niet goed kent of waar je juist de meeste/het makkelijkst punten op kan halen.
  • Maak gebruik van de lestijd om lastige dingen te oefenen en vragen te stellen, zoals grammatica oefenen en werkwoorden leren. Als je op tijd begint kan je ook op tijd vragen stellen tijdens de les.
  • Maak een planning waarbij je op drukke dagen maximaal 30 minuten aan het leren bent; leer op deze dagen geen nieuwe dingen, maar stop tijd in herhaling.

Slide 22 - Tekstslide

Een ideaal voorbeeld: niet zo'n drukke week

Stel: Je moet voor Engels één hoofdstuk leren. Je hebt actief meegedaan tijdens de lessen en tijdens de lessen heb je ook al de voorbereiding gedaan. Je kiest ervoor om het leerwerk op te delen in vijf delen: 2x woordjes, 1x zinnen, 2x grammatica.
>>>>> Je begint dan zeven dagen van te voren met leren:
  • dag 1 t/m 5 = leren
  • dag 6 = checken
  • 1 dag over als reserve/rustdag

Slide 23 - Tekstslide

Een ideaal voorbeeld: drukke week

Je moet voor Engels één hoofdstuk leren. Je bent veel ziek geweest en hebt ook nog twee andere toetsen. Je kiest ervoor om het leerwerk op te delen in zeven delen: 4x woordjes, 1x zinnen, 2x grammatica.

Je begint dan tien dagen van te voren met leren:
  • dag 1 = voorbereiding
  • dag 2 t/m 8 = leren volgens 10-25-10 minuten schema (inkorten indien nodig)
  • dag 9 = checken
  • 1 dag over als reserve/rustdag

Slide 24 - Tekstslide

Een niet-zo-ideaal voorbeeld: te laat begonnen

Je moet voor Engels één hoofdstuk leren. Je bent vergeten dat je een toets hebt, of je had geen zin of tijd om te leren. Je besluit om de leerstof op te delen in drie delen. Je kijkt wat je het makkelijkst kan leren en waar je de meeste punten kan halen.

Je begint twee dagen van te voren met leren:
  • dag 1: 10-20-10 én nog eens 20-10
  • dag 2: 10-20-10 én nog eens 20-10

Je verdeelt de leermomenten over de (mid)dag/avond en kort ze misschien nog iets in. Je weet: leermomenten zijn belangrijker dan hoeveel tijd je erin stopt. Herhaling is het belangrijkst.

Slide 25 - Tekstslide

FASE 3: CHECKEN

Pak je checklist erbij; maak oefeningen, oefentoetsen of laat je overhoren. Vink af wat je kent.


Slide 26 - Tekstslide

Hoe check je het?
Woordjes: vertalen door te schrijven (Quizlet, StudyGo), overhoren door iemand anders, flitskaartjes
Werkwoorden: zelfde als woordjes
Grammatica: oefenen, oefentoets
Vaardigheden: huiswerk en opdrachten maken tijdens de les

Als je maar iets DOET, niet alleen lezen en bedenken of je het weet...

Slide 27 - Tekstslide

Tien Tips bij het leren
  1. Voldoende eten, leuke dingen doen en slapen.
  2. Leermomenten zijn belangrijker dan hoeveel tijd je leert.
  3. Kies een goed moment of meerdere momenten op de dag; ga er echt voor zitten.
  4. Zet timers voor de leermomenten en pauzes.
  5. Minstens vijf minuten tussen elk leermoment.
  6. Tijdens de les opletten en meedoen = 50% minder leren!
  7. Op tijd beginnen = minder stress.
  8. Vraag hulp! Aan je ouders, docent, vrienden enz.
  9. Zorg dat iemand anders de verantwoordelijkheid deelt; samen met vrienden leren bijvoorbeeld.
  10. Kijk wat bij jou past, of dat nou 10-25-10 is, of 35-10, of 10-10-10-5 enz.

Slide 28 - Tekstslide

Het is als fietsen... Dat leer je ook niet door erover te lezen.
Eerst met zijwieltjes (leren met aantekeningen/boek erbij), dan met vallen en opstaan (steeds herhalen) en uiteindelijk helemaal zelf (uit je hoofd toepassen).

Slide 29 - Tekstslide