Woordenschat

Handel en verkoop
Woordenschat
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 2-4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Handel en verkoop
Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide



Weet je nog?


          - Detailhandel            
          - Groothandel



Slide 2 - Tekstslide




Weet je nog?
- Supermarkt              
- Juwelier
- Slijterij 
- Drogist   
- Bouwmarkt
- Speciaalzaak
- Parfumerie


Slide 3 - Tekstslide

Foodartikelen
Artikelen die je kunt eten of drinken.
Non-foodartikelen zijn dus artikelen die je niet kunt eten of drinken. vb. tijdschriften, wasmiddelen, etc.

Slide 4 - Tekstslide

Zelfservice 
Semi-zelfservice
Service

Wat zijn kenmerken van de drie systemen?
Bedieningssysteem

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijke woorden
- Artikelen
- Artikelgroep
- Afdeling
- Assortiment
- Schappen



Slide 6 - Tekstslide

Uitleg
producten die van melk zijn gemaakt. Deze staan in de supermarkt bij elkaar. 
zuivelafdeling

Slide 7 - Woordweb

Uitleg
Producten die je gebruikt voor persoonlijke verzorging, zoals shampoo, make-up, tandpasta, deo enz. 
Cosmetica

Slide 8 - Woordweb

Sleep het juiste woord naar de puntjes
Alle artikelen die in een winkel te koop zijn vormen samen het .....
Artikelen die bij elkaar horen zoals aarbeien, appels, bananen... Noemen we.... 
Een supermarkt, speciaalzaak en warenhuis zijn voorbeelden van ....
Assortiment
Artikelgroep
Winkelvormen

Slide 9 - Sleepvraag

Spiegelen
Soms staat er te weinig om het vak aan te vullen. Of het vak ziet er heel leeg uit.

Dan moet je spiegelen: 
Dit betekent de artikelen vooraan en naast elkaar zetten.

Slide 10 - Tekstslide

Schappenplan
Vakkenvullen
Prijzen
Kassa 
Spiegelen

Slide 11 - Sleepvraag

3 manieren van prijzen

Slide 12 - Tekstslide

3 manieren van prijzen
Ridderspoor
prijstang
Schappenkaartje

Slide 13 - Tekstslide

Pallet
Steekwagen
Roll-inn
Dolly
Rolcontainer
Pompwagen

Slide 14 - Sleepvraag