Werkwoorden -er, -ir, -re + bezittelijk voornaamwoord

Ik vertrek (partir, présent)
1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Ik vertrek (partir, présent)

Slide 1 - Open vraag

Jij zult slapen (dormir, futur simple)

Slide 2 - Open vraag

Jullie kiezen (choisir, présent)

Slide 3 - Open vraag

Zij voelden (sentir, imparfait)

Slide 4 - Open vraag

Zij is vertrokken (partir, passé composé)

Slide 5 - Open vraag

Wij geven (donner, présent)

Slide 6 - Open vraag

Jullie hebben gewacht (attendre, passé composé)

Slide 7 - Open vraag

Jij zult verliezen (perdre, futur simple)

Slide 8 - Open vraag

Ik heb gekozen (choisir, passé composé)

Slide 9 - Open vraag

(Mijn) chien

Slide 10 - Open vraag

(Jouw) maison

Slide 11 - Open vraag

(Jullie) maison est plus grande que (die van mij)

Slide 12 - Open vraag