VO - Blok 1 - Les 5: Betrapt!

Op heterdaad betrapt!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatNederlands+1Middelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zit 29 slide, met interactieve quiz en tekstslide.

time-iconLesduur is: 100 min

Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Op heterdaad betrapt!

Slide 1 - Tekstslide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.
Hoe werkt het?
Tekst
Onderzoek
Woordenschat
Leestafel
Boekenclub
Dit leer je nu
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Afbeelding vergroten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Leestafel
  • Introductie onderwerp
  • Tekst
  • Zelf een spannend verhaal 
     schrijven of filmen
  • Verhaal of film presenteren
  • Woordenschat
  • Terugblik/afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Je kunt een spannend nieuwsartikel vinden waar politie bij betrokken is en kunnen hierover in de groep een gesprek over voeren.
  • Je leert tien nieuwe woorden en kunt deze toepassen.
  • Je kunt uitleggen wat ‘op heterdaad betrappen’  betekent. ​
  • Je kunt een argument bedenken (of uit de tekst halen) vóór en een argument tegen burgers die de politie helpen.
  • Je kunt zelf een spannend verhaal schrijven of filmen en dit presenteren.
  • Je kunt vertellen welke woorden van de lessen van dit blok jij vandaag zelf gebruikt of gehoord hebt. ​
Wat ga je deze les leren?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel?
Leerdoel: Je kunt een spannend artikel vinden waar politie bij
betrokken is en dit met de groep bespreken.
De leestafel
Zoek een artikel uit waar de politie bij betrokken is.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de titel van jouw artikel? Geef aan waarom
je dit artikel hebt gekozen.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit zijn goede verdiepingsvragen!
  • Hoe kan het nou dat... ? 
  • Wat ik niet snap is... ?


  • Wat zou er gebeuren als... ?
  • Zou iedereen... ?
  • Hoe zou dat in de toekomst gaan?
  • Hoe zou dat in het verleden zijn gegaan?
  • Hoe zit dat eigenlijk in andere landen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Upload hier een foto
van jouw artikel.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De tekst: eerst even scannen! 
bron
Bron: Seven Days (website bestaat niet meer) (22/06/2018)

Tekst bewerkt voor onderwijsdoeleinden.
scannend lezen
Scannen, hoe doe je dat?
  • Je leest eerst de titel, de inleiding en de kopjes van de alinea’s
  • Je kijkt naar de afbeeldingen in de tekst
  • Je bekijkt de 10 woorden die in de kantlijn zijn uitgelegd
  • Zijn er nog andere opvallende dingen in de tekst?
Leerdoelen?
Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat ‘op heterdaad betrappen’ betekent. 
  • Je kunt een argument uit de tekst halen of bedenken vóór en tegen burgers die de politie helpen .

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de hele zin. Ook de zin ervoor en erna zeggen vaak iets over het woord.
Zoek het woord op in een woordenboek of in een zoekmachine op internet.
Ken je het woord in
een andere vorm wel?
Vraag het aan iemand.
Wie weet kent diegene het woord!
Kijk of er een bekend woord
zit in het onbekende woord.
Heb je het woord eerder gezien?
Waar ging de tekst toen over?
Wat kun je doen als je een woord niet begrijpt?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de volgende opdrachten bij de tekst:
Lees de inleiding en de eerste alinea.
  • Waaraan herkennen Sara en Iris de zakkenrollers?

Lees de alinea onder het kopje ‘Speuren’.
  • Welke voordelen ten opzichte van politieagenten hebben Sara en Iris volgens politieagent Henri van Apeldoorn?

Lees de rest van de tekst.
  • Welke argumenten voor het helpen van de politie door burgers kun
    je uit de tekst halen?
  • Welke argumenten tegen het helpen van de politie door burgers
    kun je uit de tekst halen?
  • Van welk woord uit de tekst zou jij de betekenis willen weten?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de inleiding en alinea 1
'WE HEBBEN REGELMATIG EEN HETERDAADJE'

De vriendinnen Sara en Iris zijn vaak in het centrum van Rotterdam te vinden. Niet om te shoppen maar om zakkenrollers op te sporen. En dat is de twee politieagenten in spé al bijna zeventig keer gelukt.
‘Zakkenrollers lopen zeker drie jaar achter in de mode. De vrouwen dragen afgetrapte ballerina’s en de mannen oude sportschoenen. En ze gedragen zich anders dan winkelend publiek: ze steken een winkelstraat meerdere keren over en kijken vaak achterom’, laten Sara en Iris (die niet willen dat hun namen en leeftijden bekend worden) via de politie weten. Ze begonnen ongeveer een jaar geleden met speuren, om alvast ervaring op te doen. ‘Onze droom is om later bij de politie te werken’, vertellen ze. Inmiddels weten ze precies hoe ze de dieven moeten herkennen.
op heterdaad betrappen
iemand betrappen terwijl hij met een misdrijf bezig is
in spe
aankomende, toekomstige

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waaraan herkennen Sara en Iris
de zakkenrollers?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

alinea 2
Speuren
De twee gaan heel professioneel te werk: ze doen net alsof ze aan het winkelen zijn en houden alles ondertussen goed in de gaten. Zien ze iemand die ze niet vertrouwen? Dan achtervolgen ze hem of haar en nemen ze contact op met politieagent Henri Appeldoorn. Hij hoorde van een beveiliger over de hobby van de twee meisjes en wilde graag met ze samenwerken. ‘Ze werken niet in opdracht van ons, maar ze doen het helemaal uit zichzelf. Ze voegen echt iets toe aan mijn werk. Als ik het zelf zou doen zou ik direct herkend worden, ook al draag ik mijn uniform niet. Ik kan niet zo goed opgaan in de omgeving als zij, want ik heb direct een bepaalde blik in mijn ogen. Zij kunnen dat wel.’ De vriendinnen speuren nu twee keer per week in het centrum van Rotterdam en hebben al zeventig zakkenrollers ontmaskerd. ‘We hebben regelmatig een heterdaadje’, vertellen Sara en Iris.
professioneel
als iemand die dat beroep heeft, heel goed
iets toevoegen aan
bijdragen, aanvullen
opgaan in
verdwijnen in
ontmaskeren
aantonen dat iemand die onschuldig leek in werkelijkheid slecht is

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke voordelen ten opzichte van politieagenten hebben Sara en Iris 
volgens politieagent Henri van Apeldoorn?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

alinea 3
Vermomming
De vriendinnen weten inmiddels precies wat bekende routes zijn van zakkenrollers. Soms splitsen ze zich op en passen ze zelfs hun uiterlijk aan. ‘Als een verdachte de metro instapt, houden we even afstand. In de tijd dat hij of zij in de metro zit, zetten wij een pet op of vlechten ons haar in’, vertellen ze. En dat werkt: ‘Als we ons dan ook een beetje hebben vermomd, denken ze niet: hé, die meid heb ik net ook gezien.’ Ondertussen maken ze foto’s en filmpjes van de mensen die ze verdenken. Steelt iemand een portemonnee of een telefoon van iemand of neemt hij iets uit een winkel mee? Dan bellen ze Appeldoorn of lopen ze naar de beveiliger van de winkel. ‘De zakkenrollers wanen zich compleet ongezien en snappen er niets van als ze worden betrapt’, vertelt Sara.
zich ........ wanen
denken dat je ........ (iets/ergens) bent, terwijl dat niet zo is
de vermomming
de kleding en andere dingen die je gebruikt om je te vermommen
zich vermommen
je uiterlijk zó veranderen en je zó verkleden dat niemand je herkent

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

alinea 4
Veiligheid
Hoe spannend zo’n achtervolging ook is, de vriendinnen gaan altijd heel voorzichtig te werk. Appeldoorn: ‘Deze meisjes zijn heel verstandig en zorgen goed voor hun eigen veiligheid. Als ze iets zien bellen ze ons, maar ze spreken de zakkenrollers nooit zelf aan.’ Hij adviseert daarom ook om daar altijd op te letten. ‘Het is een stoer verhaal, maar pas op met wat je doet. Wij werken goed
samen, maar ik weet niet hoe dat in andere steden gaat. Wij doen er alles aan om ze te beschermen. Ik ga zelf vaak de straat op in burger als een soort back-up. Dan blijf ik bij ze in de buurt, maar wel op afstand. Als ze iets verdachts zien ben ik snel bij ze en dan doen we net alsof we elkaar niet kennen. En veel beveiligers in Rotterdam kennen Sara en Iris inmiddels ook.’ De politieagent
hoopt ook in de toekomst met ze te blijven werken. ‘We zijn ontzettend trots op ze, vooral omdat ze zo vaardig zijn in het herkennen van de zakkenrollers. Dat is echt goud waard.’ 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welk woord uit de tekst ken/snap 
je nog niet en zou jij de betekenis 
van willen weten?

Slide 18 - Open vraag

Help elkaar vervolgens met de betekenis achterhalen.
Zie ook slide 10!
Welke argumenten vóór en tegen het helpen van de politie door burgers kun je uit de tekst halen? 
Sleep de argumenten naar de juiste kant.
Argumenten voor
Argumenten tegen
Het is gevaarlijk voor iemand die er niet voor is getraind/opgeleid.
Je kunt de politie helpen.
Als burger val je niet op.
Niet in alle steden werkt de politie samen met burgers.
Met criminelen loop je altijd risico .
Als een burger over de juiste vaardigheden beschikt, kan het prima.

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Zou jij wel of niet samenwerken met de politie? Leg je antwoord uit.

Slide 20 - Open vraag

Help elkaar vervolgens met de betekenis achterhalen.
Zie ook slide 10!
Leerdoelen?
Leerdoelen
  • Je kunt een script schrijven of moodboard maken voor een spannend verhaal.
  • Je kunt verschillende trucjes toepassen om je verhaal spannend te maken.
  • Je kunt zelf een spannend verhaal schrijven of filmen.
Een spannend verhaal
schrijven of filmen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Maak een groepje van drie.
Welke opdracht heeft jouw 
groepje gekozen?
Schrijf een spannend verhaal.
Maak een spannende film.

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Stap voor stap:
 1. Bedenk de plot voor jullie spannende verhaal
    of film.
 2. Omschrijf het personage/de personages van
    jullie spannende verhaal/film.
 3. Bedenk hoe je gaat beginnen; met een 
    opbouw of midden in het verhaal?
 4. Welke spannende trucjes gaan jullie
     toepassen?
 5. Werk jullie verhaal/film uit.
 6. Gebruik zoveel mogelijk van de woorden
     van de woordenlijst van deze les in je 
     verhaal/film.


Volg de onderstaande stappen door het 
schema dat je krijgt van je docent
in te vullen voor de opzet van jullie
verhaal of de scènes van jullie film:
Wat is een plot?
De plot: de opbouw van het verhaal – wat gaat er gebeuren met de hoofdpersoon?

Slide 23 - Tekstslide

Bij deze opdracht is een schema beschikbaar voor het schrijven van een script en/of scènes voor een spannend verhaal (zie PDF in het lesplan). Print dit voor je leerlingen uit zodat ze het kunnen gebruiken bij deze opdracht.
Tijd voor de presentaties!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat

    Opdracht 1: Maak een zin met het woord.
   Opdracht 2: Omschrijf het woord zonder het te noemen.        
   Opdracht 3: Teken het woord                                                               
   Opdracht 4: Noem een synoniem                                                       
   Opdracht 5: Verzin een raadsel over het woord                              
Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: je oefent met de woorden van de tekst.
Draai aan het rad en kies één van de opdrachten hiernaast.

Slide 25 - Tekstslide

Uitleg 

MET DEVICES
  • Werk in groepjes
  • 1 iemand uit het groepje draait aan het rad, de rest mag nog niet kijken
  • Voer de stappen uit (zie slide). Raden de andere leerlingen het woord?
ZONDER DEVICES
  • werk in groepjes
  • er is telkens 1 iemand uit een groepje aan de beurt
  • de docent draait aan het rad en degenen uit de groepjes die aan de beurt zijn houden hun ogen open, de rest sluit de ogen
  • Wanneer het woord bekend is, mag iedereen de ogen weer openen. Voer de stappen uit (zie slide). Raden de andere leerlingen het woord?





Welke woorden uit de vijf lessen van dit blok heb jij de afgelopen tijd gehoord of gebruikt?
Afsluiting en terugblik

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Noem drie dingen die je 
deze les geleerd hebt:

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Noem twee dingen waar je 
nog wat meer over wil weten:

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat ga je thuis vertellen over deze les?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies