Bijvoeglijk naamwoord

Herhaling: Zelfstandig naamwoord
  • Een zelfstandig naamwoord komt altijd ACHTER het lidwoord.
- De computer 
De = lidwoord. Computer = zelfstandig naamwoord
- Het kopje
Het = lidwoord. Kopje = zelfstandig naamwoord.
- Een vogelhuisje
Een = lidwoord. Vogelhuisje = zelfstandig naamwoord.
                                       Lidwoord en zelfstandig naamwoord horen dus bij elkaar!! 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling: Zelfstandig naamwoord
  • Een zelfstandig naamwoord komt altijd ACHTER het lidwoord.
- De computer 
De = lidwoord. Computer = zelfstandig naamwoord
- Het kopje
Het = lidwoord. Kopje = zelfstandig naamwoord.
- Een vogelhuisje
Een = lidwoord. Vogelhuisje = zelfstandig naamwoord.
                                       Lidwoord en zelfstandig naamwoord horen dus bij elkaar!! 

Slide 1 - Tekstslide


Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Je weet door een bijvoeglijk naamwoord meer over het zelfstandig naamwoord.


Slide 2 - Tekstslide


Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
A
zonnige
B
dag
C
zonnige , leren
D
leren

Slide 3 - Quizvraag

De kleine hond loopt in het park.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
hond
B
de
C
loopt
D
kleine

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
aardappel
B
het
C
geweldige
D
stoel

Slide 6 - Quizvraag

De grappige man loopt naar de grote bibliotheek.
Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
grappige, man
B
grappige, loopt
C
grappige, grote
D
grote, bibliotheek

Slide 7 - Quizvraag

Bijvoegelijk naamwoord:
Het ijzeren hek heeft drie sloten.
A
ijzeren
B
drie
C
sloten
D
heeft

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?
A
leuke
B
vriendelijke
C
rode
D
zoeken

Slide 9 - Quizvraag

Het oude huis staat op een berg.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
het
B
oude
C
huis
D
berg

Slide 10 - Quizvraag