monohybride 2 V3

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de Mendeliaanse overervingswetten toepassen op de volgende kruisingstypen:
  • reguliere monohybride kruisingen
  • testkruising
  • monohybride kruising met onvolledige dominantie
  • monohybride kruisingen met co-dominantie

Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan oplossen Genetica vraagstuk
STAP 1: Bepaal welk soort probleem je probeert op te lossen.
STAP 2: Bepaal de letters die je gaat gebruiken om             eigenschappen te specificeren.
STAP 3: Bepaal de genotypen van de ouders.
STAP 4: Maak je kruisingsschema en maak gameten.
STAP 5: Bepaal mogelijke nakomelingen.
STAP 6: Bepaal genotypische en fenotypische verhoudingen.

Slide 3 - Tekstslide


Een plantenkweker voert een kruising uit met een bepaalde rozensoort. Bij deze soort komen twee fenotypen voor met betrekking tot de bladrand. Een plant met ingesneden bladrand wordt gekruist met een plant met gave bladrand. Alle nakomelingen blijken een ingesneden bladrand te hebben. 
Geef een verklaring voor het fenotype van de nakomelingen.

Slide 4 - Open vraag

Dezelfde kweker heeft een plant die ingesneden bladeren heeft. Hij weet alleen niet of deze plant homozygoot of heterozygoot is. Om daar zeker van te worden, voert hij een bepaalde kruising uit. Aan de hand van de fenotypen van de andere 'ouderplant' en de nakomelingen kan dan met zekerheid worden vastgesteld welk genotype de oorspronkelijke ouderplant heeft.
Geef het genotype van de andere ouderplant waarmee deze kruising uitgevoerd moet worden om met zekerheid te bepalen welk genotype de eerste ouderplant heeft.
Leg je antwoord uit met een kruisingstabel.

Slide 5 - Open vraag

Onvolledige- en co-dominantie

Slide 6 - Tekstslide

De kweker voert talloze kruisingen uit met dezelfde twee petunia's. Uit deze kruising komen 74 roze petunia's, 38 witte petunia's en 37 paarse petunia's. Wat zijn de genotypen van de ouder-petunia's?

Slide 7 - Open vraag

overerving in een stamboom

Slide 8 - Tekstslide

Bestudeer de stamboom.
Hoe erft deze erfelijke ziekte over?

Slide 9 - Open vraag

Dezelfde stamboom maar nu is
iedere persoon voorzien van een nummer.
Juist of onjuist:
persoon 2 is heterozygoot

Slide 10 - Open vraag

Juist of onjuist:

Het genotype van persoon 5 valt
niet met zekerheid op te maken.

Slide 11 - Open vraag

Juist of onjuist:

De kans dat persoon 8 heterozygoot is
is 25%.

Slide 12 - Open vraag

Van personen 12 en 13 is nog niet bekend of ze de ziekte hebben of niet.

Bereken hoe groot de kans is dat persoon 12 de ziekte heeft.

Slide 13 - Open vraag

Leerdoelen
Je kunt de Mendeliaanse overervingswetten toepassen op de volgende kruisingstypen:
  • reguliere monohybride kruisingen
  • testkruising
  • monohybride kruising met onvolledige dominantie
  • monohybride kruisingen met co-dominantie

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdracht 29-36 van de Handout

Slide 15 - Tekstslide