6 Trouw aan de heer

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Paragraaf 4.6 Trouw aan de heer

Overzicht deze week

-Leerdoelen

-Uitleg lezen/filmpjes bekijken

-Maken opdrachten

-Test Jezelf voor controle leerdoelen

In de liveles behandel ik het leenstelsel en het uiteenvallen van het Frankische rijk

Leerdoelen

-Ik kan uitleggen hoe het leenstelsel werkt

-Ik kan uitleggen hoe de samenwerking was tussen de kerk en de koning

-Ik kan uitleggen hoe het Frankische rijk uit elkaar viel

Het Frankische Rijk

751-870

• Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
  
• De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
  
• In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk
  

LIVELES

Het leenstelsel

• Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
  
• Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten
  

• Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  
• Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.

Bestuur

• Leenstelsel
• Geen geld voor soldaten, dus:
• In plaats van geld, land lenen aan legeraanvoerders
• Zij krijgen: land + opbrengst land
• Koning krijgt: trouw (eed) + soldaten
• Leenmannen werden de adel
  
• Bv. ridders, graven, hertog

Het Frankische Rijk valt uiteen

• Het rijk werd na de dood van Karel de Grote en zijn zoon Lodewijk de Vrome steeds meer verdeeld en verdeeld en verdeeld...
  
• De edelen die deze gebieden bestuurden, 'vergaten soms maar even' dat zij dit gebied offcieel nog steeds in leen hadden van hun leenheer!
  

• Of ze leenden het weer verder uit aan achterleenmannen...
  

Aan het werk....

• Lees par 4.6
  
• Maak 4.6, opdracht 1t/m 10, 12 en 13
• Maak Test Jezelf 4.6

leenstelsel

- In de volgende filmpjes wordt het leenstelsel verder uitgelegd. Iedere keer op een andere manier. Kijk zelf welk filmpje het beste bij jou past.

Bonifatius was erg belangrijk bij de verspreiding van het christendom?

1. waar, want hij heeft veel mensen bekeerd
2. niet waar, de Friezen waren te machtig
3. waar, hij heeft een klooster gesticht
4. niet waar, dat was Willibrord

Wat was Willibrord?

1. ridder
2. monnik
3. Leenheer
4. koning

Wat was de hoogste stand?

1. Geestelijkheid
2. Adel
3. Boeren
4. de priesters

Wat was de taak van de adel

1. Bidden
2. Voor voedsel zorgen
3. Beschermen van het volk
4. Het land besturen

Heidenen zijn...

1. Mensen die in God geloven
2. Mensen die Jezus volgde
3. Mensen die geloven in natuurgoden
4. tegenstanders van de moslims

Een Germaanse god is...

1. Clovis
2. Donar
3. Jupiter
4. Juno

Iemand die heidenen bekeerd noemen we een...

1. Paus
2. Monnik
3. Non
4. Missionaris

De Middeleeuwen begon en eindigde in...

1. 400 - 1400
2. 500 - 1453
3. 500 - 1500
4. 500 - 1600

Het Romeinse Rijk werd opgesplitst in het jaar

1. 400
2. 395
3. 476
4. 622

Een reden voor het uiteenvallen van het Romeinse Rijk is...

1. Te weinig belasting inkomsten
2. Ruzie over de opvolging van de keizers
3. Het leger was te klein
4. A, B en C zijn goed

Domein bestond uit

1. Woeste grond
2. land gebruikt door heer
3. Land gebruikt door horigen
4. A, B en C zijn juist

Herendiensten

1. Zijn werkzaamheden verricht door de heer
2. Zijn werkzaamheden verricht door een vrije boer
3. Zijn werkzaamheden verricht door een horige

Hoe kan je een horige het beste omschrijven?

1. slaaf
2. hulpje
3. werknemer
4. simpele boer

Welk Germaans volk moest als laatste bekeerd worden tot het christendom?

1. bataven
2. friezen
3. tubanten
4. franken

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?

1. De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
2. De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
3. De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
4. De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Laatste vraag.......uit welke stam komt Karel de Grote?

1. De Moren
2. De Franken
3. De Longobarden
4. De Saksen